Landstede Groep

Als en dan

Over taal
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Over taal

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les
Jullie weten straks het verschil tussen
  • als en  dan;
en jullie kunnen de juiste vorm toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

als
dan
gelijkheid
ongelijkheid
twee keer zo zwaar ...
groter ...

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe is de regel?
Bij ongelijkheid of verschil gebruik je dan
Hij houdt meer van rockmuziek dan zijn broer.

Bij gelijkheid gebruik je als.
Maar hij heeft zijn muziek net zo hard staan als hij.
Bij ongelijkheid in combinatie met het woord zo gebruik je als
Hij heeft de muziek vijf keer zo hard staan als hij.

Slide 5 - Tekstslide

Is deze zin correct?

Hij is groter als mij.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Hij is groter als mij.
Het gaat om een ongelijkheid gaat en dus gebruik je dan
'Mij' is ook fout. Als je de zin langer maakt, hoor je het: 
Hij is groter dan ik ben. 

De goede zin is daarom: 
Hij is groter dan ik.

Slide 7 - Tekstslide

Vandaag ben ik even slim als / dan hem / hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij

Slide 8 - Quizvraag

Mevrouw Bruggeman is ouder dan / als ik / mij.
A
als en ik
B
als en mij
C
dan en ik
D
dan en mij

Slide 9 - Quizvraag

Hij is vijf keer zo groot als / dan
ik / mij.
A
als en ik
B
als en mij
C
dan en ik
D
dan en mij

Slide 10 - Quizvraag

Hij is slimmer als / dan
ik / mij.
A
als en ik
B
als en mij
C
dan en ik
D
dan en mij

Slide 11 - Quizvraag

Mara is net zo groot als / dan
ik / mij.
A
als en ik
B
als en mij
C
dan en ik
D
dan en mij

Slide 12 - Quizvraag

Bas is groter als / dan
haar / jou.
A
als en haar
B
als en jou
C
dan en haar
D
dan en jou

Slide 13 - Quizvraag

Wat wil je nog weten?

Slide 14 - Open vraag

Kun je aan de slag?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 15 - Poll