Landstede Groep

Groepsbetoog T3 p2

Groepsbetoog T3


Doel: oefenen spreekvaardigheid, voor een publiek staan praten, argumenten opstellen, publiek overtuigen.


Tijd: Je krijgt voor deze opdracht 3 lesuren de tijd. Heb je het niet af binnen deze 3 lesuren, dan moet je er thuis verder aan werken.


Samenwerken: Je kiest 3 of 4 andere leerlingen uit met wie je het betoog wilt houden.


Inleveren: Het betoog hoef je niet in te leveren.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Groepsbetoog T3


Doel: oefenen spreekvaardigheid, voor een publiek staan praten, argumenten opstellen, publiek overtuigen.


Tijd: Je krijgt voor deze opdracht 3 lesuren de tijd. Heb je het niet af binnen deze 3 lesuren, dan moet je er thuis verder aan werken.


Samenwerken: Je kiest 3 of 4 andere leerlingen uit met wie je het betoog wilt houden.


Inleveren: Het betoog hoef je niet in te leveren.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe word je beoordeeld?

- Je krijgt per individu een cijfer.

- Het gaat om jouw argumenten.

- Het gaat om de verstaanbaarheid.

- Of je serieus voor de klas staat.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen? Les 1

- Maak zelf groepjes van 3 of 4 leerlingen, dit groepje kan niet meer worden gewijzigd.

- Per groepje kiest iemand een stelling bij de docent.

- Op een leeg A-4 papier schrijft iedereen op wat hij/zij weet over het onderwerp. Een soort woordweb.

- Vervolgens gaan jullie op zoek naar informatie op internet over het onderwerp. Sla de bronnen op!!! Deze heb je de volgende les weer nodig.

- Bedenk goed of je voor of tegen de stelling bent.

Slide 3 - Tekstslide

Les 2

- Je hebt nu per groepje informatie verzameld over jullie onderwerp.

- Je gaat nu per groepje in gesprek over welke argumenten je vind passen bij het onderwerp. Waarom zou je tegen zijn of waarom juist voor?

- Schrijf alles wat je zegt op, dit kan je alleen maar helpen.

- Wat is een sterk argument?

  • Je vat jouw argument samen in één zin
  • Vervolgens leg je jouw argument uit. Waarom klopt je argument? Waarom is jouw argument belangrijk?
  • Geef een voorbeeld of een feit.

- Ben je voor? Dan moet uit jouw argument ook blijken dat je voor bent.

- Ben je tegen? Dan moet je ook echt tegen de stelling zijn

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld argument

Stelling: Schooluniformen moeten worden verplicht

Korte zin: Het gebruik van een schooluniform leidt tot minder pesten.

Uitleg: Een aanleiding voor pesten is vaak dat iemand er anders uitziet. Met een schooluniform ziet iedereen er echter hetzelfde uit en valt die aanleiding weg. Dat is belangrijk, want pesten heeft grote en nare gevolgen.

Voorbeeld: Zo is bekend dat pesten kan leiden tot depressie en verslavingsproblemen.


Slide 5 - Tekstslide

Bouwplan schrijven

- Maak met jouw groepje een soort bouwplan.

- Wie is voor de stelling? Wie is er tegen?

- In jullie groepje heb je altijd voor- en tegenstanders.

- Als jullie dit hebben gedaan, schrijf je samen een inleiding voor jullie groepsbetoog.

- Inleiding kan zijn: anekdote of een voorbeeld. Je eindigt de inleiding altijd met het noemen van de stelling.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Les 4. Het betoog houden

- Het groepje moet compleet zijn. Is iemand afwezig, dan moet je het betoog houden tijdens de eerst volgende les.

- Jullie gaan samen voor de klas staan.

- Wie vertelt de inleiding?

- Je mag een spiekbriefje gebruiken.

- Blijf stilstaan, kijk de klas rond, praat duidelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Beoordeling

- Leerling staat stil

- Leerling kijkt de klas rond

- Leerling praat duidelijk

- Het is een goed argument

- Het argument past bij de stelling


Per onderdeel max 2 punten. Totaal 10 punten : 2 = cijfer

Slide 9 - Tekstslide

Stellingen

- Iedereen moet orgaandonor worden.

- Alcohol moet worden toegestaan voor jongeren vanaf 16 jaar.

- Sociale media hebben een slechte invloed op jongeren.

- Mensen die ongezond leven, moeten meer premie betalen voor hun ziektekostenverzekering.

- Er moet een algeheel verbod komen op roken.

- Alle make-up moet dierproefvrij zijn.


Per klas mag je een stelling maar één keer 'uitgeven", dan krijg je verschillende betogen.

Slide 10 - Tekstslide