Landstede Groep

atlasvaardigheden

1 / 26
volgende
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 1
Aan het einde van deze les kan je:
  • 4 verschillende soorten kaarten benoemen 
staatkundige overzichtskaart, natuurkundige overzichtskaart, thematische kaart, topografische kaart.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 1
  • Uitleggen wat kaartanalyse is.
  • Alle informatie uit een kaart halen. legenda lezen. Waar ligt dit gebied? Wat geeft de kaart precies aan? Wat zegt deze kaart ?

  • Kan je kaarten analyseren, door patronen en relaties te leggen tussen twee kaarten.
  • Verbanden/relaties en patronen herkennen. binnen een kaart of tussen twee kaarten. voordat je een patroon kan zien. moet je eerst de kaart goed lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atlasvaardigheden
GB 54

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet jouw omgeving eruit? (+Opdracht)
timer
10:00
Maak een "Mental Map"

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 soorten kaarten in een Atlas

1) Natuurkundige overzichtskaart


2) Staatkundige overzichtskaart


3) Thematische kaart


4) Topografische kaart 




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting: Soorten kaarten
Overzichtskaart: 
staatkundige overzichtskaart: vooral grenzen van landen.
natuurkundige overzichtskaart:
landschap
Thematische kaart 
één onderwerp
Topografische kaart:
klein gebied, veel details



Thematische kaart
Natuurkundige kaart
Staatkundige kaart
topogafische kaart

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebiedskenmerken
Fysische geografie
Sociale geografie
De natuurlijke omgeving (fysisch milieu) met kenmerken als klimaat, reliëf, grondsoorten en plantengroei.
Het ingerichte landschap met menselijke kenmerken als bebouwing, bodemgebruik, infrastructuur en bevolkingsspreiding.

Slide 8 - Tekstslide

► Gebiedskenmerken kun je indelen in twee groepen.

● De natuurlijke omgeving (fysisch milieu) met kenmerken als klimaat, reliëf, grondsoorten en plantengroei.

● Het ingerichte landschap met menselijke kenmerken als bebouwing, bodemgebruik, infrastructuur en bevolkingsspreiding.

Dit is een...
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kaart hiernaast is een voorbeeld van een:
A
Plattegrond
B
Thematische Kaart
C
Staatkundige overzichtskaart
D
Natuurkundige overzichtskaart

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een:
A
Staatkundige Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Topografische kaart
D
Natuurkundige overzichtskaart

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kaart zie je hier?
A
natuurkundige overzichtskaart
B
staatkundige overzichtskaart
C
thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.    Staatkundige overzichtskaarten: hierbij heeft ieder land (soms elke provincie) een eigen kleur.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.    Natuurkundige overzichtskaarten:
-    De kleuren op deze kaarten geven de landschapshoogte weer. Bovenaan de kaart staat een balkje met kleurtjes en getallen. ‘0’ betekend op zeeniveau (of N.A.P.). Alle kleuren die bij de min (-) staan zijn onder zeeniveau en alle die bij de plus (+) staan, zijn boven zeeniveau.
-    Om je te oriënteren staan landsgrenzen en sommige plaatsnamen aangegeven

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pak je het aan?
stap 1: bekijk de titel van de kaart
stap 2: wat voor soort kaart is het?
stap 3: wat betekenen kleuren, icoontjes, lijnen grafieken etc. op de kaart? Lees de legenda! zorg dat je weer wat de kaart vertelt.
Stap 4: Zoek patronen en verbanden. wat komt overeen? Of wat zeggen deze kaarten van elkaar? heb je twee kaarten? herhaal stap 1 tot 3 bij de tweede kaart.
stap 5: vind het juiste verband of patroon.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaart 1
Kaart 2

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gingen kaart 1 en 2 over?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kaart 1
kaart 2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gingen kaart 1 en 2 over?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kaart 1
kaart 2

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gingen kaart 1 en 2 over?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek wedstrijd!
  • Zoek in tweetallen de plaatsen hieronder op. Schrijf per plaats op in welk land het ligt en op welke bladzijde je het kan vinden. Het duo die het snelst is, wint! 
    De plaatsen: 
    Kaapstad
    Mumbai
    Kyoto
    Miami
    Rio de Janeiro
    Kopenhagen
    Gramsbergen
    Castricum
    Sion (Zwitserland)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 1
Aan het einde van deze les kan je:
  • 4 verschillende soorten kaarten benoemen 
staatkundige overzichtskaart, natuurkundige overzichtskaart, thematische kaart, topografische kaart.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 1
  • Uitleggen wat kaartanalyse is.
  • Alle informatie uit een kaart halen. legenda lezen. Waar ligt dit gebied? Wat geeft de kaart precies aan? Wat zegt deze kaart ?

  • Kan je kaarten analyseren, door patronen en relaties te leggen tussen twee kaarten.
  • Verbanden/relaties en patronen herkennen. binnen een kaart of tussen twee kaarten. voordat je een patroon kan zien. moet je eerst de kaart goed lezen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies