Landstede Groep

Werking van drugs in de hersenen

Werking van drugs
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werking van drugs

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Ik kan de verschillende manieren van inname benoemen.
  • Ik kan de functies van de organen benoemen.
  • Ik kan de signaaloverdracht tussen neuronen uitleggen.
  • Ik kan toelichten wat het beloningscentrum inhoudt. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manier van inname
Elke drug kent zijn eigen manier van gebruik. Alcohol wordt gedronken, tabak gerookt, cocaïne gesnoven en heroïne gespoten. 

Alle manieren hebben met elkaar gemeen dat de drugs in het bloed terechtkomen. Het bloed transporteert de drugs door het lichaam en uiteindelijk naar de hersenen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Het moment waarop drugs de hersenen bereiken hangt af van de manier van inname.

Elke route heeft een andere ‘aankomsttijd’ in de hersenen en dus een andere tijd voordat je het effect voelt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

De kortste route is roken. De drugs worden dan via de longen opgenomen in het bloed, en hoeven daarna alleen nog langs het hart alvorens ze de hersenen bereiken. De langste route is die van het slikken/drinken/eten. Daarbij komen de drugs aan in de maag, gaan door de darmen waar ze opgenomen worden in het bloed, passeren de lever, komen aan in het hart, gaan naar longen, terug naar hart en dan pas naar de hersenen.
Functie van organen
  • Longen: nemen bij ademhalen de drugs uit de lucht (rook) op.
  • Maag en darmen: nemen bij eten, drinken of slikken de drugs op. 
  • Hart: pompt het bloed met drugs door het lichaam.
  • Hersenen: worden door de drugs beïnvloed, waardoor je je anders gaat   voelen.
  • Lever: breekt de drugs weer af.
  • Nieren: Filteren de afvalstoffen van drugs uit het bloed.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen
  • Neuronen
  • 100 miljard neuronen
  • Geven informatie door en bepalen wat jouw lichaam doet en hoe jij je voelt
  • Signaaloverdracht -> neurotransmitters 

Slide 7 - Tekstslide

In onze hersenen en ruggenmerg worden cellen neuronen genoemd. Ons lichaam heeft ongeveer 100 miljard van deze neuronen! Neuronen geven informatie door en bepalen zo wat jouw lichaam doet en hoe jij je voelt. Bij informatie moet je dan denken aan heel uiteenlopende dingen, zoals het bewegen van je arm, maar ook de emotie die een goede film kan opwekken. De signaaloverdracht in neuronen vindt plaats door middel van neurotransmitters. Neurotransmitters zijn stofjes die opgeslagen liggen in blaasjes. De neurotransmitters worden afgegeven om een signaal door te geven aan andere neuronen.
Signaaloverdracht tussen neuronen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van drugs op neurotransmitters

Veel drugs lijken wat betreft chemische structuur op neurotransmitters. De drugs beïnvloeden de werking van de neurotransmitters. 

Dit gebeurt op verschillende manieren:

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  1. De drug vergroot of remt de neurotransmitter afgifte waardoor er meer neurotransmitters vrij worden gegeven (bijv. speed, XTC).

  2. Neurotransmitters worden normaal gesproken afgebroken. De drug (bijv. speed) kan de afbraak blokkeren waardoor de neurotransmitters langer actief zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. De drug bindt zich aan de transporter en blokkeert daardoor de heropname van neurotransmitters. Daardoor blijven de neurotransmitters langer actief en geven ze een sterker signaal af (bijv. cocaïne, XTC en amfetamine).

4. De drug imiteert de neurotransmitter. De drug bindt zich aan dezelfde receptor als de neurotransmitter (bijv. cannabis, nicotine) en geeft dezelfde signalen af.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


5. Omgekeerd kunnen ze de werking van de receptor ook blokkeren (bijv. ketamine).


6. De drug bindt op een andere plaats op de receptor, waardoor de functie van de receptor verandert (bijv. alcohol).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten van drugs
De effecten van drugs hangen af van:
1. De neurotransmitters die ze beïnvloeden
2. De gebieden in de hersenen waar deze neurotransmitters
     voorkomen
3. De functies die deze hersengebieden vervullen.

Slide 13 - Tekstslide

Zo kunnen drugs verdoven, stimuleren, de waarneming veranderen, maar ook functies als geheugen, coördinatie, eetlust, hartslag en ademhaling beïnvloeden. Drugs beïnvloeden in de regel niet één, maar meerdere processen die door neurotransmitters bepaald worden.
Beloningscentrum
  • Belangrijk hersengebied
  • Dopamine
  • Natuurlijke beloningen vs. drugs
  • Beloont gedrag met positieve gevoelens -> herhaling
  • Verslaving

Slide 14 - Tekstslide

Een belangrijk hersengebied is het beloningscentrum. Dopamine is de belangrijkste neurotransmitter van dit centrum. Behalve de natuurlijke beloningen als eten en seks kunnen óók alcohol en drugs voor verhoogde dopamine niveaus zorgen. Het beloningscentrum zorgt ervoor dat je gemotiveerd wordt om te eten, drinken of seks te hebben. Het beloningscentrum beloont dit gedrag met positieve gevoelens, waardoor je dit gedrag telkens zult herhalen. Vanuit de evolutieleer gezien speelt het beloningscentrum een belangrijke rol bij het overleven van de soort. Bij het ontstaan van verslaving speelt het beloningscentrum een belangrijke rol.
Functioneert minder goed; het gebruik van drugs zal een extreem positief gevoel veroorzaken. Hierdoor is de kans groot dat het druggebruik herhaald zal worden. 

Functioneert het normaal; dan zal het gebruik van drugs weinig indruk maken of een te krachtige en dus een negatieve ervaring oproepen.

Herhaald druggebruik zal het beloningscentrum verder uitputten. Mensen genieten nog minder, waardoor de neiging om weer te gaan gebruiken nog groter wordt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • Zo kan door voortdurend gebruik van een drug, de uitstoot van neurotransmitters verminderen.
  • Ook kan het aantal receptoren verminderen, doordat het lichaam voortdurend drugs toegediend krijgt.
  • Ten slotte kunnen neurotransmitters versneld worden afgebroken.

    Hierdoor zijn er meer drugs nodig om de oorspronkelijke effecten nog te krijgen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies