Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Hoofd- en bijzinnen
HOOFD- EN BIJZINNEN
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
HOOFD- EN BIJZINNEN
Slide 1 - Tekstslide
Planning van vandaag
Uitleg hoofdzinnen en bijzinnen
M. Par. 6.2 (online of in je boek) / Versterk jezelf
Nakijken huiswerk (antwoordbladen bij mij)
(Blooket hoofdzinnen en bijzinnen)
Korte pauze
Uitleg betoog (PTA)
Starten met AUB formulier
Afsluiting (post-it, vragen?)
Slide 2 - Tekstslide
Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm
Voorbeeld:
In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje.
Hoe kun je het onderwerp vinden? Wie/wat + gezegde
Slide 3 - Tekstslide
Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm
Voorbeeld: In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje.
Samengestelde zin: een zin met meerdere persoonsvormen
Voorbeeld: In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje, want daar woont mijn tante.
Slide 4 - Tekstslide
Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Je kan een zin in een andere tijd zetten. De werkwoorden die veranderen zijn persoonsvormen. Dit geldt ook voor samengestelde zinnen. Kijk maar:
In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje, want daar woont mijn tante.
In de vakantie gingen wij altijd naar Spanje, want daar woonde mijn tante.
Slide 5 - Tekstslide
VRAGEN
Kijk naar de volgende zinnen. Is het een enkelvoudige of samengestelde zin?
Slide 6 - Tekstslide
De winkel op de hoek van de Hoogstraat is gisteren geopend.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 7 - Quizvraag
Wilma ging naar huis omdat ze moe was.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 8 - Quizvraag
Wil je die tas met boeken op tafel neerzetten?
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 9 - Quizvraag
Het meisje verwacht dat ze van de slager een stukje worst krijgt.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 10 - Quizvraag
Hoofd- en bijzinnen
Hoofdzin:
Het onderwerp en de persoonsvorm staan meestal naast elkaar.
Er kunnen geen andere zinsdelen tussen staan.
De persoonsvorm staat in de hoofdzin vooraan (op de 1e of 2e plaats).
Bij samengestelde zinnen kun je onderscheid maken in hoofd- en bijzinnen.
Slide 11 - Tekstslide
Hoofd- en bijzinnen
Voorbeeld:
In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje, want daar woont mijn tante.
In de vakantie gaan (niet) wij altijd naar Spanje, want daar woont (niet) mijn tante.
Het kan bij beide zinnen niet. Er zijn in deze zin dus twee hoofdzinnen.
Slide 12 - Tekstslide
Hoofd- en bijzinnen
In de vorige zin stonden dus twee hoofdzinnen. Er zit dus niet altijd een bijzin in een samengestelde zin.
In de volgende zin staat een hoofdzin en een bijzin:
Omdat mijn tante in Spanje woont, gaan wij daar ieder jaar naartoe.
Slide 13 - Tekstslide
Hoofd- en bijzinnen
Omdat mijn tante in Spanje woont, gaan wij daar ieder jaar naartoe.
Omdat mijn tante
in Spanje
woont, gaan
(niet)
wij daar ieder jaar naartoe.
In het eerste deel staat een zinsdeel tussen persoonsvorm en onderwerp. Dat is dus een bijzin.
In het tweede deel kan er niks tussen persoonsvorm en onderwerp, dus is het een hoofdzin.
Slide 14 - Tekstslide
Hoofd- en bijzinnen
Zo herken je hoofdzinnen en bijzinnen:
Als er tussen persoonsvorm en onderwerp een woord (bijvoorbeeld 'niet') kán staan, dan is dat een bijzin.
In een bijzin staat de persoonsvorm vaak achteraan.
Kan dit niet, dan is het een hoofdzin.
Slide 15 - Tekstslide
VRAGEN
Kijk naar de volgende samengestelde zinnen. Geef aan uit welke zinnen de zin bestaat.
Slide 16 - Tekstslide
Sabine had een gezicht getrokken alsof ze iets vies proefde.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-hoofdzin
Slide 17 - Quizvraag
We gaan met de klas naar Parijs en we zullen daar een week blijven.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-hoofdzin
Slide 18 - Quizvraag
Als we in Parijs zijn, wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-hoofdzin
Slide 19 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak opd. 3 t/m 9 op blz. 101 en 102 (nakijkbladen bij mij)
Online (paragraaf 6.2 -opd. 3 t/m 9) Klassencode: 245887
Maak versterk jezelf online.
Eind van de les Blooket over hoofd- en bijzinnen
Huiswerk voor donderdag: AUB formulier start maken
Slide 20 - Tekstslide
Les 2
Slide 21 - Tekstslide