In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Natuurlijke immuniteit: => lichaam maakt antistoffen en valt de ziekteverwekker aan.
Kunstmatig immuniteit: twee manieren
1 antistoffen van buiten af (= serum)
2 vaccinatie (verzwakte ziekteverwekker injecteren)
Actieve immuniteit: => lichaam maakt antistoffen en valt de ziekteverwekker aan.
Twee manieren: 1 vaccinatie
2 ziek + beter worden
Passieve immuniteit: => lichaam maakt
de antistoffen NIET zelf, maar krijgt ze
ingespoten!
Er wordt een vaccin ingespoten
Vaccin = vloeistof met zwakke/dode
ziekteverwekkers
Het lichaam denkt dat er ziekteverwekkers
in het lichaam zijn en gaat antistoffen
maken.
Je wordt niet ziek, maar wel immuun.
Om ziekten te VOORKOMEN (zorgen dat je ze niet kunt krijgen)
Vaccin => lichaam gaat antistoffen maken
tegen die ziekte
=> je bent immuun voor die ziekte
=> je kunt de ziekte niet meer krijgen
Je bent ziek (ernstig, je lichaam kan er niet tegen vechten)
Serum => Je krijgt antistoffen ingespoten
=> je maakt ze niet zelf
=> je wordt beter
=> Je kunt de ziekte opnieuw krijgen