Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Woordenboek gebruik
Het woordenboek
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het woordenboek
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kom je achter de betekenis van onbekende woorden?
Slide 3 - Woordweb
a) Normale
b) Rare
c) Rommelig
Slide 4 - Tekstslide
Welke is juist?
A
normale
B
rare
C
rommelig
Slide 5 - Quizvraag
a) troebel
b) bodemloos
c) helder
Slide 6 - Tekstslide
Welke is juist?
A
troebel
B
bodemloos
C
helder
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Hoe gebruik je een woordenboek??
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
De woorden staan op alfabetische volgorde.
Dit geldt niet alleen voor de eerste letter maar ook voor de letters erna!
Beautiful staat eerder in het woordenboek dan because, want de a komt voor de c.
Slide 11 - Tekstslide
Zorg dat je zelf al weet wat voor soort woord je op gaat zoeken (ww, zn, bnw)
Bij een woord met meerdere betekenissen is dit zeer belangrijke informatie!
Slide 12 - Tekstslide
Kies nooit zomaar voor de eerste betekenis, maar lees de mogelijkheden even door!
Kies bij de volgende vragen elke keer wat voor een SOORT woord het is.
(werkwoord, zelfstandig naamwoord etc.)
Slide 13 - Tekstslide
Wat voor soort woord is: followed?
The man followed me down the street.
A
zeldtandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor soort woord is: phone?
Can you please hand me my phone?
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Quizvraag
Wat voor soort woord is: phone?
Can I phone my mum, please?
A
zlefstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor soort woord is: terrible?
Susan is a terrible singer.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Quizvraag
Niet alles staat in het woordoenboek!
Slide 18 - Tekstslide
De volgende soorten woorden staan (bijna) nooit in het woordenboek...
- Woorden die eindigen op
–ing
.
Opzoeken bij het woord zonder –ing, de betekenis is hetzelfde (working - work)
Slide 19 - Tekstslide
De volgende soorten woorden staan (bijna) nooit in het woordenboek...
- Woorden die eindigen op
–ed
. Opzoeken bij het woord zonder –ed, de betekenis verleden tijd maken (worked - work)
NB: onregelmatige werkwoorden staan vaak wel in het woordenboek, maar voor de betekenis word je verwezen naar het hele werkwoord (became - zie become)
Slide 20 - Tekstslide
- Woorden die eindigen op
–ly
.
Opzoeken bij het woord zonder –ly (een bnw), de betekenis is ongeveer hetzelfde alleen nu als bijwoord (stupidly - stupid)
Slide 21 - Tekstslide
Als laatste zijn er nog 2 soorten woorden die eindigen op
–s
of
–es
die nooit in het woordenboek staan:
- meervouden (zn).
Opzoeken bij het woord zonder –s/-es en er meervoud van maken (computers - computer)
- 3e persoon enkelvoud (ww). Dit is de –s van de shit-regel! Opzoeken bij het woord zonder –s/-es (works - work)
Slide 22 - Tekstslide
Stam van het woord
It was
extremely
cold outside. > stam = extreme
She
loved
her new phone. > stam = love
That is
unfair
. > stam = fair
They are
talking
too much. > stam = talk
We
went
home after class > stam = go
Slide 23 - Tekstslide
Wat is de stam van het volgende woord:
considered
Slide 24 - Open vraag
Wat is de stam van het volgende woord:
impossible
Slide 25 - Open vraag
Wat is de stam van het volgende woord:
overcook
Slide 26 - Open vraag
Wat is de stam van het volgende woord:
accurately
Slide 27 - Open vraag
Wat is de stam van het volgende woord:
speaking
Slide 28 - Open vraag
Hoe 'lees' je een woordenboek.
Het woord dat je moet opzoeken.
De uitspraak van het woord.
Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoor.
Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt.
Slide 29 - Tekstslide
Zoek de betekenis op van het woord:
massively
Slide 30 - Open vraag
Zoek de betekenis op van het woord:
Ludicrously
Slide 31 - Open vraag
Zoek de betekenis op van het woord:
clamp down
Slide 32 - Open vraag
Zoek de betekenis op van het woord:
to provide
Slide 33 - Open vraag
Zoek de betekenis op van het woord:
punished
Slide 34 - Open vraag
Zoek de betekenis op van het woord:
pavement
Slide 35 - Open vraag
Zoek de betekenis op van het woord:
destination
Slide 36 - Open vraag