Landstede Groep

Bruisweek: Wat doe jij met je geld?

Wat doe jij met je geld?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesEconomie+5MBOMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3-6Studiejaar 3,4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Op steeds jongere leeftijd beginnen mensen met beleggen in aandelen of speculeren in aandelen en crypto’s. Jongeren zien dit vaak als een snelle manier om veel geld te verdienen. Beleggen kan op de lange termijn verstandig zijn, maar er zitten ook risico’s aan vast. Om geldproblemen te voorkomen, is het belangrijk dat jongeren zich bewust zijn van de mogelijke risico’s. Met deze les kun je beleggen en speculeren op een interactieve manier bespreekbaar te maken. Deze les is ontwikkeld door Diversion in samenwerking met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in het kader van de Week van het geld.

Instructies

Een uitgebreide lesinstructie met toelichting vindt u in de bijlage hiernaast.


Onderdelen in deze les

Wat doe jij met je geld?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Groepjes maken
  • Introductie & stellingenspel
  • Theorie
  • Wie van de drie? (sparen, beleggen of speculeren)
  • Casus

Slide 2 - Tekstslide

Doelstellingen
Aan het einde van deze les: 
  • weet je wat het verschil is tussen sparen, beleggen en speculeren en wat de risico's zijn;
  • snap je waar je op moet letten als je gaat beleggen;
  • weet je wat het verschil is tussen een aandeel en een cryptomunt.

Slide 3 - Tekstslide

Stellingenspel
Staan = eens
Zitten = oneens

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
Sparen
Sparen is je geld niet nu uitgeven, maar opzij houden voor later. Wanneer je je loon of zakgeld niet helemaal gebruikt, en wat geld aan de kant houdt, dan ben je aan het sparen. 

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Sparen

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Beleggen

Slide 7 - Tekstslide

Theorie
Beleggen
Bij beleggen investeer je jouw geld - bijvoorbeeld in aandelen- met het idee dat die belegging in de toekomst meer geld waard wordt, of dat het tussendoor geld oplevert.

Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Speculeren

Slide 9 - Tekstslide

Theorie
Speculeren
Speculeren is een vorm van beleggen, waarbij je iets koopt - zoals aandelen of cryptomunten - in de hoop het op korte termijn voor meer geld te kunnen verkopen.

Slide 10 - Tekstslide

Theorie
Aandeel

Slide 11 - Tekstslide

Theorie
Aandeel
Een aandeel is een klein stukje van een bedrijf. Draait de onderneming goed, dan wordt je aandeel meer waard, draait het slecht dan daalt de waarde. Ook kan je als het goed gaat met het bedrijf elk jaar een stukje van de winst ontvangen: dividend

Slide 12 - Tekstslide

Theorie
Crypto

Slide 13 - Tekstslide

Theorie
Crypto
Crypto's zijn digitale munten die niet worden uitgegeven door banken of landen. De enige manier om geld te verdienen aan cryptomunten is door ze te verkopen voor meer dan je ze hebt gekocht. 

Slide 14 - Tekstslide

Theorie
Sparen:
Geld opzij zetten, rente
Beleggen:
Investeren, aandelen, lange termijn
Speculeren:
Winst door verkopen, korte termijn
Aandeel:
Stukje van bedrijf, dividend (winst)
Crypto
Digitale munt, winst door verkopen

Slide 15 - Tekstslide

Gouden bergen... Waar dan?

Slide 16 - Tekstslide

Hoe voorkom je dat je als geldezel wordt gebruikt?

CASUS
Wat zou jij doen? 

Slide 17 - Tekstslide

Wie van de drie?
Sparen
Beleggen
Speculeren

Slide 18 - Tekstslide

Hoe voorkom je dat je als geldezel wordt 
Casus 1 - Crypto
Sarah (17 jaar) volgt al een tijdje een influencer op Instagram die haar echt inspireert. Meestal worden er tips gegeven over hoe je succesvol kunt zijn, maar sinds kort gaat het ook over geld verdienen. Laatst zag ze een video waarin werd verteld hoe de influencer in één dag duizenden euro’s heeft verdiend. Hoe dan? Door cryptomunten te kopen. De influencer noemt een specifieke cryptomunt en geeft aan dat het juist nu een goed idee is om in te stappen. De koers staat namelijk laag, waardoor het aantrekkelijk is om te kopen. Sarah baalt er al een tijdje van dat ze niet zoveel geld heeft. Ze besluit om een deel van haar loon te investeren in de cryptomunt. Ze wil graag binnenkort starten met rijlessen. Ze hoopt met crypto snel geld te verdienen zodat ze een rijlespakket kan afsluiten.  

Slide 19 - Tekstslide

Casus 1 - Crypto
  1.  Sarah volgt iemand op Instagram die haar overtuigt om te investeren in   crypto. Wat vind je daarvan? Kan je je daar iets bij voorstellen?
     
  2.  Is Sarah aan het speculeren? Waarom wel of niet?
     
  3.  Heb je het idee dat influencers altijd het beste met hun volgers voor   hebben? Welke belangen zouden zij nog meer kunnen hebben?
     
  4.  Stel, jij baalt er net als Sarah van dat je niet zoveel geld hebt. Zou je dan   ook overwegen om te investeren in crypto of te beleggen? Waarom   wel/niet?
     
  5.  Wat zou je Sarah mee willen geven?
 

Slide 20 - Tekstslide


QUIZ
Crypto is gevoeliger voor fraude dan beleggen in aandelen 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag


QUIZ
Beleggen is riskanter dan sparen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

VOELIGER
QUIZ 
Als ik zou beleggen of crypto's zou kopen zou ik dat doen om...
Snel geld te verdienen
Op lange termijn geld te verdienen
Mee te kunnen praten met vrienden
Ik zou niet aan beleggen of crypto doen

Slide 23 - Poll


QUIZ
Waarom is het verstandig om je risico te spreiden als je belegt?
A
Omdat je dan een grotere kans hebt dat je geld meer waard wordt.
B
Omdat het risico dan kleiner is dat je veel geld verliest.

Slide 24 - Quizvraag


QUIZ
Beleggen voor kortetermijnwinst is veiliger dan voor langetermijnwinst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag


QUIZ 
 Als ik problemen met geld zou hebben zou ik...
het aan mijn ouders of een ander familielid vertellen
het met mijn vrienden bespreken
het met mijn mentor of SLB'er bespreken
het voor mezelf houden.

Slide 26 - Poll


QUIZ
Wat is een spaarbuffer?
Die je bijv. nodig hebt voor incidentele uitgaven
A
Het geld dat je achter de hand hebt voor onverwachte uitgaven.
B
Het geld dat je hebt om op lange termijn iets te kunnen kopen.
C
Het geld dat je over hebt om bijvoorbeeld mee te gaan beleggen

Slide 27 - Quizvraag

Wat vond je van deze les?

Slide 28 - Open vraag