Formatieve toets hoofdstuk 1 a
1 / 28
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
ROOK
NEVEL
SCHUIM
VASTE STOF
GAS
GAS
GAS
VLOEISTOF
VLOEISTOF
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is letterlijke betekenis van dit gevaren symbool?
A
Brandbaar
B
Ontvlambaar
C
Irriterend
D
Explosief
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
Slide 5 - Open vraag
In een pot jam zit 150 gram. Daarvan is 49 gram suiker. Bereken het massa% suiker in de pot.
Slide 6 - Open vraag
In een oplossing van water en ranja is 7 % ranja. Hoeveel ranja zit er in een glas van 350 ml?
A
24,5
B
2,45 ml
C
24,5 ml
D
245 cl
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel kg is 25 g?
A
0,025 kg
B
0,250 kg
C
0,0025 kg
D
2,5 kg
Slide 8 - Quizvraag
Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof
Slide 9 - Sleepvraag
Elke stof heeft een aantal stofeigenschappen die voor die stof uniek zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Stoffen kunnen niet dezelfde stofeigenschappen hebben.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Leg uit of dichtheid een stof eigenschap is.
Slide 12 - Open vraag
Is dit een mengsel of
zuivere stof?
zuivere stof?
A
mengsel
B
zuivere stof
C
niet te zeggen
Slide 13 - Quizvraag
mengsel of
zuivere stof?
zuivere stof?
A
mengsel
B
zuiver stof
C
niet te zeggen
Slide 14 - Quizvraag
Welke diagram laat een smeltpunt zien?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noem je een stof die een andere stof aantoont?
Slide 16 - Open vraag
WELKE STOFEIGENSCHAP VAN ZOUT BLIJFT IN EEN OPLOSSING VAN WATER EN ZOUT AANWEZIG?
A
KLEUR
B
GEUR
C
SMAAK
D
KOOKPUNT
Slide 17 - Quizvraag
Homogeen
Heterogeen
suspensie
emulsie
oplossing
nevel
rook
schuim
legering
lucht
Slide 18 - Sleepvraag
Een nevel bestaat uit....
A
vaste stof in vloeistof
B
vloeistof in gas
C
gas in vloeistof
D
vaste stof in gas
Slide 19 - Quizvraag
Een zwembad is 0,80 m diep, 2 meter breed en 3 meter lang. Hij zit helemaal tot de rand gevuld met water. In dat water zit ook 1,5 liter chloor. Wat is het volume percentage chloor in dit water?
Slide 20 - Open vraag
Mads en Tigo hebben het over mengsels.
Mads zegt: Een suspensie heeft altijd een kleur en is troebel.
Tigo zegt: Een emulsie kan kleurloos zijn maar is wel altijd troebel.
Wie heeft er gelijk?
Mads zegt: Een suspensie heeft altijd een kleur en is troebel.
Tigo zegt: Een emulsie kan kleurloos zijn maar is wel altijd troebel.
Wie heeft er gelijk?
A
Mads
B
Tigo
C
Mads & Tigo
D
Geen van beiden
Slide 21 - Quizvraag
Hoe noem je een mengsel van metalen?
Slide 22 - Open vraag
De lengte meet je met een ....
A
Liniaal
B
Balans
C
Thermometer
D
Maatcilinder
Slide 23 - Quizvraag
Het volume meet je met een ....
A
Liniaal
B
Balans
C
Thermometer
D
Maatcilinder
Slide 24 - Quizvraag
1
bekerglas
2
reageerbuis
3
trechter
4
maatcilinder
5
erlenmeyer
Sleep de nummer bij het glaswerk naar de juiste naam.
1
2
3
4
5
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Tekstslide
Hoe ging het? Waar heb je nog moeite mee?