Boeken en computer op tafel (ook de Binas tabel36)
Tassen op de grond
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
NaSk 2 Scheikunde
Mobieltjes in de tas
Boeken en computer op tafel (ook de Binas tabel36)
Tassen op de grond
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt van een aantal bekende oplossingen aangeven of ze zuur of basisch zijn.
Je kunt eigenschappen en toepassingen van zure en basische oplossingen noemen.
Je kunt het verband beschrijven tussen de concentratie van zure en basische oplossingen en de pH.Je kunt met een indicator bepalen of een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je kunt veilig werken met chemicaliën met het gevarensymbool ‘niet mengen’.
Slide 2 - Tekstslide
zure en basische oplosmiddelen"
Slide 3 - Tekstslide
Alle stoffen hebben een zuurtegraad. Deze geef je aan met de pH.
Slide 4 - Tekstslide
De zuurtegraad
Ph-waarde
Slide 5 - Tekstslide
Schoonmaakmiddelen
Veel schoonmaakmiddelen maken gebruik van de pH.
Schoonmaakazijn is bijvoorbeeld ontzettend zuur, terwijl wcreiniger juist ontzettend basisch is.
Slide 6 - Tekstslide
Corrosief
Schadelijk
Slide 7 - Tekstslide
Niet mengen
Slide 8 - Tekstslide
Gevaar !!!!
+ =
Slide 9 - Tekstslide
Zuren en basen
Zuren en basen zijn gevaarlijke stoffen. Dat is de reden dat verzorgingsproducten allemaal pH neutraal zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer gebruik je zure schoonmaakmiddelen ?
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer gebruik je zure schoonmaakmiddelen ?
Bij het reinigen van oppervlakten die veel in aanraking
komen met water, bijvoorbeeld in de badkamer.
Slide 12 - Tekstslide
Wanneer gebruik je basische schoonmaakmiddelen ?
Slide 13 - Tekstslide
Wanneer gebruik je basische schoonmaakmiddelen ?
Bij het reinigen van oppervlakten die veel met vet in aanraking komen, b.v. een frituurpan, gootsteen
Slide 14 - Tekstslide
Accuzuur
Melk
Gootsteenontstopper
Slide 15 - Sleepvraag
De indeling van zuren en basen
m.b.v. de pH
Neutrale oplossingen hebben een pH van 7.
Zure oplossingen hebben een pH lager dan 7. Hoe zuurder de oplossing, hoe lager de pH.
Basische oplossingen hebben een pH hoger dan 7. Hoe basischer de oplossing, hoe hoger de pH
Slide 16 - Tekstslide
Schoonmaakazijn heeft een lagere Ph dan wijnazijn
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
De pH bepalen m.b.v. indicatoren
Er zijn verschillende indicatoren die wij gebruiken voor om de pH waarde.
- Rodekoolsap
- Rood en blauw lakmoespapier
- Universeel indicator
- Fenoftaleine
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Lakmoespapier
Een zure oplossing kleurt een blauw lakmoespapier rood.
Een basische oplossing kleurt rood lakmoespapier blauw.
Slide 20 - Tekstslide
Als ik een rood lakmoespapiertje in een zure oplossing doe dan ...
A
blijft hij rood
B
wordt hij wit
C
wordt hij blauw
D
wordt hij zwart
Slide 21 - Quizvraag
Als ik een blauw lakmoespapiertje in een zure oplossing doe dan ...
A
wordt hij rood
B
wordt hij wit
C
blijft hij blauw
D
wordt hij zwart
Slide 22 - Quizvraag
Als ik een blauw lakmoespapiertje in een neutrale oplossing doe dan ...
A
wordt hij rood
B
wordt hij wit
C
blijft hij blauw
D
wordt hij zwart
Slide 23 - Quizvraag
Universeel indicator
Met universeel indicator papier kun je de zuurgraad aflezen. Je hoeft alleen maar naar de kleur te kijken.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Met lakmoespapier en een Ph-indicator kun je beide zien of een stof zuur of basisch is. Wat is het echter het grote verschil?
Slide 26 - Open vraag
Fenoftaleine
De indicator fenoftaleine geeft aan of een stof een base is.
In het filmpje zie je hoe een titratie wordt uitgevoerd van een zuur met een base , waarbij fenolftaleïne als indicator is toegevoegd.
Welke kleuromslag zie je ?
Slide 27 - Tekstslide
Titreren met fenolftaleïne
Slide 28 - Tekstslide
Welke kleur wordt fenoftaleine als hij met een base wordt gemengt?
A
Wit
B
Kleurloos
C
Roze
D
Rood
Slide 29 - Quizvraag
Kernpunt
Bekijk nu het filmpje van kernpunt.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
Schoonmaakazijn
Slide 32 - Quizvraag
Zeep verwijdert vuil en vetvlekken. Bij het wassen hechten zeepdeeltjes aan vuildeeltjes. Welke tekening is juist?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4
Slide 33 - Quizvraag
Hoe zuurder een oplossing is hoe ... de pH
A
hoger
B
lager
Slide 34 - Quizvraag
Welke kleur lakmoespapier kan je het beste gebruiken als je een basische stof wil aantonen?
A
blauw lakmoespapier, dat kleurt met een basische stof rood
B
blauw lakmoespapier, dat blijft met een basische stof blauw
C
rood lakmoespapier, dat blijft met een basische stof rood
D
rood lakmoespapier,
dat kleurt met een basische stof blauw
Slide 35 - Quizvraag
Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen
Slide 36 - Quizvraag
met een basisch schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
cement van tegels halen
C
autolak poetsen
D
waterkoker ontkalken
Slide 37 - Quizvraag
Vragen
Slide 38 - Tekstslide
Aan de slag !!
Lees de lesstof nogmaals door en maak ONLINE de bijbehorende opdrachten.
Je mag alleen RUSTIG overleggen met je buurman/buurvrouw.
Als je klaar bent maak je online test jezelf. Daarna mag je iets voor jezelf doen. Niet op je telefoon en rustig