1.2 Waarom koop je dat?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

§1.2 Waarom koop je dat?

Stel je hebt een nieuwe trui gekocht. Helemaal jouw smaak!
Jouw moeder of vader heeft echter exact dezelfde trui gekocht. Wat doe je?

1. Niets, leuk dat ik dezelfde smaak heb.
2. Ik vraag mijn ouder de trui terug te brengen.
3. Ik breng onmiddellijk mijn trui terug.
4. Ik draag de trui wanneer hij/zij dat niet doet.

Als jij nieuwe schoenen koopt, waar let jij dan het meest op bij het kopen?

Hoe belangrijk vind jij het, wat je moeder of vader vindt van je schoenen?

1. Heel belangrijk
2. Beetje belangrijk
3. Niet zo heel belangrijk
4. Totaal niet belangrijk

Heeft de prijs van een paar schoenen invloed op de keuze die jij maakt bij het kopen ervan?

1. Ja, daar hou ik heel veel rekening mee.
2. Ja, daar hou ik toch een beetje rekening mee.
3. Neen, daar hou ik niet zo veel rekening mee.
4. Neen, de prijs heeft totaal geen invloed.

Hoe belangrijk vind jij het, wat je beste vriend of vriendin vindt van je schoenen?

1. Heel belangrijk
2. Beetje belangrijk
3. Niet zo heel belangrijk
4. Totaal niet belangrijk

Heeft het merk van een paar schoenen invloed op de keuze die jij maakt bij het kopen ervan?

1. Ik wil maar één merk.
2. Ik wil heel graag een merk.
3. Een merk is leuk meegenomen.
4. Een merk is totaal onbelangrijk.

Wat vind jij het belangrijkst bij het kopen van een paar nieuwe schoenen?

1. De mening van mijn moeder en/of vader.
2. De prijs
3. De mening van mijn vrienden
4. Het merk

Wie/wat beïnvloedt
jouw keuzes?

1.2 Waarom koop je dat?

Behoeften verschillen

• Keuzes hangen af van leeftijd, geslacht, ...
• Niet iedereen heeft evenveel te besteden (budget).

Hoeveel heb jij wekelijks te besteden?

€ 0 - 10

€ 11 - 20

€ 21 - 30

€ 31 - 40

€ 41 - 50

meer dan € 50

1.2 Waarom koop je dat?

Sociale beïnvloeding

Je omgeving heeft invloed op de aankopen die je doet:

• vrienden
• familie
• Influencers

I'm loving it!

1. McDonalds
2. M&M
3. Burger King
4. KFC

Wie is er niet groot mee geworden?

1. Nutella
2. Blue Band
3. Venz hagelslag
4. Calvé Pindakaas

Ik ben toch niet gek?

1. Action
2. Dekamarkt
3. Mediamarkt
4. BigBazar

1.2 Waarom koop je dat?

Commerciële beïnvloeding

Daarnaast hebben ook reclame en de prijs invloed op je aankopen:

• Consumenten hebben liever bekende dan onbekende merken.
• Reclame laat de verkopen stijgen

Nieke wil nieuwe scoenen, want Elske had vandaag op school hele leuke Fila sneakers aan...

1. Reclame
2. Commerciële Beïnvloeding
3. Sociale Beïnvloeding
4. Doelgroep

Apple betaalt een TV programma om hun product te gebruiken tijdens een aflevering

1. Reclame
2. Commerciële Beïnvloeding
3. Sociale Beïnvloeding
4. Doelgroep

Waar zou Nike liever geen reclame willen maken?

1. Amsterdam Arena
2. Op TV tijdens het 7 uur journaal
3. YouTube
4. Op een poster bij de bushalte

Dit was een vorm van ideële reclame, wat zou dit betekenen?

1. Reclame om gedrag van mensen te veraderen
2. Reclame om mensen op ideeën te brengen
3. Reclame om producten te verkopen
4. Reclame om diensten te verkopen

1.2 Waarom koop je dat?

Rekenen met procenten

Wat is 10% van 50?

1. 10
2. 1
3. 5
4. 25

Hoe bereken je een %?

Als je 45% van 250 wilt berekenen.

Maak je eerst van het percentage een komma getal.

dit doe je door 45 te delen door 100: 

45:100=0,45

Vervolgens doe je 0,45 vermenigvuldigen met 250.

250 x 0,45 = 112,5

Hoeveel is 66% van 50?

Hoeveel is 50,5% van 540?

Een auto kost €2.000. Door een actie gaat 20% van de prijs af. Hoeveel kost de auto in de nieuw situatie nadat de korting is verwerkt?

Maken §1.2