Landstede Groep

Les 5 12.3 Voedselvertering [les 2]

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze LessonUp

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk donderdag 23 november
Maken + nakijken basiskennisvragen 12.2 (nog lang niet iedereen heeft dit gedaan)

Samenvatting/begrippenlijst 12.3 deze LessonUp maken
Huiswerk voor deze les:
Samenvatting vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Deze les:



- Terugblik vorige les
- Uitleg 12.3 deel 2
- Zelfstandig werken

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling.
Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 5 - Sleepvraag

Herhaling. Welke voedingsstof kan niet direct door de dunne darmwand worden opgenomen?
A
Glucose
B
Vitaminen
C
Mineralen
D
Eiwitten

Slide 6 - Quizvraag

Herhaling. Een enzym eindigt (vrijwel) altijd op de volgende drie letters.
A
- ase
B
- ose
C
- ese
D
- ise

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoel

Je kent de vertering van voedingsstoffen in het verteringsstelsel t/m de dunne darm


Je hebt hiervoor je BiNaS nodig + de infographic van paragraaf 12.3. Pak deze er allebei bij.


Slide 8 - Tekstslide

De maag
Voegt maagsap en maagzuur toe

Maagsap bevat enzymen die eiwitten verteren

De maagportier laat gedeeltes van de voedselbrij af en toe door

Slide 9 - Tekstslide

Maagportier
De kringspier tussen de maag en de darmen. (nummer 3 afb.)

Twaalfvingerige darm = eerste stukje darm na de maag (12 duim/ 30cm lang)

Gaat open als eten ertegen duwt. 
Gaat daarna pas weer open als de zure brei minder zuur is geworden door het alvleessap wat er in de 12-v darm bij komt. (ongeveer 10 min)

Slide 10 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
Hier komt de voedselbrij vanuit de maag:

Lever produceert gal. Galblaas slaat gal op.
Gal emulgeert vetten

Alvleesklier produceert alvleessap 
Alvleessap verteert eiwitten + vetten + koolhydraten

Alvleessap neutraliseert de lage pH die mee is gekomen met de voedselbrij vanuit de maag

Slide 11 - Tekstslide

De lever produceert gal. De galblaas slaat dit op.

Een emulgator is een stof die helpt bij het mengen van twee stoffen die normaal gesproken niet of moeilijk mengbaar zijn.

Water en vetten mengen niet of nauwelijks. Gal zorgt ervoor dat dit wel gebeurt. Hierdoor treedt er oppervlaktevergroting op. Enzymen kunnen vervolgens in gaan werken op vetten.


Gal emulgeert vetten

Slide 12 - Tekstslide

Dunne darm
Dunne darm produceert darmsap
Darmsap maakt de vertering van eiwitten en koolhydraten af

Dunne darm: opnemen verteringsproducten. Deze producten gaan vervolgens het bloed in en naar de lever.

Slide 13 - Tekstslide

plooingen op cel, weefsel en orgaanniveau. microvilli, darmvlokken/villi, darmplooien.
Leg uit waarom?

Slide 14 - Tekstslide

Opname in de dunne darm
Alle verteringsproducten worden via actief transport opgenomen en komen in de bloedvaten. Deze bloedvaten gaan vervolgens via de poortader naar de lever.

Uitzondering zijn verteringsproducten van vetten (glycerol & vetzuren). Deze worden opgenomen door lymfevaten. Hierin worden deze producten nog verder verwerkt voordat ze later bij de schouder in het bloedvatenstelsel komen. 

Slide 15 - Tekstslide

dikke darm
Bevat je darmflora (bacteriën)

Bacteriën verteren sommige onverteerbare voedselresten. Hierbij komt o.a. vitamine K vrij.

In de dikke darm wordt het overige water opgenomen in het bloed


Slide 16 - Tekstslide

Waar in het maag-darmkanaal komen de sappen uit deze klieren bij de voedselbrij?

Noteer ze onder elkaar.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Er zijn drie typenkoolhydraten.
a. benoem deze drie typen
b. welke twee moeten er eerst verteerd worden voordat ze kunnen worden opgenomen in de darmwand?

Slide 22 - Open vraag

a. Welk enzym wordt geproduceerd door de speekselklieren?
b. Op welke koolhydraten werkt dit enzym?
c. Zijn dit mono-, di- of polysachariden?

Slide 23 - Open vraag

De maagwand is sterk gespierd en trekt de hele tijd samen als er voedselbrij in zit. Hoe heet deze vorm van vertering? (T1)
A
Chemische vertering
B
Mechanische vertering
C
Chemische & mechanische vertering

Slide 24 - Quizvraag

In de maag worden eiwitten verteerd. Tot wat? (R)

Slide 25 - Open vraag

Cellen in de maagwand horen bij de snelst delende cellen in je lichaam. Na 3 dagen is in principe de gehele maagwand al ververst. Leg uit waarom deze cellen zich zo snel moeten delen. (T2)


Slide 26 - Open vraag

Een tekort aan maagsapproductie kan leiden tot bloedarmoede. Leg dit uit (T2)

Slide 27 - Open vraag

Produceert de twaalfvingerige darm zelf enzymen?
A
Ja
B
Nee
C
Hangt van de voedingsstoffen af

Slide 28 - Quizvraag

a. Welke vijf enzymen worden toegevoegd aan de twaalfvingerige darm door het alvleessap?
b. Wat valt op aan de pH van deze enzymen?

Slide 29 - Open vraag

Welk molecuul wordt in de twaalfvingerige darm toegevoegd waardoor de pH omhoog gaat om de ideale omstandigheden voor de verteringsenzymen te creëren?

Slide 30 - Open vraag

Zal peptase nog werken als het in de twaalfvingerige darm is aangekomen? Leg uit. (T1)

Slide 31 - Open vraag

Bij baby's wordt lipase niet geproduceerd in de alvleesklier. Waar dan wel? (T1)

Slide 32 - Open vraag

Als je handen vet zijn van bijvoorbeeld boter dan heeft handen wassen met water weinig zin. Met zeep wassen wel. Is zeep een emulgator?
A
Ja
B
Nee
C
Dat is niet te bepalen

Slide 33 - Quizvraag

Is gal een enzym?

Slide 34 - Open vraag

Nadat gal vetten heeft ge-emulgeert, kan het verteerd worden.
a) Door welk enzym?
b) Wat zijn de producten?

Slide 35 - Open vraag

1) Wat zijn de eindproducten van het verteren van DNA? (T1)
2) Waar worden de enzymen gemaakt die DNA verteren? (T1)

Slide 36 - Open vraag

Bij de overgang van de slokdarm naar de maag verandert de pH van ongeveer 7 naar ongeveer 2. Dit wordt veroorzaakt door:
A
het splitsen van moleculen in het voedsel, waardoor er zuurgroepen ontstaan
B
de maagsapklieren die HCl afscheiden in de maagholte
C
bacteriën die zuren afscheiden

Slide 37 - Quizvraag

Bij de overgang van de maag naar de twaalfvingerige darm verandert de pH van ongeveer 2 naar ongeveer 8. Dit wordt veroorzaakt door:
A
het splitsen van moleculen in het voedsel, waardoor er basische groepen ontstaan.
B
de alvleesklier die HCO3 afscheidt, waardoor de zure maaginhoud wordt geneutraliseerd.
C
de gal die zuur bindt.
D
de vetten die gesplitst worden waardoor er heel veel vetzuren ontstaan die zorgen voor een hoge pH.

Slide 38 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Gal bevat verteringsenzymen.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Gal wordt geproduceerd in de lever.
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Waar in je lichaam verteer je koolhydraten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 41 - Sleepvraag

Waar in je lichaam verteer je eiwitten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 42 - Sleepvraag

Waar in je lichaam verteer je vetten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 43 - Sleepvraag

Slide 44 - Link

Bij verteren hoort het dissimileren van voedingsstoffen. Wat is de tweede belangrijke stap bij verteren?

Slide 45 - Open vraag

Bij de opname van verteringsproducten is energie nodig. Wat voor soort transport zal het zijn?
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport

Slide 46 - Quizvraag

De opname van water vormt de uitzondering op de vorige vraag. Op welke manier zal water worden opgenomen?
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport

Slide 47 - Quizvraag

Redeneer waar het fout gaat in het lichaam als je diarree hebt. Leg uit wat er dan niet (genoeg) gebeurt.

Slide 48 - Open vraag

Verwerkingsvragen
12.3 af

Normale oefentoets:
https://biologiepagina.nl/Toetsen/verteringbb/vertering.htm
Uitdagend:
https://biologiepagina.nl/Toetsen/verteringbb/vertering.htm

 

Slide 49 - Tekstslide