H3 §3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Geschiedenis klas 2T

1. start van de les

 2. uitleg §3

3. oefenvragen

4. huiswerk controleren

5. les afsluiten

Terugblik

§1: Het bestuur in Nederland veranderde. Voor 1848 had de koning alle macht, na 1848 had de koning weinig macht meer over. Er kwamen verkiezingen, de liberalen in het parlement kregen de macht.

1848 - Grondwet van Thorbecke

Grondwet van Thorbecke (1848)

Terugblik

§2: De industrialisatie ontwikkelde zich ook in Nederland. Veel arbeiders trokken naar de stad zoek naar werk. Daar kwamen ze terecht in slechte omstandigheden: vies, zwaar, lage lonen, gevaarlijk werk en kinderarbeid

Slechte woonomstandigheden

Slechte werkomstandigheden

 

kinderarbeid

Lesdoel:

Hoe probeerden arbeiders hun omstandigheden te verbeteren?

§3 Arbeiders willen het beter 

-Arbeiders willen hun omstandigheden verbeteren

-Liberalen hebben de macht en geloven in vrijheid, zo min mogelijk regels

-Arbeiders gaan zich organiseren in vakbonden

Vakbonden 

§3 Arbeiders willen het beter

-Er ontstaat een nieuwe politieke stroming: de socialisten. De socialisten willen gelijkheid en betere omstandigheden voor de arbeiders.

-Na de liberalen, socialisten ontstaan er nog meer stromingen. Ook de katholieken en protestanten organiseren zich.

Socialisten

• Socialisten (SDB)

1. Hogere lonen
2. Betere werkomstandigheden
3. Minder uren werken
4. Betaald worden tijdens ziekte

En nog een stroming

-Vrouwen hebben in deze tijd weinig rechten: ze mogen geen hoger onderwijs volgen, beroepen kunnen ze niet uitvoeren, ze mogen niet stemmen.

-Een groep vrouwen gaat hier voor demonstreren: feministen

(vrouwenrechten)

Quizvragen

multiple choice, reageer op tijd.

Welke stroming wil gelijkheid?

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Feministen
4. Confessionelen

Liberalen vinden...…… het belangrijkst

1. gelijkheid
2. vrijheid
3. macht
4. geloof

Vooral arbeiders stemmen op?

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Feministen
4. Confessionelen

Vrouwen zijn gelijk aan mannen vinden de ... ?

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Feministen
4. Confessionelen

Gelijke lonen voor iedereen

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Feministen
4. Confessionelen

Mensen met geld moeten bepalen wat er in het land gebeurt

1. Liberalen
2. Katholieken
3. Protestanten
4. Socialisten

Liberalen zijn voorstanders van sociale wetten

1. Klopt
2. Klopt niet

De liberalen waren tegen veel staatsbemoeienis

1. juist
2. onjuist

Bij welke groep hoort Thorbecke?

1. Socialisten
2. Liberalen
3. Feministen
4. Arbeiders

Lesdoel:

Hoe probeerden arbeiders hun omstandigheden te verbeteren?