21.7 en 21.9 testen op besmettingen en ziekteverwekkers
Doel
Je kunt in een gegeven situatie beargumenteren welk type test het meest geschikt is om een besmetting/infectie aan te tonen
pcr-test, antigen test, test op antistoffen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Doel
Je kunt in een gegeven situatie beargumenteren welk type test het meest geschikt is om een besmetting/infectie aan te tonen
pcr-test, antigen test, test op antistoffen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
rol primer
basevolgorde uniek én complementair aan de sequentie waarin je geïnteresseerd bent.
In dit geval corona
Slide 3 - Tekstslide
Covid-19
erfelijk materiaal is geen DNA, maar RNA
oplossing?
BINAS 77 (HIV)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
bedenk vóór en nadelen van de covid-PCR test.
Slide 6 - Open vraag
Antigen-test
Slide 7 - Tekstslide
joe worden monoklonale antilichamen ook alweer gemaakt?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
verklaar dat een beginnende infectie gemist kan worden door een antigen-test (sneltest)
Slide 12 - Open vraag
Antistof-test
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Hans maakt zich zorgen dat hij besmet is met HIV na een one-night stand. Hij laat direct een ELISA uitvoeren. De uitslag is negatief. Kan hij gerust ademhalen? Verklaar je antwoord.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht
Maak een overzicht waarin je de drie testmethoden vergelijkt. Waar test je op? Hoeveel bronmateriaal heb je nodig? Hoe snel na besmetting is de test betrouwbaar?