In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Zorg ervoor dat je m invult in kg!
g is 10 m/s^2 en Ez in Joule
de zwaarte-energie bedraagt 1,0 J
m is weer in kg en v in m/s!
Eva springt van een hoge duikplank af. De hoogte van deze duikplank is 4,0 meter. Haar massa bedraagt 55 kg.
Bereken met welke snelheid (in km/h) ze in het water komt.
Alle wrijvingskrachten mogen worden verwaarloost.
h = 4,0 m
m = 55 kg
g = 10 m/s^2 (want we bevinden ons op de aarde)
Zwaarte energie wordt omgezet in bewegingsenergie.
Beginsituatie: 100% zwaarte energe en 0% bewegingsenergie
Eindsituatie: 0% zwaarte energe en 100% bewegingsenergie
Ek = Ez
0,5·m·v^2 = m·g·h beide kanten delen door m
0,5·v^2 = 10 * 4 beide kanten vermeniguldigen met 2
v^2 = 80 beide kanten worteltrekken
= 8,944 m/s ==> · 3,6 = 32 km/h
Heb ik een formule opgeschreven? ja
Heb ik alles in juiste eenheid staan? ja
Is het antwoord logisch? 32 km/h is aan de hoge kant, maar dat komt omdat we wrijvingskrachten mochten verwaarlozen. Dus op zich geen gekke waarde.