begrotingstekort zal toenemen bij gelijke uitgaven.
Slide 9 - Tekstslide
Welke gevolgen zou economische groei voor de burgers kunnen hebben?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
Bereken hoeveel procent rente de overheid over de staatsschuld van 2016 betaalde. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
Slide 12 - Open vraag
Wat heb je geleerd?
Slide 13 - Tekstslide
Wat is bbp?
A
bruto buitenlands product
B
bruto binnenlands product
Slide 14 - Quizvraag
nationaal inkomen
A
het inkomen van de koning
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
de som van alle inkomens
D
de som van alle inkomens in een land
Slide 15 - Quizvraag
Op welke drie manieren kun je het bbp uitrekenen?
Slide 16 - Open vraag
Om tot de eurozone toegelaten te worden, mag de staatsschuld van een land niet hoger zijn dan 60% van het bruto binnenlands product. Nederland heeft een bbp van € 678 miljard. Bereken de staatsschuld (€ 480 mld) als percentage van het bbp.
A
staatsschuld is 141% van BBP
B
staatsschuld is 71% van BBP
C
staatsschuld is € 480 mld
D
staatsschuld is € 198 mld
Slide 17 - Quizvraag
Heb je de lesstof nog niet goed begrepen? Kijk dan naar de volgende video's.