In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Het monetair beleid is onderdeel van het conjunctuurberleid en bestaat uit direct en indirect geldhoeveelheidsbeleid en wisselkoersbeleid.
Schematisch ziet
het er als volgt uit:
Door het bestaan van chartaal geld, is de ondergrens van de rente gelijk aan 0.
Bedenk maar wat er zou gebeuren als de rente wel onder de nul zou komen. Bij een negatieve rente zou iedereen zijn spaargeld omzetten in chartaal geld en dat thuis gaan ‘oppotten’(om te voorkomen dat je moet gaan betalen voor het ‘op de bank’ zetten van je geld).
Stel dat je geld krijgt om te lenen (negatieve rente). Dat extra geld wordt niet vanzelfsprekend uitgegeven, waardoor de reële sector niet reageert op een vergroting van M. Het extra geld dat de huishoudens (op één of andere manier) krijgen, wordt niet uitgegeven, maar opgepot (inactief gehouden).