Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
KTL4C - Lezen H2 (1) 2sept
Stillezen
timer
15:00
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Stillezen
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
Introductie:
Stel: één van je ouders zegt:
"Je mag naar het schoolfeest, tenzij je teveel gaat drinken"
Dit begrijp je wel
...
Slide 2 - Tekstslide
Nu anders:
Stel: één van je ouders zegt:
"Je mag naar het schoolfeest, mits je vriendin ook komt"
Wat betekent mits? Mag je nou wel of niet?
Slide 3 - Tekstslide
"Je mag naar het schoolfeest, mits je vriendin ook komt"
"Je mag naar het schoolfeest, tenzij je teveel gaat drinken"
Dit heeft allemaal te maken met het herkennen
van tekstverbanden en signaalwoorden.
Slide 4 - Tekstslide
Planning en lesdoelen
Planning:
- Lezen/ vragen huiswerk?
- Introductie
- Uitleg theorie
- Quiz?
- Opdrachten maken
- Afsluiting
Doelen:
- Je herkent tekstverbanden en de signaalwoorden die daarbij horen.
- Strategisch betere lezer worden.
Slide 5 - Tekstslide
Opsommend of tijdsvolgorde
Eerst, / ten eerste - ten tweede - ten slotte -, om te beginnen, ook, en, daarna, tevens, vervolgens, bovendien.
"Voeg eerst de eieren toe, daarna de suiker en
vervolgens de bloem."
Slide 6 - Tekstslide
Tegenstelling
Maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
"Die leraar is saai maar wel aardig!"
Slide 7 - Tekstslide
Oorzaak - gevolg
Doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
"Doordat het zoveel regent is de bodem erg nat."
Slide 8 - Tekstslide
Algemene uitspraak - voorbeeld
Zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
"Je kunt gezond leven door bijvoorbeeld te sporten."
Slide 9 - Tekstslide
Voorwaarde
Als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij
"Je mag pas naar je vrienden als je huiswerk klaar is."
Slide 10 - Tekstslide
Reden (argument)
Want, omdat, namelijk, immers
"Huiswerk is belangrijk omdat je dit jaar wil slagen."
Slide 11 - Tekstslide
Conclusie
dus, concluderend, dat betekent, kortom
"Dat lage cijfer betekent dat je nog veel moet leren."
Slide 12 - Tekstslide
Vergelijking
Net zo als, even ... als, in vergelijking met, meer / groter dan
"Hij probeert altijd even goed te zijn als ik."
Slide 13 - Tekstslide
Doel - middel
Waarmee, zodat, om ... te, doormiddel van, met behulp van
"Om mijn eindexamen te halen zal ik nog veel moeten oefenen met behulp van opdrachten."
Slide 14 - Tekstslide
Allemaal
Opsomming/ tijdsvolgorde
Tegenstelling
Oorzaak - gevolg
Algemene uitspraak - voorbeeld
Voorwaarde
Reden (argument)
Conclusie
Vergelijking
Doel middel
Slide 15 - Tekstslide
Tekstverband:
Als je besluit die iPhone te kopen kan je niet op vakantie.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Voorwaarde
D
Vergelijking
Slide 16 - Quizvraag
Tekstverband:
Zij werkte hard om te overleven.
A
Doel-middel
B
Vergelijking
C
Tegenstelling
D
Voorwaarde
Slide 17 - Quizvraag
Tekstverband:
Eerst gaan we naar school, daarna gaan we naar de stad.
A
Tegenstelling
B
Voorwaarde
C
Conclusie
D
Opsomming/ tijdsvolgorde
Slide 18 - Quizvraag
Signaalwoord:
Hij haalt veel onvoldoendes ... hij elke avond te laat gaat slapen.
A
Want
B
Bijvoorbeeld
C
Dus
D
Omdat
Slide 19 - Quizvraag
Signaalwoord:
Hij verdient ... dan ik verdien.
A
Omdat
B
Meer
C
Daarentegen
D
Zodat
Slide 20 - Quizvraag
Signaalwoord:
Ik stop mijn eten in de magnetron ... het lekker warm wordt.
A
Echter
B
Daardoor
C
Zodat
D
Eerst
Slide 21 - Quizvraag
Maken:
1. Startopdracht
2. Opdracht 1
3. Klaar? Begin met opdracht 2
4. Kom je er niet uit? Vraag je buur of aan mij
5. Tot 5 minuten voor het einde van de les
6. Niet af? --> Huiswerk
Slide 22 - Tekstslide
Planning en lesdoelen
Planning:
- Lezen
- Introductie
- Uitleg theorie
- Quiz?
- Opdrachten maken
- Afsluiting
Doelen:
- Je herkent tekstverbanden en de signaalwoorden die daarbij horen.
- Strategisch betere lezer worden.
Slide 23 - Tekstslide
Huiswerk:
Startopdracht en opdracht 1
Slide 24 - Tekstslide