Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Oefentoets Grammatik Kapitel 1 Lektion 1-4
Oefentoets Grammatik
Kapitel 1
Grammatik A: voltooide tijd
Grammatik B: haben/sein/werden tegenwoordige tijd
Grammatik C: getallen
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Oefentoets Grammatik
Kapitel 1
Grammatik A: voltooide tijd
Grammatik B: haben/sein/werden tegenwoordige tijd
Grammatik C: getallen
Slide 1 - Tekstslide
Voor je begint...
Bestudeer de grammatica goed!
Slide 2 - Tekstslide
Aufgabe A
Ergänze das Partizip II (= voltooid deelwoord) von den Verben. Schau dir das Beispiel an!
(sprechen) Petra
hat
Mike heute Morgen
gesprochen.
Slide 3 - Tekstslide
(nehmen)
Jonathan ........ sich noch ein zweites Stück Kuchen ....................................
Vul in: heeft genomen (auf Deutsch)
Slide 4 - Open vraag
(schwimmen)
Du ........... 1 Kilometer .....................?
Slide 5 - Open vraag
(studieren)
Sein Bruder Maik ...... in Dresden Medizin ...................................
Slide 6 - Open vraag
(gehen)
Warum ..... ihr gestern nicht in die Schule ...................................?
Slide 7 - Open vraag
(mieten)
Max und Emmy ......... ein Zimmer ...........
Slide 8 - Open vraag
(wohnen)
Ich ........ ein Jahr in Münster ................
Slide 9 - Open vraag
Aufgabe B
Lies die Sätze. Ergänze das Verb im Präsens (= de tegenwoordige tijd).
Slide 10 - Tekstslide
(haben)
Ich ................................... morgen Geburtstag.
Slide 11 - Open vraag
(werden)
.............. du nächste Woche rechtzeitig da sein?
Slide 12 - Open vraag
(haben)
Ihr .............. keine Zeit.
Slide 13 - Open vraag
(werden)
Tom ............... seine Hausaufgaben machen.
Slide 14 - Open vraag
(sein)
Ihr ............ in Urlaub gefahren.
Slide 15 - Open vraag
(werden)
Wir ............. eine Präsentation vorbereiten.
Slide 16 - Open vraag
Aufgabe C1
Ergänze die Zahlen als Wort.
Slide 17 - Tekstslide
64
Slide 18 - Open vraag
17
Slide 19 - Open vraag
333
Slide 20 - Open vraag
98
Slide 21 - Open vraag
Aufgabe C2
Schreibe die richtigen Uhrzeiten auf.
Slide 22 - Tekstslide
14.45
(je mag de getallen als cijfer noteren, bijv. 3)
Slide 23 - Open vraag
14.30
Slide 24 - Open vraag
10.05
Slide 25 - Open vraag
10.00
Slide 26 - Open vraag
Oefentoets Grammatik
Kapitel 1
Grammatik A: voltooide tijd
Grammatik B: haben/sein/werden tegenwoordige tijd
Grammatik C: getallen en kloktijden
Slide 27 - Tekstslide
Dit was hem....
Kijk eens terug. Welke onderdelen gingen goed en welke onderdelen waren moeilijk? Schrijf op.
Slide 28 - Open vraag
En hoe zorg je ervoor dat de moeilijke onderdelen op de echte toets beter gaan?
A
Oefenen met NaKlar Versterk jezelf
B
Oefenen door grammatica-oefeningen te zoeken via Google
C
Grammatica doorlezen en uitleggen aan een (denkbeeldige) ander
D
Anders
Slide 29 - Quizvraag
Tot slot: heb je nog vragen?
Slide 30 - Open vraag