Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Zomer pubquiz Engels
ENGLISH
SUMMER EDITION
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
5 videos
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
ENGLISH
SUMMER EDITION
Slide 1 - Tekstslide
English Pubquiz!
Get ready to rumble!
3 rounds:
General knowledge
English testing
Summer vibes
Slide 2 - Tekstslide
ROUND 1
Slide 3 - Tekstslide
Which famous English person is this?
A
Queen Beatrix
B
Queen Charles
C
Queen Anne
D
Queen Elizabeth
Slide 4 - Quizvraag
King Charles the ....
A
| (first )
B
|| (second)
C
||| ( third)
D
lV (fourth)
Slide 5 - Quizvraag
1625
1649
1660
1685
2023
1st 2nd 3rd
Slide 6 - Tekstslide
"May the force be with you"
is a quote from the movie:
A
back to the future
B
battleship Galactica
C
Magnificent 7
D
Star wars
Slide 7 - Quizvraag
This little fellow is called a:
A
Mineon
B
Steve
C
Minion
D
Menion
Slide 8 - Quizvraag
What is the capital of the US?
A
New York
B
Washington D.C
C
San Francisco
D
Miami
Slide 9 - Quizvraag
De sterren op de amerikaanse vlag staan voor..
A
Het aantal presidenten tot nu toe
B
Het aantal staten van de US
C
Het aantal politici in het Pentagon
D
Het record aantal McDonalds in 1 straat
Slide 10 - Quizvraag
This singer won the eurovision songcontest in Liverpool.
What is her name?
A
Loreen
B
Rihanna
C
Davina Michelle
D
Tatoo
Slide 11 - Quizvraag
What is this called?
A
Skelter
B
Skirt
C
Kilt
D
Cliff
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
In Liverpool, what word is used for the word food?
A
brekkie
B
bizzies
C
scran
D
entry
Slide 14 - Quizvraag
How many states are there in the USA?
A
51
B
50
C
52
D
48
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
In which country is Mount Everest?
A
Canada
B
Buthan
C
Nepal
D
North america
Slide 17 - Quizvraag
1
Slide 18 - Video
Northern Ireland
Finished only 25 years ago
Slide 19 - Tekstslide
02:26
Waar zingt de band U2 hier over?
A
Een ruzie op zondag na een avond uitgaan
B
Het Engelse leger en Noord-Ieren vochten en er vielen doden
C
Ierland vocht met de Amerikanen en er vielen doden
D
De Schotten waren boos dat het bijna maandag was
Slide 20 - Quizvraag
What is the name of all the red coloured parts together?
A
United Kingdom
B
United States
C
Great Britain
D
Irish Republic
Slide 21 - Quizvraag
This flag belongs to which country?
A
New Zealand
B
The United Kingdom
C
Northern Ireland
D
Australia
Slide 22 - Quizvraag
This is a kiwi, in which country can you find this bird?
A
England
B
North-America
C
New Zealand
D
Australia
Slide 23 - Quizvraag
who do you hear?
A
Rihanna
B
Riannah
C
Beyonce
D
Rihannah
Slide 24 - Quizvraag
Which 2 languages are spoken in Canada?
A
French and English
B
Canadian and English
C
Spanish and English
D
French and German
Slide 25 - Quizvraag
9-18-27-36-?
What is the next number?
A
50
B
WHAT?
C
46
D
45
Slide 26 - Quizvraag
Is Big Ben the name of the tower or of the clock?
A
tower
B
clock
Slide 27 - Quizvraag
ROUND 2
Slide 28 - Tekstslide
Hoe schrijf je '25' voluit in het Engels?
A
Twenty-five
B
Twentie-five
C
Twenty five
D
Twenty-fife
Slide 29 - Quizvraag
What time is it here?
A
Twenty to two
B
Twenty past half past one
C
Ten past ten
D
Ten to two
Slide 30 - Quizvraag
Past simple of forget
A
Forgot
B
Forgotten
C
Forgetted
D
Fortnite
Slide 31 - Quizvraag
"I spy with my little eye, something beginning with..... "
In Dutch this game is called:
A
Anna Maria Koek koek
B
Ik zie , ik zie wat jij niet ziet
C
Boter kaas en eieren
Slide 32 - Quizvraag
Could, would or should?
"John ............ be here by now.”
A
should
B
could
C
would
Slide 33 - Quizvraag
The shit rule means:
A
She, he or it krijgen altijd do
B
She, he or it krijgen altijd werkwoord +ing
C
Great Britain
D
She, he or it krijgt een S achter het werkwoord
Slide 34 - Quizvraag
True or false:
"Excuse me" betekent :
ik verzin een smoes
A
True
B
False
Slide 35 - Quizvraag
True or false:
Als iets op dit moment gaande is gebruik je is/are + werkwoord+ing
A
True
B
False
Slide 36 - Quizvraag
True or false:
Woordvolgorde kun je checken door
wie - doet - wat/wie - wanneer-waar
A
True
B
False
Slide 37 - Quizvraag
PAY ATTENTION TO THE FOLLOWING:
IN THE NEXT CLIP, HOW MANY TIMES CAN YOU COUNT THE PRESENT CONTINUOUS? (ing vorm)
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
How many did you count?
A
10
B
9
C
8
D
7
Slide 40 - Quizvraag
SHE, HER, HERS
HE, HIM, HIS
I, .........., MINE
A
me
B
my
C
Myself
Slide 41 - Quizvraag
ROUND 3: last round!
Let me explain:
can you guess what's in the top 5?
Slide 42 - Tekstslide
1
Slide 43 - Video
0
Slide 44 - Video
00:47
What do you think is in the top 5:
What can you take to the beach?
Slide 45 - Open vraag
Einde Quiz
Thank you!
If I don't see you
before then:
Have a great summerholiday!
End of quiz!
Slide 46 - Tekstslide