Landstede Groep

7.1 Stoffen

NaSk klas 4 
1 / 67
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 67 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

NaSk klas 4 

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Uitleg hoe komend schooljaar eruit ziet
  • Uitleg hoe we te werk gaan
  • Aan de slag met H7 
  • Kahoot; wat weten jullie nog van klas 3?

Slide 2 - Tekstslide

Eindexamenjaar natuurkunde
H7: Basisnatuurkunde
H8: Straling
H9: Werken met elektriciteit
H10: Geluid
H11: Veilig bewegen
H12: Constructies

Slide 3 - Tekstslide

H7 Basisnatuurkunde
7.1 Stoffen
7.2 Licht en kleuren zien
7.3 Stroom en schakelen
7.4 Kracht en beweging
7.5 Energie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Na tentamenweek 3 examentraining

Slide 6 - Tekstslide

Syllabus 
www.examenblad.nl

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

H7 Basisnatuurkunde
7.1 Stoffen
7.2 Licht en kleuren zien
7.3 Stroom en schakelen
7.4 Kracht en beweging
7.5 Energie
Over 2 weken toets 7.1 + 7.3

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 7: Basisnatuurkunde

Herhaling van vorig jaar
Wat heb je allemaal onthouden?

Slide 11 - Tekstslide

7.1 Stoffen

Slide 12 - Tekstslide

Leervragen 7.1 stoffen
  1. Wat is een molecuul?
  2. Hoe bereken je de druk?
  3. Hoe bereken je de dichtheid?
  4. Wanneer blijft iets drijven?
  5. Hoe gebruik je materialen?
  6. Hoe ga je om met stoffen?

Slide 13 - Tekstslide

1. Wat is een molecuul?

Slide 14 - Tekstslide

Een molecuul
A
Is de bouwsteen van atomen
B
Is het kleinste deeltje van een stof
C
Kan je met het blote oog zien

Slide 15 - Quizvraag

Moleculen zijn het kleinst
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Moleculen en atomen
Een molecuul bestaat uit atomen!

Molecuul = 

                 Bestaat uit ... atomen
en ... atomen

Slide 17 - Tekstslide

Als de temperatuur daalt dan gaan de moleculen ..... bewegen
A
sneller
B
langzamer
C
even snel

Slide 18 - Quizvraag

Animatie invloed temperatuur op bewegen van moleculen

Slide 19 - Tekstslide

Moleculen bewegen niet meer bij een temperatuur van:
A
-273 ℃
B
-100 ℃
C
0 ℃
D
100 ℃

Slide 20 - Quizvraag

Moleculen bewegen continu
  • Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller ze bewegen
  •  Bij -273 gr bewegen moleculen niet meer                                           = het absolute nulpunt

Slide 21 - Tekstslide

In welke 3 fasen kan een stof zich bevinden?

Slide 22 - Tekstslide

Moleculen trekken elkaar aan
  • Andere aantrekkingskracht per fase
  • In vaste fase grootste aantrekkingskracht

Slide 23 - Tekstslide

Fase overgangen
De moleculen zelf veranderen niet
Alleen hoe ze bewegen
Natuurkundig proces

Slide 24 - Tekstslide

2. Hoe bereken je de druk?

Slide 25 - Tekstslide

Wat is druk?
Druk = een kracht uitoefenen op een oppervlakte. 


Slide 26 - Tekstslide

Druk 
  • Druk speelt een rol bij vaste stoffen, maar ook bij vloeistoffen en gassen. 
  • Bak met water: daar wordt de druk uitgeoefend op de zijden van de bak. 
  • Als je een lege glazen pot hebt waar alleen lucht in zit, oefent die lucht ook druk uit op het glas. 

Slide 27 - Tekstslide

Klas 4 veel formules, grootheden, eenheden opzoeken



                      LEER JEZELF DIT AAN!

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wat is druk?
  • Druk is de kracht op 1 m2
  • Druk meet je daarom in N/m2 = 1 Pa


Slide 31 - Tekstslide

Wat is druk?

Slide 32 - Tekstslide

Druk berekenen




p = druk in N/m (of in Pascal, 1 Pa is 1 N/)
p=AF
N
m2

Slide 33 - Tekstslide

Omschrijven van de formule

Slide 34 - Tekstslide

Oefenvraag 
Op de wand van een gasfles werkt een kracht van 140.000 N. De oppervlakte van de fles is 0,8 m². Bereken de druk in de fles.

  1. Gegeven
  2. Gevraagd
  3. Formule
  4. Berekening
  5. Antwoord

Slide 35 - Tekstslide

Luchtdruk
1030 hPa

Slide 36 - Tekstslide

3. Hoe bereken je de dichtheid?

Slide 37 - Tekstslide

Bij een hoge dichtheid
A
Zitten de moleculen dicht op elkaar
B
Zitten de moleculen ver van elkaar

Slide 38 - Quizvraag

Dichtheid
Hier heb je 8 blokjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.

Hier heb je 27 blokjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.

Slide 39 - Tekstslide

Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume

Slide 40 - Tekstslide

Binas

Slide 41 - Tekstslide

Dichtheid
  • Het geeft aan hoe zwaar 1 kubieke centimeter (cm3) van een bepaalde stof is. 
  • Formule voor dichtheid:



Dichtheid=VolumeMassa

Slide 42 - Tekstslide

Dichtheid




Dichtheid dan in g/cm3
Kan ook in kg/m3
Dichtheid=VolumeMassa
g
cm3

Slide 43 - Tekstslide

Massa bepalen
De massa bepaal je met een weegschaal.

Slide 44 - Tekstslide

Volume bepalen

             Volume = inhoud

             Inhoud = l x b x h
Inhoud/Volume berekenen

Slide 45 - Tekstslide

Volume onregelmatige vormen

  • Het volume van onregelmatige voorwerpen                                      kan je NIET bepalen met volume =  l x b x h 
  • We gebruiken dan de onderdompelmethode

Slide 46 - Tekstslide

Onderdompelmethode
V begin = 15 ml

V eind = 24 mL

Vsteen = 24 - 15 = 9 mL 
= 9 cm3

Slide 47 - Tekstslide

De steen is 9 cm3 en weegt 16 gram

Gegeven: 
Gevraagd: 
Formule: 
Berekening: 
Antwoord:

Dichtheid=VolumeMassa

Slide 48 - Tekstslide

4. Wanneer blijft iets drijven?

Slide 49 - Tekstslide

Dichtheid van water is 1,0 g/cm3.
Is dichtheid van een stof kleiner die van water dan drijft het.
1
2
3
Is dichtheid van een stof groter die van water dan zinkt het.
Is dichtheid van een stof gelijk aan die van water dan zweeft het.

Slide 50 - Tekstslide

6. Hoe gebruik je materialen?

Slide 51 - Tekstslide

Stofeigenschappen of materiaaleigenschappen?

Kan je er een aantal noemen?

Slide 52 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Kleur
Geur 
Smaak
Brandbaarheid
Dichtheid
Giftigheid
Kookpunt
Smeltpunt
Oplosbaarheid in water Geleidbaarheid van stroom

Materiaaleigenschappen
Vorm
Massa
Grootte
Temperatuur

Slide 53 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Kleur
Geur 
Smaak
Brandbaarheid
Dichtheid
Giftigheid
Kookpunt
Smeltpunt
Oplosbaarheid in water Geleidbaarheid van stroom

Materiaaleigenschappen
Vorm
Massa
Grootte
Temperatuur

Slide 54 - Tekstslide

Kiezen van materialen
Hoe pak je dat aan?

is het verspaanbaar, kan het tegen corrosie, geleid het elektriciteit, is het flexibel of juist niet?

Slide 55 - Tekstslide

Wat is corrosie?
  • Is een hele langzame verbranding
  • chemische reactie met zuurstof 
  • als ijzer roest verdwijnen ijzer moleculen
  • ontstaan roestmoleculen

Slide 56 - Tekstslide

Wat is een legering?
  • mengsel van metalen
  • RVS
  • Brons
  • Messing

Slide 57 - Tekstslide

Wat is een legering?
  • mengsel van metalen
  • RVS
  • Brons
  • Messing

Slide 58 - Tekstslide

6. Hoe ga je om met stoffen?

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Tekstslide

Gifwijzer
  • Gevaarlijk en giftig is niet hetzelfde 
  • De gif wijzer geeft info over giftige stoffen

https://www.gebruikershandleiding.com/Gifwijzer-Gifwijzer/preview-handleiding-490732.html?page=0002

Slide 61 - Tekstslide

Mac-waarde
  • MAC - Waarde is de maximaal aanvaardbare concentratie van een stof in de lucht 
  • Wat is concentratie?
  • De giftigheid of schadelijkheid van een stof hangt af van de dosis waarin je wordt blootgesteld 
  • Dosis is hoeveelheid stof in gram per kilogram lichaamsgewicht 

Slide 62 - Tekstslide

Afval
  • Je hebt voorwerpen gebruikt, daarna gooi je ze weg
  • Die voorwerpen bestaan uit stoffen, uit moleculen
  •  Na gebruik zijn sommige moleculen veranderd, maar de meeste niet 

Slide 63 - Tekstslide

Recyclen
  • Bij "Recyclen" breek je het afval kapot, om er weer nieuwe spullen van te maken.
  • De moleculen van de oorspronkelijke stof veranderen NIET

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Tekstslide

KCA
  • Klein chemisch afval
  • Wegbrengen naar afvalpunten

Slide 66 - Tekstslide

Hergebruik

Voorwerpen die je niet meer nodig hebt kunnen opnieuw gebruikt worden.
Dit is hergebruik.
Recyclen

Iets nieuws maken van afval, bv oude glazen flessen omsmelten tot nieuw glas.
Dit is recyclen.

Slide 67 - Tekstslide