Landstede Groep

H1.3 Vermogen en energie

H1.3 Vermogen en energie
  • Je kan uitleggen wat er wordt bedoeld met vermogen van apparaat
  • Je kan het vermogen uitrekenen met spanning en stroom
  • Je kan berekenen hoeveel energie een apparaat gebruikt
  • En dan kan je daarmee berekenen hoeveel geld het kost
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H1.3 Vermogen en energie
  • Je kan uitleggen wat er wordt bedoeld met vermogen van apparaat
  • Je kan het vermogen uitrekenen met spanning en stroom
  • Je kan berekenen hoeveel energie een apparaat gebruikt
  • En dan kan je daarmee berekenen hoeveel geld het kost

Slide 1 - Tekstslide

serie? parallel? zie volgende dia's

Slide 2 - Tekstslide

Fasedraad
Nuldraad
Schakeldraad

Slide 3 - Sleepvraag

Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen

Afkorting: P

De eenheid van vermogen is:
Watt (W) 

Formule:
P = U x I

Slide 4 - Tekstslide

Vermogen berekenen

Slide 5 - Tekstslide

P = U x I
P = vermogen             in watt (W)
U = spanning              in volt (V)
I = stroomsterkte      in ampère (A)

Opgave:
Op een lader van een telefoon
staat 5 V en 2 A. 
Hoe groot is het het vermogen van deze lader?



Slide 6 - Tekstslide

antwoord
Gegevens    U = 6V
                         I   = 2A
Gevraagd     Wat is het vermogen in W?
Formule        P  =   U  x I 
Uitwerking   P  =   6  x 2 =12
 Antwoord    Het vermogen is 12 W

Slide 7 - Tekstslide

Energieverbruik
1
2
3

Slide 8 - Tekstslide

Grootheden en zo
Grootheid
symbool
Eenheid
symbool
Spanning
U
Volt
V
Stroom
I
Ampère
A
Vermogen
P
Watt
W
Elektrische energie
E
Kilowattuur
kWh
tijd
t
uur
h

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting
Vermogen is hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt!
P = U x I   (vermogen in Watt)

Energieverbruik is het gemiddelde vermogen dat verbruikt wordt gedurende één uur
E = P x t   (vermogen in kiloWatt)


Slide 10 - Tekstslide

Weektaak
Opdrachten 4 tot en met 9, blz 37

practicum inleveren volgende week maandag

Slide 11 - Tekstslide