Landstede Groep

Theorie deel 1 PTA toets 3 mavo juni 2020

Theorie les
Voor de PTA toets handvaardigheid en tekenen
over:
Autonome kunst
Toegepaste kunst
Voorstelling
Vormgeving
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theorie les
Voor de PTA toets handvaardigheid en tekenen
over:
Autonome kunst
Toegepaste kunst
Voorstelling
Vormgeving

Slide 1 - Tekstslide

uitleg

Slide 2 - Tekstslide

uitleg

Slide 3 - Tekstslide

belangrijke verschillen : 


toegepaste kunst
en autonome kunst
    (ontwerpers en kunstenaars)


Het grote verschil zit in het gebruik

Slide 4 - Tekstslide

Ontwerpers
Ook wel een designer genoemd vind je in allerlei disciplines:

Industriele vormgeving
Grafische vormgeving

"Het ontwerpen van alles wat de mens gebruikt,
bekijkt en beluisterd"

Slide 5 - Tekstslide

Kunstenaars
Ook wel vrije designer of ambachtelijke nijverheid genoemd vind je in allerlei disciplines:

schilders, beeldhouwers, videomakers, handwerkers, staalbouwers, modedesigners, avantgardisten....
 .... alles wat er te bedenken valt !!!

"Het maken van alles wat de mens kan bedenken"

Slide 6 - Tekstslide

toegepaste vormgeving
of  vrije (=autonome)kunst?

Slide 7 - Tekstslide

sleepvraag
de volgende opdracht is een 'sleepvraag'
sleep de afbeeldingen naar het juiste vakje

Slide 8 - Tekstslide

toegepaste kunst
autonome kunst

Slide 9 - Sleepvraag

Aspecten van de VOORSTELLING
Beschrijven wat er te zien is:                            

  • Wat is het? (2D / 3D)
  • Is het werk figuratief of abstract ?
  • Wat is de voorstelling, wat is er letterlijk te zien?
  • Wat is het onderwerp / thema?
                                                                       

Slide 10 - Tekstslide

De Voorstelling:
  • Wat is het? (2D / 3D)
  • Is het werk figuratief of abstract ?
  • Wat is de voorstelling, wat is er letterlijk te zien?
  • Wat is het onderwerp / thema?

Slide 11 - Tekstslide

De voorstelling is:
A
Abstract
B
Figuratief
C
2D
D
3D

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het
onderwerp/ thema?

Slide 13 - Open vraag

De Voorstelling:
  • Wat is het? (2D / 3D)
  • Is het werk figuratief of abstract ?
  • Wat is de voorstelling, wat is er letterlijk te zien?
  • Wat is het onderwerp / thema?

Slide 14 - Tekstslide

De voorstelling is:
A
Abstract
B
Figuratief
C
2D
D
3D

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de voorstelling, wat is er letterlijk te zien?

Slide 16 - Open vraag

Aspecten van de VOORSTELLING
Vincent van Gogh

Beschrijf de voorstelling
in het kort:

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf de voorstelling
in het kort:

Slide 18 - Open vraag

Aspecten van de VORMGEVING

De Beeldaspecten:
  1. Compositie
  2. Kleur
  3. Vorm
  4. Licht
  5. Lijn
  6. Ruimte
  7. Textuur/Structuur

Slide 19 - Tekstslide

Beeldaspect COMPOSITIE
grondlijnen
bewegings suggestie:
statisch / dynamisch
compositiesoorten:
driehoeks
centraal
diagonaal
a- / symmetrisch
overall


Slide 20 - Tekstslide

Beeldaspect VORM
basisvormen: 2D / 3D

vormsoorten: 
open / gesloten
organisch / geometrisch
figuratief / abstract
symmetrisch / a-symmetrisch
positief / negatief



Slide 21 - Tekstslide

Beeldaspect KLEUR
kleurgebruik
primaire / secundaire kleuren
verzadigde kleuren / zuivere kleuren  
warm / koud contrast
licht / donker contrast
complementair kleurcontrast




Slide 22 - Tekstslide

Beeldaspect RUIMTE
ruimtesuggestie:
voorgrond / achtergrond
groot / klein
lijn- / atmosferisch perspectief
afsnijding
overlapping
plasticiteit
standpunt



Slide 23 - Tekstslide

Beeldaspect STRUCTUUR
TEXTUUR

structuur
Hoe is iets opgebouwd, 
Waar bestaat het uit?

textuur
Hoe voelt iets aan, 
Hoe ziet iets eruit?

2D-3D
plasticiteit 
stofuitdrukking


. . . . . .  

Slide 24 - Tekstslide

De hanterings- of werkwijze
Het gebruik van het materiaal en de techniek

  • Welk materiaal is gebruikt, 
  • Welke techniek en op welke manier is er toegepast? 
  • Wat is het effect van de gebruikte techniek op het totale beeld.

Slide 25 - Tekstslide

Aspecten van de VORMGEVING
Vincent van Gogh
Beschrijf het schilderij aan de hand van de 
beeldaspecten bij vormgeving:
Compositie
Kleur
Vorm
Licht
Lijn
Ruimte
Textuur/Structuur

Slide 26 - Tekstslide

Noem een aspect van de vormgeving waaraan je kan zien dat het zomer is. Leg uit.

Slide 27 - Open vraag

het schilderij van van Gogh is geschilderd met olieverf.
Olieverf is een aspect van de
A
Voorstelling
B
Vormgeving

Slide 28 - Quizvraag

Aspecten van de voorstelling
Aspecten van de vormgeving
Wat zie je
Hoe is het gemaakt?
Technieken
Materialen
Beeldende aspecten
Vorm
Kleur
ruimte
Licht
Compositie
verhalend
Inhoud 

Slide 29 - Sleepvraag

Einde van deze les
Huiswerk voor volgende week (10 juni):
1. Leren alle basisbegrippen
2. Leren begrippen over architectuur
(word documenten en power points staan in magister/ ELO/ Studiewijzer/ HA 3 mavo)
2. Bedenk 4 vragen en schrijf deze op voor in de les van 10 juni

Slide 30 - Tekstslide