3M 1.6 Reductiedeling (meiose)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Startopdracht

Pak je boek en lees de tekst bij 1.5 Gewone celdeling op bladzijde 31.

Je krijgt zo een

aantal vragen.

Wat is mitose ?

1. Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
2. Mitose komt voor bij planten alleen
3. Mitose is een verbrandingsproces
4. Celdeling voor geslachtscellen

Wat is een ander woord voor mitose?

1. Celdeling
2. gewone celdeling
3. reductiedeling
4. verdubbeling

Bij mitose

1. Blijft het aantal chromosomen gelijk
2. Neemt het aantal chromosomen af
3. Neemt het aantal chromosomen toe

Aan het einde van de mitose heb ik

1. 2 cellen met 23 chromosomen
2. 2 cellen met 46 chromosomen
3. 4 cellen met 23 chromosomen
4. 4 cellen met 46 chromosomen

Waar vindt geen mitose plaats?

1. Bij het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
2. Bij het ontstaan van een bastcel in de stengel van een klimop.
3. Bij de celdeling van een bevruchte eicel.
4. Bij het ontstaan van een stuifmeelkorrel.

Organen en cellen

1.1 Organismen
1.2 De bouw van een organisme
1.3 Cellen van dieren en planten
1.4 Chromosomen
1.5 Gewone celdeling (mitose)
1.6 Reductiedeling (meiose)

Leerdoelen 1.6

• Je kunt beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn. 
• Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
• Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen. 

Door Meiose/reductiedeling 

ontstaan de geslachtscellen

Van 46 chromosomen naar 23 chromosomen 

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.

In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Menselijke lichaamscellen hebben dus 46 chromosomen.

Alleen de zaadcel en de eicel NIET!!

Bevruchting

23 chromosomen moeder

23 chromosomen vader

46 chromosomen in de bevruchte eicel

(23 chromosomen paren)

Verschil mitose - meiose

Mitose = (gewone celdeling)                            Van 46 -> 46         

Doel = Groei, herstel en 

vervangen van cellen

                                                                

Meiose = (reductiedeling)                                      Van 46 -> 23         

Doel = produceren van 

geslachtscellen

De verschillende fases hoef je niet te weten

Meiose

reductiedeling

meiose

gewone celdeling

mitose

aanmaak geslachtscellen

aanmaak gewone cellen

de helft van het aantal chromosomen

evenveel chromosomen als de moedercel

Huiswerk

Lezen 1.6

Maken 1 t/m  7

Huiswerk

Maken: alle samenvattingsopdrachten --> opdracht 3 of 4 op blz. 13, 18, 24, 28, 33 en 39

Herhalen en/of extra oefenen

Uitlegvideo 1.6 Reductiedeling

Leerdoelen 1.6

• Je kunt beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn. 
• Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
• Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen. 

Een luipaardgekko heeft 38 chromosomen in de lichaamscellen. Hoeveel chromosomen bevat een zaadcel van een luipaardgekko?

1. 38
2. 76
3. 19
4. 9,5

In de afbeelding worden onder andere celdelingen weergegeven.
Zijn deze delingen mitoses (= gewone celdelingen) of meioses (= reductiedelingen)?Leg je antwoord uit.

Hoe wordt bepaald wat het geslacht van de baby is?

1. Dat wordt bepaald door de vader
2. Dat wordt bepaald door de moeder
3. Dat bepaalt de baby zelf

Wanneer een eicel(X) bevrucht wordt door een zaadcel(Y), ontstaat een een bevruchte cel met
een X- en een Y-chromosoom: (XY).

Tot welk geslacht zal deze bevruchte cel uitgroeien?

1. Een meisje
2. Een jongen
3. Dat is niet te zeggen
4. Dat is allebei mogelijk

Op welk moment staat het geslacht van een kindje vast?

1. Tijdens de geslachtsgemeenschap
2. Op het moment dat de geslachtscellen ontstaan
3. Op het moment dat de zaadcel de eicel bevrucht
4. Op het moment van innesteling