Landstede Groep

M&M thema grondstoffen blok 2

Programma
Voorkennis
Klokhuis: Haventerminal
Aan de slag
Blok 2
Blooket
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma
Voorkennis
Klokhuis: Haventerminal
Aan de slag
Blok 2
Blooket

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Wat is tol?
A
Belasting voor het gebruiken van een weg.
B
Iets wat je leuk vind
C
Het invullen van papieren om een weg te gebruiken
D
Een weg die niet gebruikt kan worden

Slide 3 - Quizvraag

Tol betalen - vroeger 

Slide 4 - Tekstslide

Tol betalen - nu

Slide 5 - Tekstslide

Wat veranderde er in Nederland door de komst van de (stoom)trein?

Slide 6 - Open vraag

Wat is infrastructuur?
A
De structuur van de stad
B
De structuur van de mensen
C
Alle wegen, water-wegen, spoorwegen die vervoer mogelijk maken
D
Al het vervoer

Slide 7 - Quizvraag

de wegen 
Vroeger waren de wegen particulier bezit= Eigendom van een persoon of bedrijf. Er werd tol gevraagd als je de wegen wilde gebruiken. Dit kostte veel tijd en geld voor een reiziger. 
Tegenwoordig worden bijna alle wegen betaalt van belastinggeld. 

Slide 8 - Tekstslide

Video: Klokhuis 
Hoe is de Rotterdamse haven uitgegroeid tot één van de grootste havens van Europa?
Wat zijn de nadelen en voordelen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Video: Klokhuis 
Hoe is de Rotterdamse haven uitgegroeid tot één van de grootste havens van Europa?
Wat zijn de nadelen en voordelen?

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
  • Leerwerkboek: Bladzijde 32 t/m 49
  • Lees de theorie die voor de opdrachten staan. 
  • Maken: 1, 2, 4, 6, 7, 8, 10, 12, 15, 16, 18, 20 en 22  (Omcirkel deze)
  • Muziek mag, oordopjes
  • Overleg zachtjes met degene naast je. Kom je er niet uit, mag je met boek bij mij komen
  • Klaar? Starten met samenvatten blok 1 (paarse blokjes) 

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom Willem I de infrastructuur wilden verbeteren.

Slide 13 - Open vraag

Geef een voorbeeld hoe Willem I de infrastructuur verbeterde.

Slide 14 - Open vraag

Einde - Extra materiaal

Slide 15 - Tekstslide

Waar gaat dit blok over?

Koning Willem I wilde meer welvaart in Nederland. Hij liet kanalen graven en spoorwegen aanleggen. Door nieuwe uitvindingen in het vervoer werd reizen makkelijker en sneller. Zo kregen de mensen contact met mensen uit andere dorpen, steden en provincies. Nederland werd één land.

Slide 16 - Tekstslide

kennen en kunnen - les 1
  • uitleggen waarom Willem I de infrastructuur verbeterde en hoe hij dat deed.
  • het gebruik van vervoermiddelen in Nederland in de juiste tijdsvolgorde plaatsen.
  • opnoemen wat er veranderde door de komst van de (stoom)trein.
  • vertellen hoe het leven van mensen veranderde in de negentiende eeuw.


Slide 17 - Tekstslide

Infrastructuur 
Koning Willem I wilde in NL ook fabrieken, spoorwegen en stoommachines. Had in Engeland gewoond. 
Hij verbeterde eerst de infrastructuur in Nederland. 
Liet wegen en kanalen aanleggen. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is infrastructuur?
A
De structuur van de stad
B
De structuur van de mensen
C
Alle wegen, water-wegen, spoorwegen die vervoer mogelijk maken
D
Alle vervoer

Slide 19 - Quizvraag

Kanalen - Filmpje 
https://schooltv.nl/video/het-ontstaan-en-de-inrichting-van-nederland-riviernormalisatie-in-nederland/  



Slide 20 - Tekstslide

Trekschuiten 
Over de kanalen gingen trekschuiten -> een boot die werd getrokken door paarden. 

Slide 21 - Tekstslide

Amsterdam-Rijnkanaal nu

Slide 22 - Tekstslide

wegwijzer van toen

Slide 23 - Tekstslide

Leg uit waarom Willem I de infrastructuur wilden verbeteren.

Slide 24 - Open vraag

Geef een voorbeeld hoe Willem I de infrastructuur verbeterde.

Slide 25 - Open vraag

Maken
Blok 2 - blz 28
3, 4, 5

Slide 26 - Tekstslide

Les 2

Slide 27 - Tekstslide

Tol betalen - vroeger 

Slide 28 - Tekstslide

Tol betalen - nu

Slide 29 - Tekstslide

de wegen 
Vroeger waren de wegen particulier bezit= Eigendom van een persoon of bedrijf. Er werd tol gevraagd als je de wegen wilde gebruiken. Dit kostte veel tijd en geld voor een reiziger. 
Tegenwoordig worden bijna alle wegen betaalt van belastinggeld. 

Slide 30 - Tekstslide

Wat is tol?
A
Belasting voor het gebruiken van een weg.
B
Iets wat je leuk vind
C
Het invullen van papieren om een weg te gebruiken
D
Een weg die niet gebruikt kan worden

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Wat veranderde er in Nederland door de komst van de (stoom)trein?

Slide 33 - Open vraag

Spoorlijnen 
Na de eerste spoorlijn uit 1839 duurde het 30 jaar voordat er een netwerk kwam. Was nodig voor de fabrieken die kwamen (we gingen achterlopen op de buurlanden). 
NL heeft weinig steenkool en ijzererts in de grond, moest worden geïmporteerd = Goederen en diensten kopen in een ander land.

Slide 34 - Tekstslide

Waarom moest Nederland veel steenkool en ijzererts importeren?
A
Dat was goedkoper
B
We hebben zelf niet veel ijzer en steenkool in de grond
C
Dat was nodig voor de treinen en spoorwegen
D
Dan konden we dit makkelijk verkopen aan andere landen

Slide 35 - Quizvraag

Nationalisme 
Willem I vond dat Nederlanders zich verbonden moesten voelen met Nederland en trots moesten zijn. Hij beschermde belangrijke gebouwen, liet standbeelden bouwen van belangrijke mensen. Hij stelde ook de Nederlandse taal verplicht in het onderwijs. Na de afscheiding van België in 1830 groeide het nationalisme onder de Nederlanders. 

Slide 36 - Tekstslide

Wat is Nationalisme?
A
Strijd om welk land de meeste wapens heeft.
B
Strijd om welk land het meeste gebied in zijn bezig heeft.
C
Voorliefde en trots op je eigen land en volk
D
Het samenwerken tussen verschillende landen.

Slide 37 - Quizvraag