Landstede Groep

1.4 De aarde brandt en beeft havo 4

1.4 De aarde brandt en beeft

1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.4 De aarde brandt en beeft

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:

 uitleggen hoe vulkanen, aardbevingen, tsunami's en gebergten ontstaan;

Slide 2 - Tekstslide

Korte herhaling §1.3
  • 3 drijfkrachten achter platentektoniek:
    convectiestromen
    ridge push
    slab-pull


  • 3 plaatbewegingen met elke beweging andere gevolgen 
    (zoals aardbevingen, bergvorming en vulkanen)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Effectief aantekeningen maken 
Gebruik afkortingen, symbolen en kleuren 

<-- Cornell methode 

Slide 5 - Tekstslide

Aardbevingen op 600km diepte
De oceanische lithosfeer is vast/stijf, waardoor er breuken in kunnen ontstaan. Bij verschuivingen ontstaan aardbevingen.
De oceanische lithosfeer blijft tot diep in de asthenosfeer bestaan en kan dus tot wel 600km diep aardbevingen veroorzaken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Ligging van vulkanen

Slide 9 - Tekstslide

Het grote plaatje
Stuk uitleg over:
  • Vulkanisme
  • Aardbevingen
  • Tsunami's 
  • Gebergten 

Slide 10 - Tekstslide

Vulkanisme
  • Vulkanisme meestal bij randen van platen
  • Uitzondering: hotspot vulkanisme  

80% bij convergente plaatgrenzen
15%   bij divergerende plaatgrenzen
5%    bij hotspots

Slide 11 - Tekstslide

Soorten vulkanen
Onderscheid in verschillende soorten vulkanen op basis van vloeibaarheid magma en omstandigheden van uitbarsting:


1) Schildvulkaan
2) Spleetvulkaan
3) Stratovulkaan
4) Caldeira

Slide 12 - Tekstslide

Schildvulkaan
Kenmerken:
- Lava zeer vloeibaar, waardoor het ver weg stroomt (basalt)
- Effusieve uitbarsting
- Vulkaan heeft brede basis en
    flauwe hellingen
- Bij hotspots en divergerende
    plaatgrenzen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Spleetvulkaan
Kenmerken:
- Lava zeer vloeibaar, waardoor het ver weg stroomt (basalt)
- Effusieve uitbarsting
- Lava komt uit kilometerslange scheuren naar buiten

Slide 15 - Tekstslide

Stratovulkaan
Kenmerken:
- Lava is taai-vloeibaar door combi basalt, graniet en water
- Taaie lava verstopt in de kraterpijp
- Explosieve uitbarstingen, vulkanische bommen, pyroclastische stroom 
- Vulkaan is kegel met kleine doorsnede en steile wanden, opgebouwd uit laagjes as en lava
- Bij subductiezones

Pyroclastische stroom?
- temperatuur tot 850 graden C
- snelheid tot 725 km/u
- gassen/lava/as/steen
- bekendste voorbeeld: Pompei

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Caldeira
Kenmerken:
- Dak van magmakamer stort in door grote explosie
- Kratermeer in diepte die ontstaat

Slide 18 - Tekstslide

Caldera
- Eruptie (uitbarsting)
-lege magmakamer
-instorten krater
- er kan een kratermeer ontstaan 
- Er kan een nieuwe vulkaan op de caldera ontstaan (bijv. Vesuvius)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Uitzondering: Hotspots
Hotspot niet aan rand van plaat (bijv. Hawaii hotspot). 
Kenmerken:
- Uit onderste deel mantel komen hete mantelpluimen basaltisch
   materiaal boven (top pluim = hotspot)
- Materiaal brandt dwars door lithosfeer heen
- Mantelpluimen liggen vast in mantel en platen bewegen over hotspots     heen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Uitzondering: Hotspots
Hotspot niet aan rand van plaat (bijv. Hawaii hotspot). 
Kenmerken:
- Uit onderste deel mantel komen hete mantelpluimen basaltisch
   materiaal boven (top pluim = hotspot)
- Materiaal brandt dwars door lithosfeer heen
- Mantelpluimen liggen vast in mantel en platen bewegen over hotspots  heen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Sleep de juiste vulkanen naar de juiste termen.
Strato vulkaan
Schildvulkaan
Caldeira
Hotspot Vulkaan
Spleetvulkaan

Slide 34 - Sleepvraag

Hoe kan een caldera ontstaan?
A
Als er onder een vulkaan een aardbeving plaatsvind.
B
Als er sneeuw op een vulkaan ligt kan dit instorten.
C
Taai magma kan uitzetten en hierdoor kan er een krater ontstaan.
D
Een stratovulkaan heeft een enorme uitbarsting en stort in.

Slide 35 - Quizvraag

Een schildvulkaan komt voor bij
A
divergente breukzones en bij hotspots
B
convergente en divergente breukzones
C
convergente breukzones en hotspots
D
bij transforme breukzones en hotspots

Slide 36 - Quizvraag

Stratovulkanen ontstaan door...
A
Subductie
B
Transform
C
Divergentie
D
Plooiingsgebergte

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een hotspot?
A
Een locatie met extreem hoge temperatuur op aarde.
B
De plaats aan het aardoppervlak waar een mantelpluim door de aardkorst is gebroken.
C
Een punt op de aardbol waar het aardmagnetisch veld het sterkst is.
D
Een gebied waar aardbevingen zelden voorkomen.

Slide 38 - Quizvraag

Hoe ontstaat een spleetvulkaan?
A
Door bewegingen van elkaar af
B
Door bewegingen naar elkaar toe
C
Door bewegingen langs elkaar heen
D
Door bewegingen onder elkaar door

Slide 39 - Quizvraag

Stratovulkanen bouwen zich op in lagen. Wat is kenmerkend aan de lava van stratovulkanen?
A
Dun / vloeibaar en gasrijk
B
Dun / vloeibaar en weinig gas
C
Dik / stroperig en weinig gas
D
Dik / stroperig en gasrijk

Slide 40 - Quizvraag

Wat is een goede combinatie?
A
Explosief - Schildvulkaan - Taaie lava
B
Explosief - Schildvulkaan - Tamelijk vloeibare lava
C
Effusief - Schildvulkaan - Tamelijk vloeibare lava
D
Effusief - Schildvulkaan - Taaie lava

Slide 41 - Quizvraag

Locatie van aardbevingen

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Link

Aardbevingen
Spanning en wrijving tussen platen

Hypocentrum = plaats waar aardbeving ontstaat
Epicentrum = plaats van aardbeving aan aardoppervlak loodrecht boven hypocentrum





Rampzaligheid beving hangt ook af van?
  1. type bebouwing
  2. bevolkingsdichtheid
  3. diepte aardbeving
  4. training/scholing
  5. medische voorzieningen 
  6. etc.....
diep / ondiep

Slide 45 - Tekstslide

Aardbeving
Waarom kan een aardbeving van magnitude 6 op schaal van Richter, meer schade veroorzaken in Marokko dan in Japan? 

Slide 46 - Tekstslide

 MOMENTMAGNITUDESCHAAL
Logaritmisch: elke stap is 31,6x (afgerond 32 )zwaarder


De magnitude is een maat voor de hoeveelheid energie die er bij een aardbeving vrijkomt

Slide 47 - Tekstslide

4.4 Tsunami's
  Tsunami's

Slide 48 - Tekstslide

Tsunami's
Tsunami’s zijn hoge
golven aan de kust 
die ontstaan door 
aardbevingen
in oceanen.






Slide 49 - Tekstslide

Tsunami's

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Video

Een tsunami kan alleen ontstaan bij een langzaam oplopende kustlijn.

In welke van de drie afbeeldingen hiernaast kan een tsunami ontstaan?

Sleep het woord 'tsunami' naar de juiste afbeelding.



TSUNAMI

Slide 52 - Sleepvraag

stratovulkaan
stratovulkaan
schildvulkaan
subductie Nazcaplaat & Noord-Andesplaat
subductie Sunda-plaat & Australische plaat
divergentie Noord-Amerikaanse & Euraziatische plaat
divergentie Sunda-plaat & Australische plaat
caldera
subductieAfrikaanse & Euraziatische plaat

Slide 53 - Sleepvraag

Rampenbestrijding

Slide 54 - Tekstslide

Rampenbestrijding

Slide 55 - Tekstslide

Rampenbestrijding

Slide 56 - Tekstslide