In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Introductie
Alle kinderen krijgen op de basisschool seksuele
voorlichting. Omdat dit belangrijk is voor jouw
ontwikkeling, is het voor basisscholen zelfs verplicht
om hier les in te geven. In deze les worden genderidentiteit, seksualiteit, seksueel genot en nee zeggen besproken.
Onderdelen in deze les
Seksuele vorming
Genderidentiteit, seksualiteit en seksueel genot
Slide 1 - Tekstslide
Wat weten jullie al over seksuele vorming?
Seksuele vorming
Slide 2 - Woordweb
huiswerk 23 nov
In de les maak je: LessonUp van jongen/meisje en seksuele vorming
Ben je al klaar? Leer vast de begrippen uit paragraaf 10.1 en 10.2
of oefen de begrippen op de OefenLessonUps
Slide 3 - Tekstslide
Wat wil jij graag leren tijdens een les seksuele vorming? Schrijf je vragen hier onder op
Slide 4 - Open vraag
Dit ga je leren!
Aan het eind van de les:
weet ik wat seksuele vorming is en wat het verschil is met seksuele voorlichting.
weet ik waarom het zo belangrijk is om over seks te praten.
ken ik het verschil tussen geslacht en gender.
weet ik welke soorten geslacht en gender er zijn.
weet ik dat nee zeggen heel normaal is.
kan ik op een open en respectvolle manier een gesprek voeren over seksualiteit.
weet ik waar ik terecht kan met vragen over seks.
kan ik een kernboodschap over seksualiteit vertalen naar een verhaal voor kinderen.
Slide 5 - Tekstslide
Lezen & Woordenschat
Arceer de woorden die jij nog niet goed begrijpt.
Arceer in ieder geval:
de seksuele voorlichting
verliefd
aangeven
bespreekbaar
soa
vallen op iemand
relatie
puberteit
Slide 6 - Tekstslide
vallen op iemand
Verliefd worden op iemand.
Eerst was ik alleen vrienden met Jesper, maar na een paar weken ben ik echt op hem gevallen.
seksuele voorlichting
de puberteit
De periode waarin kinderen volwassen worden. (van 13 tot 18 jaar)
Mijn zus zit in de puberteit. Ze is voor het eerst ongesteld geworden en haar lichaam verandert.
de seksuele voorlichting
Informatie krijgen over seks.
Tijdens de les seksuele voorlichting konden we de juf allemaal vragen stellen over ons lichaam en verliefdheid.
de relatie
Ander woord voor verkering, wanneer je verliefd bent op elkaar.
Mijn broer heeft sinds vandaag een relatie met ons buurmeisje.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen seksuele voorlichting en seksuele vorming?
A
Seksuele voorlichting gaat over wie je bent en wie je wilt zijn. Seksuele vorming gaat over seks en alles wat daarbij hoort.
B
Seksuele vorming gaat over wie je bent en wie je wilt zijn. Seksuele voorlichting gaat over seks en alles wat daarbij hoort.
Slide 8 - Quizvraag
Hoe vind jij het om over seks te praten? Waarom is dat zo, denk je?
Slide 9 - Open vraag
Waarom is het belangrijk om over seks te praten, denk je?
Bespreek dit met je werkmaatje.
Bespreken
Slide 10 - Tekstslide
Wat weten jullie al over seks en geslachtsdelen?
Seks en geslachtsdelen
Slide 11 - Woordweb
Waarom kun je sommige vragen over seks beter niet op het internet stellen?
Slide 12 - Open vraag
Waar zou je het antwoord op de vragen die je hebt het beste kunnen vinden? Leg uit.
Slide 13 - Open vraag
Seksuele vorming
Genderidentiteit
Slide 14 - Tekstslide
Voorkennis
Hoe kun je zien of iemand een jongen of een meisje is?
Jongen of meisje?
Je kunt zien of iemand een jongen of meisje is aan het geslacht. Een jongen heeft een piemel en een meisje heeft een vagina.
Slide 15 - Tekstslide
Vroeger werd gedacht dat je je vanbinnen altijd hetzelfde voelt als het geslacht dat je hebt. Als je een piemel hebt, voel je je dus een jongen en als je een vagina hebt voel je je een meisje. Maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn!
Genderidentiteit
Slide 16 - Tekstslide
Vroeger werd gedacht dat je je vanbinnen altijd hetzelfde voelt als het geslacht dat je hebt. Als je een piemel hebt, voel je je dus een jongen en als je een vagina hebt voel je je een meisje. Maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn!
Genderidentiteit
Je kunt je bijvoorbeeld een jongen voelen, terwijl je een vagina hebt. Of een meisje, terwijl je een piemel hebt. Maar er zijn ook mensen die zich geen jongen en geen meisje voelen en mensen die zich soms een jongen en dan weer een meisje voelen. En zo zijn er nog veel meer opties.
Hoe je je vanbinnen voelt, jongen, meisje of iets anders noem je genderidentiteit.
Slide 17 - Tekstslide
Verwerking
Wie heeft welk gender?
Welk gender?
Dat kun je niet zien, dat is hoe je je voelt.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Welke uitspraak is van een non-binair persoon?
A
'Ik voel me een jongen.'
B
'Ik voel me een meisje.'
C
'Ik voel me niet helemaal een jongen en ook niet helemaal een meisje'
D
'Ik voel me soms helemaal een jongen en soms helemaal een meisje.'
Slide 20 - Quizvraag
Wat hoort bij elkaar? Zet de genderidentiteit bij de juiste omschrijving.
Je voelt je zoals je geslacht.
Je voelt je niet zoals je geslacht.
Cisgender
Transgender
Slide 21 - Sleepvraag
Waarom gebruik je bij het praten over non-binaire personen die/hun?
Slide 22 - Open vraag
Welk advies geeft Kanea als je iemand kent die non-binair is?
Slide 23 - Open vraag
En welk advies geeft Kanea als je zelf non-binair bent?
Slide 24 - Open vraag
Verwerking
Welke vraag/vragen heb jij nog over non-binair zijn?
Schrijf ze op en bespreek ze met je klasgenoten.
Slide 25 - Tekstslide
Seksuele vorming
Seksualiteit
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Vroeger dachten mensen dat jongens op meisjes vielen en meisjes op jongens. Dit noemen we heteroseksueel. Er werd gedacht dat dat zo hoorde.Maar er zijn veel meer opties!
Seksualiteit
Slide 28 - Tekstslide
Vroeger dachten mensen dat jongens op meisjes vielen en meisjes op jongens. Dit noemen we heteroseksueel. Er werd gedacht dat dat zo hoorde. Maar er zijn veel meer opties!
Seksualiteit
Zo kunnen jongens op jongens vallen. Dat noemen we homoseksueel.En kunnen meisjes op meisjes vallen. Dat noemen we lesbisch.
Ook kun je op zowel jongens als meisjes vallen. Dit noemen we biseksueel.
Wanneer iemand zowel jongens als meisjes niet aantrekkelijk vindt, noemen we dat aseksueel.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Wanneer noem je iemand biseksueel?
A
Wanneer iemand op hetzelfde geslacht als zichzelf valt.
B
Wanneer iemand op het tegenoverstelde geslacht als zichzelf valt.
C
Wanneer iemand op zowel jongens als meisjes valt.
D
Wanneer iemand jongens en meisjes allebei niet aantrekkelijk vindt.
Slide 31 - Quizvraag
Wanneer iemand vertelt dat hij homoseksueel of biseksueels is, wordt dat ‘uit de kast komen’ genoemd. Wat vind je daarvan?
Slide 32 - Open vraag
Denk jij dat je kunt kiezen op wie je valt? Leg uit.
Slide 33 - Open vraag
Omdat de meeste mensen heteroseksueel zijn, vindt eigenlijk iedereen dat normaal. De andere vormen van seksualiteit vinden sommige mensen niet normaal of raar. Wat vind je daarvan?
Bespreek dit met je klasgenoten.
Bespreken
Slide 34 - Tekstslide
Sommige mensen durven niet te zeggen wat hun seksualiteit is, omdat ze bang zijn voor de reacties uit hun omgeving. Wat vind je daarvan? Hoe zouden we dat kunnen oplossen?
Bespreek dit met je klasgenoten.
Bespreken
Slide 35 - Tekstslide
Seksuele vorming
Seksueel genot en nee zeggen
Slide 36 - Tekstslide
Als je wat ouder bent, krijg je vaak vanzelf gevoelens voor iemand. Je voelt je zo fijn bij diegene dat je hem of haar het liefst wilt knuffelen, zoenen en uiteindelijk ook seks met hem of haar wilt hebben.
Seksueel genot
Slide 37 - Tekstslide
Het is belangrijk om te weten dat aanrakingen, zoenen en seks altijd fijn moeten voelen voor jou. Voelt het niet fijn of heb je er geen zin in, dan mag je altijd nee zeggen.
Ook als de ander al begint, mag je altijd zeggen dat je daar geen zin in hebt. En dan moet de ander stoppen.
Seksueel genot
Andersom geldt dat ook. Als jij het heel fijn vindt om de ander aan te raken, maar de ander wil dit niet, dan stop je gelijk, ook al wil je het heel graag.
Het is superbelangrijk dat jullie het allebei fijn vinden en naar jullie zin hebben als het gaat om dit soort dingen.
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
Wanneer hoef je je geen zorgen te maken over je geslachtsdeel en wanneer wel?
Slide 40 - Open vraag
Hoe kun je er volgens de wetenschapper het beste achterkomen wat je fijn vindt?
Slide 41 - Open vraag
Denk je dat het altijd makkelijk is om nee te zeggen in situaties die met aanraken, zoenen en seks te maken hebben? Leg uit.
Slide 42 - Open vraag
Waarom mag je altijd nee zeggen?
Bespreek dit met je klasgenoten.
Bespreken
Slide 43 - Tekstslide
Seksuele vorming
Verwerking
Slide 44 - Tekstslide
Er is een heel mooi boek van Pim Lammers Het lammetje dat een varken is waarin hij schrijft over een lammetje dat zich een varken voelt. Maar ja, hij ziet eruit als een lammetje. De andere lammetjes vinden hem daarom maar raar.
Verwerking
En de varkens begrijpen het ook niet helemaal. De boer neemt het lammetje mee naar de dierenarts en die zegt: ‘Dit is geen lammetje, maar een varken’. Hij zorg ervoor dat het lammetje eruit komt te zien als een varken. Het lammetje is namelijk geboren in het verkeerde lichaam.
Slide 45 - Tekstslide
Het is belangrijk dat kinderen van jongs af aan al dit soort lessen leren. Dat het zo kan zijn dat je je anders voelt dan het lichaam waarin je geboren bent.
Toch gaat het in kinderboeken vaak over jongens die op meisje vallen, is zoenen altijd leuk en zijn er (nog) maar weinig kinderboeken over genderidentiteit en andere belangrijke onderwerpen waar jullie vandaag over hebben geleerd.
Verwerking
Slide 46 - Tekstslide
Daar gaan jullie verandering in brengen!
Je hebt nu een paar belangrijke lessen geleerd over seksualiteit:
- Je mag altijd nee zeggen.
- Je kunt je anders voelen dan het geslacht dat je hebt.
- Er zijn meerdere vormen van seksualiteit mogelijk en die zijn allemaal oké.
Verwerking
Schrijf en teken zelf een (strip)verhaal voor jonge kinderen waarin je één van de kernboodschappen van de les op een speelse manier verwerkt.
Slide 47 - Tekstslide
Lees de verhalen van elkaar.
Kun jij raden over welke kernboodschap een verhaal gaat?
Feedback
Slide 48 - Tekstslide
Terugkoppeling lesdoelen & reflectie
ik weet wat seksuele vorming is en wat het verschil is met seksuele voorlichting.
ik weet waarom het zo belangrijk is om over seks te praten.
ik ken het verschil tussen geslacht en gender.
ik weet welke soorten er van geslacht en gender zijn.
ik weet dat nee zeggen heel normaal is.
ik kan op een open en respectvolle manier een gesprek voeren over seksualiteit.
ik weet waar ik terecht kan met vragen over seks.
ik kan een kernboodschap over seksualiteit vertalen naar een verhaal voor kinderen.
Draai aan het rad en beantwoord de vraag.
Slide 49 - Tekstslide
Terugkoppeling eigen leervragen
Zijn jouw vragen beantwoord? Zo niet, wat kun je nog doen om achter het antwoord te komen?