Landstede Groep

Uitleg Beeldaspect KLEUR

Beeldaspect 
Kleur
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingTekenen+1Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Beeldaspect 
Kleur

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn.  

Slide 2 - Tekstslide

Wat is kleur?
Kleur heeft een aantal eigenschappen: toon, helderheid en verzadiging. De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de 
verzadiging zegt iets over de hoeveelheid 
pigment in een kleur.


Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek

Slide 3 - Tekstslide

Primaire kleuren
De primaire kleuren zijn: 
  1. rood, 
  2. geel 
  3. blauw

Slide 4 - Tekstslide

Secundaire kleuren
  • Secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.
  • Oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.

Slide 5 - Tekstslide

Tertiaire kleuren
Dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire kleur.
Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen.

Slide 6 - Tekstslide

Kleur tegen kleurcontrast
Dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen.

Slide 7 - Tekstslide

Complementair contrast
Deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.

dit zijn: 
paars-geel, 
rood-groen,
blauw-oranje.

Slide 8 - Tekstslide

Licht-donker contrast
  • Dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren.  
  • Wit -zwart is het grootste contrast. 
  • Je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit.

Slide 9 - Tekstslide

Warme en koude kleuren
Warme kleuren:
  • zijn warm en gezellig 
  • lijken dichterbij
  • vormen een contrast met koude kleuren 

Koude kleuren:
  • zijn koel en rustig 
  • lijken verder weg
  • vormen een contrast met warme kleuren 

    Slide 10 - Tekstslide

    Koud–warm contrast
    Een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warmcontrast.

    Slide 11 - Tekstslide

    Kleurenfamilie
    • Dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie. 

    • Kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk. 

      Slide 12 - Tekstslide

      Quiz

      Slide 13 - Tekstslide

      de primaire kleuren zijn?
      A
      Rood, oranje, geel
      B
      Blauw, groen, geel
      C
      Paars, oranje, geel
      D
      Rood, blauw, geel

      Slide 14 - Quizvraag

      de secundaire kleuren zijn?
      A
      groen, paars en bruin
      B
      oranje, paars en geel
      C
      groen, oranje en blauw
      D
      groen, oranje en paars

      Slide 15 - Quizvraag

      oranje maak je met?
      A
      geel en paars
      B
      rood en wit
      C
      geel en rood
      D
      geel en wit

      Slide 16 - Quizvraag

      groen maak je met
      A
      blauw en rood
      B
      rood en blauw
      C
      rood en geel
      D
      geel en blauw

      Slide 17 - Quizvraag

      paars is de mengkleur van?
      A
      blauw en rood
      B
      geel en rood
      C
      blauw en geel
      D
      rood en zwart

      Slide 18 - Quizvraag

      welke kleurcontrasten herken je?
      A
      licht-donker contrast
      B
      koud-warm contrast
      C
      complementair contrast
      D
      kleur-tegen-kleur contrast

      Slide 19 - Quizvraag

      hier zie je een?
      A
      een kleur tegen kleur contrast
      B
      twee primaire kleuren
      C
      twee secundaire kleuren
      D
      een complementair contrast

      Slide 20 - Quizvraag

      hier zie je?
      A
      een koud-warm contrast
      B
      warme kleuren
      C
      koude kleuren
      D
      een licht-donker contrast

      Slide 21 - Quizvraag

      Bij een complementair kleurcontrast staat er altijd een primaire kleur tegenover een secundaire kleur
      A
      Waar
      B
      Niet waar

      Slide 22 - Quizvraag




      • Kleur de kleurplaat in een kleurcontrast.
      • Gebruik kleurpotlood, stift of verf.
      • Kies 1 v.d. 4 kleurcontrasten.
      • Werk het netjes uit.
      • Gebruik je fantasie


      1. Koud-warm contrast
      2. Complementair contrast
      3. Licht-donker contrast
      4. Kleur op kleur contrast

      • Extra; Kleurenfamilie
      Opdracht 1

      Slide 23 - Tekstslide




      • Maak 2 tekeningen waarin je kleurcontrasten laat zien.  Maak keuze uit de 4 verschillende kleurcontrasten.
      • Gebruik papier of Ipad
      • Werk het netjes uit.
      • Hoe beter je expressie (fantasiegebruik) des te beter je cijfer.

      • Tijd over; maak een tekening met 1 kleurenfamilie.
      Tijd: 2 lessen


      1. Koud-warm contrast
      2. Complementair contrast
      3. Licht-donker contrast
      4. Kleur op kleur contrast

      • Extra; Kleurenfamilie
      Opdracht 2

      Slide 24 - Tekstslide

      Beoordelingscriteria
      • Kennis: je snapt de begrippen en kunt ze toepassen
      • Eigen Expressie: je eigen fantasiegebruik 
      • Netheid: je hebt netjes gewerkt

      Slide 25 - Tekstslide