Landstede Groep

4.3: Nederland bezet

De Tweede Wereldoorlog


De bezetting van Nederland
H4: De Tweede Wereldoorlog
4.3: Nederland bezet
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog verliep.

Onderdelen in deze les

De Tweede Wereldoorlog


De bezetting van Nederland
H4: De Tweede Wereldoorlog
4.3: Nederland bezet

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1: Je herkent voorbeelden van collaboratie, verzet en aanpassing van de Nederlandse bevolking.

2: Je kunt beschrijven hoe het leven eruit zag tijdens de Duitse bezetting.

3: Je kunt beschrijven waarom de Slag bij Arnhem resulteerde in het ontstaan van de Hongerwinter.

Slide 3 - Tekstslide

Weet jij iets van de bezetting?

Slide 4 - Woordweb


Nederland mobiliseert
november 1939




  • De Nederlandse regering hoopt dat, net als tijdens de Eerste Wereldoorlog, Nederland neutraal zou blijven. 
  • Uiteindelijk wordt pas laat besloten om tóch te mobiliseren en gebruik te maken van de Hollandse Waterlinie.

Slide 5 - Tekstslide

Duitsland valt aan
10 mei 1940

  • Nederland wilde neutraal blijven, maar Hitler had de zeehavens nodig
  • Op sommige plekken, zoals bij de Afsluitdijk en de Grebbelinie, wordt nog behoorlijk tegenstand geboden, maar tegen de overmacht is niets opgewassen.

Slide 6 - Tekstslide

Waar ligt de grebbeberg?

Slide 7 - Sleepvraag


Regering wijkt uit naar Londen
13 mei 1940





  • Om niet in de handen van de Duitsers te vallen, wijkt een groot deel van de Nederlandse regering uit naar Engeland.
  • Vanuit Londen zal koningin Wilhelmina de Nederlanders motiveren om niet op te geven en tegen de bezetters te strijden.

Slide 8 - Tekstslide

Is het laf dat de koningin vluchtte?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll


Bommen op Rotterdam
14 mei 1940



  • Hoewel de stad zich al heeft overgegeven, bombarderen de Duitsers Rotterdam tóch.
  • Het bombardement duurt maar een kwartier, maar de binnenstad is verwoest, en zal pas na de oorlog weer worden opgebouwd.

Slide 10 - Tekstslide


Nederland capituleert
15 mei 1940


  • Na het bombardement op Rotterdam, en de Duitse dreiging om ook andere steden te bombaderen, kan Nederland niets anders dan zich overgeven (capituleren)
  • In totaal komen in de meidagen van 1940 ongeveer 2200 mensen om het leven.

Slide 11 - Tekstslide


Deel van Duitsland
29 mei 1940



  • Nederland wordt een deel van Duitsland. 
  • De Oostenrijker Arthur Seyss-Inquart wordt Reichskommisar. 



Slide 12 - Tekstslide





  • De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), die collaboreerde met de Duitsers, is de enige politieke organisatie die mag blijven bestaan.
  • De leider van de NSB, Anton Mussert, mag zich 'Leider van het Nederlandsche Volk' noemen, maar de Duitsers zijn uiteindelijk de baas.



Slide 13 - Tekstslide

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Sinterklaas bij een intocht in 1941 begroet door de jongerenbeweging van de NSB. Sinterklaas was ook aanwezig bij een concert voor kinderen van Nederlanders die vrijwillig voor de nazi's vochten. Dit alles werd uitgezonden in het bioscoop-journaal.

Hiernaast staan zes begrippen die gaan over Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

▻Welke twee begrippen horen bij de tekst hierboven over de intocht van Sinterklaas?
Deze begrippen herken je in de bron.
capitulatie
propaganda
collaboratie
mobilisatie
censuur

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Video


Twee uitspraken:
1. De NSB van Mussert en de NSDAP van Hitler hebben veel verschillende / overeenkomstige ideeën over hoe je een land het best kan besturen.

2. De NSB van Mussert heeft de meeste stemmen (4%) in de jaren '20 / jaren '30 van de vorige eeuw.

A
1. verschillende, 2. jaren '20
B
1. verschillende, 2. jaren '30
C
1. overeenkomstige, 2. jaren '20
D
1. overeenkomstige, 2. jaren '30.

Slide 16 - Quizvraag




Alle post- en sierduiven moeten worden gedood. 
Duiven vliegen vrij rond en kunnen 
boodschappen brengen naar de geallieerden.

Duivenpootjes mét ring moeten 
als bewijs worden ingeleverd.

Slide 17 - Tekstslide


De eerste bezettingsmaanden
mei 1940 - februari 1941



  • De Duitsers gedragen zich meestal keurig en de meeste Nederlanders pakken hun normale leven op en werken, passief of actief, met de Duitsers samen.
  • Nederlandse bedrijven kunnen goed geld verdienen aan de 'Duitse oorlog'...

Slide 18 - Tekstslide


Februaristaking
februari 1941



  • De eerste grote verzetsactie tegen de Duitse bezetter in Nederland.
  • Aanleiding waren de razzia's in Amsterdam, als reactie op de moord op een NSB-er.

Slide 19 - Tekstslide


Onderduiken


  • Onderduiken om je te verbergen zodat je niet wordt opgepakt door de politie of Duitsers. 
  • Dit zijn niet alleen Joden, maar iedereen die het risico loopt opgepakt te worden: studenten, mannen, verzetsstrijders enz. 
  • Op het hoogtepunt zijn er alleen al in Nederland ruim 350.000 mensen ondergedoken


Slide 20 - Tekstslide

Stel dat Nederland niet langer een vrij land is en dat jij wordt gezocht.
Beschrijf:
-Waar je van plan bent onder te duiken
-Welke hulp je nodig hebt om lange tijd onder te kunnen duiken

Slide 21 - Open vraag


Verzet



  • Wat is verzet?
  • Aanslagen plegen of illegale krantjes verspreiden? Onderduikers helpen? 
  • Of naar rechts gaan als de Duitsers zeggen dat je naar links moet gaan?


Slide 22 - Tekstslide




  • In totaal waren er rond de 45.000 Nederlanders die actief verzet pleegden. 
  • Maar dat konden ze niet doen zonder de hulp van honderduizenden anderen.
  • Verzet plegen was levensgevaarlijk: niet alleen voor jezelf, maar ook voor je omgeving.

Slide 23 - Tekstslide

En jij? Zou jij bij het verzet gaan?
Ja
Nee

Slide 24 - Poll








Om te voorkomen dat Joden worden opgepakt,
worden identiteitsbewijzen vervalst...

Slide 25 - Tekstslide


Behalve verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen wordt ook onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte bronnen. 
Een directe bron: een overblijfsel uit de tijd waarin de bron zelf gemaakt of gebruikt is. Wie de bron heeft achtergelaten is dan van dezelfde tijd als de directe bron zelf.
Een indirecte bron: Als de nalater van de bron niet in dezelfde tijd als de bron leefde of niet aanwezig was bij de gebeurtenis waarover de bron gaat, dan is de bron een indirecte bron.

Klik op de afbeelding om in te zoomen.  Dit persoonsbewijs is een voorbeeld van een....

A
geschreven directe bron
B
ongeschreven directe bron
C
geschreven indirecte bron
D
ongeschreven indirecte bron

Slide 26 - Quizvraag

Stel: Nederland wordt nu geregeerd door een bestuur dat de mensen geen vrijheid gunt. Bedenk een manier hoe jij verzet zou plegen.

Slide 27 - Open vraag


Dolle Dinsdag
5 september 1944



  • De opmars van de geallieerden na D-Day gaat erg snel. 
  • De gebeurtenissen worden gevolgd op illegale radio's: "Ze zijn in Nederland!"



Slide 28 - Tekstslide






  • Duitse soldaten slaan op de vlucht voor de naderende geallieerden.
  • Maar de geallieerden komen helemaal niet...

  • Het volksfeest was veel te voorbarig losgebarsten.






Slide 29 - Tekstslide


Slag om Arnhem
september 1944




  • De Geallieerden willen doorstoten tot het noordelijk deel van Nederland, om daar vandaan Duitsland binnen te vallen, maar ze vergissen zich in kracht van de Duitsers. 
  • Operatie Market Garden is mislukt bij Arnhem ('Brug te ver').

Slide 30 - Tekstslide


Spoorwegstaking
september 1944 - mei 1945



  • Om de geallieerde opmars te helpen, roept Radio Oranje het spoorweg-personeel op om te gaan staken. Zo kunnen de Duitsers geen gebruik meer maken van het spoor voor hun oorlog. 
  • Het zorgt uiteindelijk ook voor voedsel- en brandstoftekorten...

Slide 31 - Tekstslide


Hongerwinter
november 1944 - april 1945




Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide


Duitse capitulatie
4 mei 1945



  • In Hotel De Wereld in Wageningen wordt op 5 mei onderhandeld over de onvoorwaardelijke overgave van de Duitse troepen in Nederland.
  • De Duitse troepen hebben zich overigens al op 4 mei overgegeven aan de geallieerden.







Slide 34 - Tekstslide


De Bevrijding
mei 1945



  • De bevrijding wordt tegenwoordig gevierd op 5 mei, maar Nederland werd niet overal op 5 mei bevrijd: soms was het eerder, soms veel later, zoals op Texel. 
  • Dit eiland werd pas op 20 mei 1945 bevrijd.


Slide 35 - Tekstslide






De Nederlanders namen wraak op collaborateurs. Moet dit kunnen vind jij? 


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video


Wat betekent vrijheid voor jou?
Veilig zijn
Kunnen zeggen wat je denkt
Geloven wat je wilt
Mogen zijn wie je bent
Kunnen zijn bij wie je wilt
Nooit bang te hoeven zijn
Geen honger hebben
Genoeg geld hebben
Niet leven in oorlog
Iets anders, namelijk:

Slide 38 - Poll

Sleep de foto's van personen naar de juiste omschrijving:
Leider van de NSB.
Leider van de Sovjet-Unie tijdens de Tweede Wereldoorlog
Leidde vanuit Londen het NL verzet.
Amerikaanse president tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Duitse dictator die de Tweede Wereldoorlog begon.
Italiaanse dictator, begon het fascisme, bondgenoot van Hitler. 

Slide 39 - Sleepvraag

Zet de cijfers 1 t/m 3 onder elkaar. Geef antwoord op de leerdoelen.

1: Je herkent voorbeelden van collaboratie, verzet en aanpassing van de Nederlandse bevolking.
2: Je kunt beschrijven hoe het leven eruit zag tijdens de Duitse bezetting.
3: Je kunt beschrijven waarom de Slag bij Arnhem resulteerde in het ontstaan van de Hongerwinter.

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video