Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
§3.2 Metalen en zouten
§3.2 Metalen en zouten
Hoofdstuk 3 Stoffen en deeltjes
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
§3.2 Metalen en zouten
Hoofdstuk 3 Stoffen en deeltjes
Slide 1 - Tekstslide
Fluor staat in het PS in groep 17.
Tot welke groep stoffen behoort fluor?
A
edelgassen
B
halogenen
C
aardalkalimetalen
D
metaloiden
Slide 2 - Quizvraag
In welke groep van het periodiek systeem staat het element nikkel?
Slide 3 - Open vraag
Welke deeltjes hebben hetzelfde atoomnummer?
A
Alle drie
B
Alleen 1 en 2
C
Alleen 1 en 3
D
Alleen 2 en 3
Slide 4 - Quizvraag
Waarom zijn atomen elektrisch neutraal?
A
omdat er evenveel elektronen als neutronen in aanwezig zijn
B
omdat er evenveel protonen als elektronen in aanwezig zijn
C
omdat er evenveel protonen als neutronen in aanwezig zijn
D
omdat er geen geladen deeltjes in aanwezig zijn
Slide 5 - Quizvraag
De kern van een deeltje bestaat uit 9 protonen en 10 neutronen.
Wat is juist?
A
De atoommassa van dit deeltje is 9 g.
B
De atoommassa van dit deeltje is 9 u.
C
De atoommassa van dit deeltje is 19 g.
D
De atoommassa van dit deeltje is 19 u.
Slide 6 - Quizvraag
Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
metalen op mico- en macroniveau beschrijven.
uitleggen wat corrosie is.
het verschil tussen edele en onedele metalen benoemen
drie edele en onedele metalen benoemen
op microniveau verklaren waarom legeringen andere eigenschappen hebben dan zuivere metalen.
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 7 - Tekstslide
Alle stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.
A
Juist
B
Onjuist
C
Uuh.. wat zijn moleculen..?
Slide 8 - Quizvraag
Stoffenschema
glanzen/glimmen als ze gepolijst zijn
zijn gemakkelijk te vervormen (bij een hoge temperatuur)
geleiden warmte en elektriciteit goed
zijn vast bij kamertemperatuur (behalve Hg)
zijn herwinbaar
hebben (meestal) een hoog smelt- en kookpunt
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Tekst
metalen
zouten
moleculaire stoffen
Slide 9 - Tekstslide
Eigenschappen van metalen
Alle metalen:
glanzen/glimmen als ze gepolijst zijn
zijn gemakkelijk te vervormen (bij een hoge temperatuur)
geleiden warmte en elektriciteit goed
zijn vast bij kamertemperatuur (behalve Hg)
zijn herwinbaar
hebben (meestal) een hoog smelt- en kookpunt
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 10 - Tekstslide
Metalen
In een metaal zijn geen groepjes van atomen aan te wijzen die samen één deeltje vormen.
Metalen zijn dus geen moleculen!
Metalen zijn opgebouwd uit positieve metaal-atoomresten waartussen vrije elektronen voorkomen.
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 11 - Tekstslide
Metalen
In een metaal zijn geen groepjes van atomen aan te wijzen die samen één deeltje vormen.
Metalen zijn dus geen moleculen!
Metalen zijn opgebouwd uit positieve metaal-atoomresten waartussen vrije elektronen voorkomen.
Metalen zitten in een metaalrooster.
De elektronen kunnen ´vrij´ bewegen
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 12 - Tekstslide
Wanneer koper reageert met de omgeving noem je dat ´roesten´
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Corrosie
De meeste metalen reageren gemakkelijk met stoffen uit de lucht en worden erdoor aangetast. Die aantasting noem je
corrosie
corrosie van Cu corrosie van Zn corrosie (roesten) van Fe
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 14 - Tekstslide
Aantasting van metalen
Wanneer er bij koper corrosie optreed, ontstaat de stof koperoxide.
Koperoxide is groen
Koperoxide is echter wel luchtdicht. Koperoxide
beschermt koper tegen verdere corrosie
Dit gebeurt ook bij de metalen: Al, Sn, Cr en Zn.
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 15 - Tekstslide
Edelheid
De metalen kunnen we onderverdelen in 3 soorten metalen:
Edelmetalen
Onedele metalen
Zeer onedele metalen
Hoe onedeler het metaal,
hoe gevoeliger het is voor
corrosie
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Een muntstuk, deurknop en een waterkraan zijn gemaakt van metalen. Toch zijn deze metalen niet buigzaam. Hoe kan dit?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Video
Legeringen
Mengsels van samengesmolten metalen heten
legeringen
of
alliages
Legeringen hebben andere eigenschappen dan de zuivere metalen
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 20 - Tekstslide
Een ijzeren hek wordt behandeld met een dun laagje koper.
Leg uit of dit een legering is
Slide 21 - Open vraag
Doelen
Als het goed is kan ik nu:
metalen op mico- en macroniveau beschrijven.
uitleggen wat corrosie is.
het verschil tussen edele en onedele metalen benoemen
drie edele en onedele metalen benoemen
op microniveau verklaren waarom legeringen andere eigenschappen hebben dan zuivere metalen.
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 22 - Tekstslide
Hoeveel doelen beheers jij?
0
5
Slide 23 - Poll
Opdracht
Neem de volgende vragen over in je schrift en beantwoord deze:
Hoe zien metalen er op microniveau uit?
Hoe zien metalen er op macroniveau uit?
Wat is corrosie?
Wat is het verschil tussen edele en onedele metalen?
Wat is een legering?
Waarom hebben legeringen andere eigenschappen dan zuivere metalen?
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 24 - Tekstslide
Aan de slag!
Lezen
§3.2 (blz. 119 t/m 123) (tot zouten)
Maken
Opdrachten §3.2 (1 - 3b - 4 - 5)
Succes
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 25 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
zouten op micro- en macroniveau beschrijven.
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 26 - Tekstslide
d
d
Metalen
Metalen zijn vast bij kamertemperatuur (met uitzondering van Hg)
Bestaan uit positieve atoomkernen waartussen vrij elektronen bewegen
Metaalbinding
Metaalrooster
Geleiden stroom in de vaste en vloeibare fase
Zouten
zouten zijn vast bij kamertemperatuur
Bestaan uit positieve metaal en negatieve niet-metaal ionen
Ionbinding
Ionrooster
Geleiden stroom in de vloeibare fase
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 27 - Tekstslide
Zouten
Zouten zijn in de vaste fase opgebouwd uit ionen.
Een ion is een atoom met een lading.
Een ion ontstaat doordat het aantal p
+
niet gelijk
is aan het aantal e
-
Voorbeeld:
Keukenzout bestaat uit Na
+
en Cl
-
Kalksteen bestaat uit Ca
2+
en CO
3
2-
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht
1. Teken het aantal protonen en elektronen van een natrium atoom en van een natrium ion (lading +1)
2. Geef aan hoeveel protonen en elektronen voorkomen in Mg
2+
3. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen komen voor in een
35
Cl
-
ion?
Hoofdstuk 3 Bouw van stoffen
§3.2 Metalen en zouten
Antwoord vraag 2
Magnesium heeft atoomnummer 12
Protonen = 12
De lading is 2+ dus zijn er (12-2) 10 elektronen
Antwoord vraag 3
Cl heeft atoommummer 17
Protonen = 17
Massagetal = 35
Neutronen = massagetal - protonen (35 - 17) 18
De lading is 1- dus zijn er (17 + 1) 18 elektronen
Slide 29 - Tekstslide