In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
NaSk - herhaling: H3 Water
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Vandaag: herhaling H3 Water
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel denk je nog te weten over 'H3 Water'?
Alles is mij duidelijk
Het zit redelijk in mijn hoofd
Ik zie nog te veel gekke woorden
Ik snap er niks van
Slide 3 - Poll
Herhaling
Laten we eens kijken wat we nog weten over
'H3 Water'!
Slide 4 - Tekstslide
3.1 IJs, water en waterdamp
Slide 5 - Tekstslide
Fasen
Vaste fase
Kenmerken van een vaste stof zijn:
Een vaste stof heeft wel een eigen vorm
Een vaste stof kan niet worden samengeperst
Voorbeelden van vaste stoffen:
Steen, plastic, zout, ijzer, hout
Slide 6 - Tekstslide
Fasen
Vloeibare fase
Kenmerken van een vloeistof zijn:
Een vloeistof heeft geen eigen vorm
Een vloeistof heeft een horizontaal oppervlak
Een vloeistof kan niet worden samengeperst
Voorbeelden van vloeistoffen:
Water, benzine, alcohol, azijn
Slide 7 - Tekstslide
Fasen
Gasvormige fase
Kenmerken van een gas zijn:
Een gas heeft geen eigen vorm
Een gas kun je wel samen persen
Een gas verspreidt zich door de ruimte waar het in zit
Voorbeelden van gassen:
Aardgas, zuurstof, CO2, chloorgas, stikstof
Slide 8 - Tekstslide
Gas
Vloeibaar
Vast
Wolk
Stoom
IJsklontje
Zeewater
Sneeuw
Slide 9 - Sleepvraag
3.2 Temperatuur
Slide 10 - Tekstslide
Hieronder zie je een vloeistof thermometer.
Zet de namen bij de juiste nummers
Schaalverdeling
Stijgbuis
Reservoir
Slide 11 - Sleepvraag
Wat voor vloeistof wordt vaak gebruikt in een vloeistofthermometer?
A
Alcohol
B
Water
C
Kwik
D
Ruitenwisservloeistof
Slide 12 - Quizvraag
De vloeistof in een vloeistofthermometer...
A
Krimpt, als de temperatuur stijgt
B
Krimpt, als de temperatuur daalt
C
Zet uit, als de temperatuur stijgt
D
Zet uit, als de temperatuur daalt
Slide 13 - Quizvraag
Wat voor soort thermometer is dit?
A
Koortsthermometer
B
Vloeistofthermometer
C
Oventhermometer
D
Buitenthermometer
Slide 14 - Quizvraag
Sleep de temperatuurmetingen naar het juiste meetbereik in graden Celsius
-10 tot 100 °C
35 tot 42 °C
60 tot 300 °C
0 tot 1800 °C
Meten van de temperatuur
van je lichaam
Meten van de temperatuur
van een oven
Meten van de temperatuur
van lava uit
een vulkaan
Meten van de temperatuur van kokend water
Slide 15 - Sleepvraag
3.3 Veranderen van fase
Slide 16 - Tekstslide
Waterdamp is ...
A
Zichtbaar
B
Onzichtbaar
Slide 17 - Quizvraag
Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
vervluchtigen
smelten
stollen
rijpen
verdampen
Slide 18 - Sleepvraag
Welke fase heeft het kaarsvet op plaats B?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 19 - Quizvraag
Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken
Slide 20 - Quizvraag
Welke fase heeft het water op plaats A?
A
Gas
B
Vast
C
Vloeibaar
Slide 21 - Quizvraag
In welke fase zit water als het mist?
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar
Slide 22 - Quizvraag
Welke fase heeft het water op plaats C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 23 - Quizvraag
In de winter zit er soms aan de bomen. Door welke faseovergang is dit ijs ontstaan?
A
Rijpen
B
Bevriezen
C
Smelten
D
Condenseren
Slide 24 - Quizvraag
Dichte mist ontstaat als er veel waterdruppels in de lucht hangen. Na een heldere dag ontstaat er plotseling dichte mist. Wat kun je dan zeggen over de temperatuur?
A
Het is kouder geworden
B
De temperatuur is hetzelfde gebleven
C
Het is warmer geworden
Slide 25 - Quizvraag
3.4 Kookpunt en smeltpunt
Slide 26 - Tekstslide
Smeltdiagram van water
Temperatuur onder het smeltpunt = vaste stof = ijs
Temperatuur tussen het smelt- en kookpunt = vloeibare stof = water
Temperatuur boven het kookpunt = gasvormige stof = waterdamp
Slide 27 - Tekstslide
Wat is de fase van water als het 65°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de fase van water als het 105°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 29 - Quizvraag
Het kookpunt
Tijdens het koken:
Temperatuur is 100 °C
De temperatuur blijft constant
Waterdampbellen ontstaan door de hele vloeistof
Het kookpunt is een stofeigenschap
Slide 30 - Tekstslide
Verdampen en koken: overeenkomst
Bij allebei is er de
fase-overgang
van vloeibaar
naar gasvormig
Slide 31 - Tekstslide
Verdampen en koken: verschillen
Verdampen:
Gebeurt alleen aan het oppervlak
Kan tussen het smelt- en kookpunt plaatsvinden
Water kan dus verdampen tussen 0 en 100 °C!
Koken:
Kan alleen bij het kookpunt!
Slide 32 - Tekstslide
Smeltpunt en kookpunt
Onder het smeltpunt = vaste fase
Tussen smelt- en kookpunt = vloeibare fase
Boven het kookpunt = gasvormige fase
Slide 33 - Tekstslide
Laten we eens even samen kijken...
Tussen welke
temperaturen is
alcohol een gas en
water vloeibaar ?
Slide 34 - Tekstslide
Bekijk de grafiek hiernaast goed. Wat is het stolpunt van deze stof?
A
400 graden Celsius
B
250 graden Celsius
C
100 graden Celsius
D
Kun je niet zeggen
Slide 35 - Quizvraag
Kwik heeft een smeltpunt van -39°C en een kookpunt van 357°C. Welke fase heeft kwik als het 30 °C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 36 - Quizvraag
Kwik heeft een smeltpunt van -39°C en een kookpunt van 357°C. Bij welke temperatuur is kwik een gas?
A
-40°C
B
-38°C
C
356°C
D
358°C
Slide 37 - Quizvraag
Aluminium heeft een smeltpunt van 660 °C en een kookpunt van 2467 °C. Welke fase heeft aluminium bij 100 °C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 38 - Quizvraag
Slide 39 - Video
Hoe goed denk je dat je de stof van 'H3 Water' nu begrijpt?