Landstede Groep

Les 2. Euthanasie door de Tijd: Filosofen en Theologen

Geschiedenis over euthanasie/ zelfdoding
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis over euthanasie/ zelfdoding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet hoe de oude filosofen dachten.
Je kunt de denkers in de middeleeuwen benoemen en hun gedachten over zelfdoding.
Je kunt aangeven wie Thomas van Aquino is en waarom hij zo belangrijk is m.b.t de discussie rondom euthanasie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

auto -euthanasie
palliatieve sedatie
euthanasie
Zonder arts een einde aan het leven maken, wel in nabijheid van familie of vrienden.
Pijnbestrijding
Zorgvuldigheidseisen
 Een einde maken aan het leven van iemand anders is strafbaar. Ook als de patiënt er zelf om vraagt bij de arts.
Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase.
Hulp bieden of niets doen bij zelfdoding is strafbaar

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke methode wordt er niet door artsen gebruikt voor euthanasie?
A
infuuspomp
B
injectie
C
overdosis morfine
D
drankje

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is geen zorgvuldigheidseis bij euthanasie?
A
De persoon lijdt ondraaglijk en uitzichtloos.
B
De naaste familie is op de hoogte gebracht.
C
Controle van een scanarts
D
De procedure wordt zorgvuldig uitgevoerd.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Socrates: dronk de gifbeker.
Plato: Ziel zit vast in de gevangenis van het lichaam. 
Aristoteles: Laffe daad.
De oude filosofen

Slide 6 - Tekstslide

Plato: In Plato's dialogen, zoals de "Phaedo" en de "Phaedrus", zijn er verwijzingen naar de ziel, het leven na de dood en ethische kwesties, maar er is geen directe discussie over zelfdoding. Plato was echter een voorstander van de leer van de tripartiete ziel, waarin hij de rede, de begeerte en de moedige delen van de ziel onderscheidde. Het is mogelijk dat hij zelfdoding zou hebben afgekeurd omdat het een daad zou zijn die ingaat tegen de rede en de harmonie van de ziel.
Aristoteles: Aristoteles, bekend om zijn ethische werken zoals de "Nicomachean Ethics", legde de nadruk op de deugdethiek, waarbij hij betoogde dat geluk werd bereikt door het nastreven van deugdzaamheid en een evenwichtig leven. Hoewel Aristoteles zelfdoding niet specifiek bespreekt, zou het kunnen zijn dat hij het zou afkeuren omdat het indruist tegen de deugd van moed en het streven naar een goed leven.
Socrates: Socrates, die vooral bekend is vanwege zijn gesprekken zoals vastgelegd door zijn leerling Plato, sprak vaak over ethische kwesties, maar er zijn geen expliciete vermeldingen van zijn standpunt over zelfdoding. Socrates' nadruk op de zoektocht naar waarheid en het kennen van jezelf zou echter kunnen suggereren dat hij zelfdoding zou afkeuren, omdat het een daad zou zijn die de mogelijkheid van persoonlijke groei en zelfkennis zou beëindigen.
Romeinse rijk
Terminale zieken
De staat zorgde voor het gif.
politiek/ strijdveld/ gladiatoren
Zelfmoord werd aangemoedigd als met de strijd dreigde te verliezen.

Slide 7 - Tekstslide

Politiek: In sommige gevallen, vooral onder politici en leiders, werd zelfmoord gezien als een daad van waardigheid en eer wanneer iemand werd geconfronteerd met schande, vernedering of verlies van politieke macht. Een bekend voorbeeld is de zelfmoord van Marcus Junius Brutus na zijn nederlaag in de Slag bij Philippi.
Strijdveld: Soldaten konden ervoor kiezen om zelfmoord te plegen in plaats van gevangen te worden genomen door de vijand, omdat gevangenschap vaak werd beschouwd als een teken van schande en vernedering. Dit kwam vooral voor in situaties waarin de overwinning onwaarschijnlijk was en gevangenschap gepaard zou gaan met marteling of slavernij.
Gladiatoren: Gladiatoren konden soms kiezen voor zelfmoord in de arena, vooral als ze zwaar gewond waren geraakt en wisten dat ze niet lang meer te leven hadden. Dit werd soms gezien als een daad van moed en waardigheid, in plaats van passief te wachten op hun dood door verwondingen of executie.
Terminale zieken: Het is waar dat de Romeinse staat soms gif ter beschikking stelde aan terminaal zieke individuen, zodat ze zelfmoord konden plegen als ze ondraaglijk leden en geen hoop op genezing hadden. Dit werd beschouwd als een daad van mededogen en humaniteit, om het lijden van de patiënt te verlichten en hen een waardig einde te bieden.
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Socrates
g
b
k
f
r
e
i
e

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lucretia(510 v. Chr)
Ze werd bewonderd door vele vrouwen en velen bezochten haar graf en volgden haar voorbeeld. 
    Zij stond bekend om haar schoonheid en deugdelijkheid.

Slide 9 - Tekstslide

Het verhaal van Lucretia, een figuur uit de Romeinse geschiedenis en mythologie, is nauw verbonden met de kwestie van zelfmoord. Volgens de legende was Lucretia de vrouw van Lucius Tarquinius Collatinus, een Romeinse aristocraat. Het verhaal gaat dat Sextus Tarquinius, de zoon van koning Tarquinius Superbus, Lucretia verkrachtte toen haar man weg was. Na de verkrachting smeekte Lucretia haar vader en echtgenoot om wraak te nemen op de Tarquinii.
Na het incident riep Lucretia haar familie en enkele bondgenoten bijeen, vertelde hen over de verkrachting en pleitte voor gerechtigheid. Nadat ze haar verhaal had gedaan, pleegde ze zelfmoord door een dolk in haar hart te steken, omdat ze geloofde dat haar eer was geschonden en ze niet langer kon leven met de schande. Haar daad van zelfmoord werd gezien als een daad van moed en waardigheid, en het diende als een katalysator voor de val van de Tarquinii en de oprichting van de Romeinse Republiek.
Het verhaal van Lucretia illustreert de complexe houding van de oude Romeinen ten opzichte van zelfmoord. Hoewel Lucretia's zelfmoord werd gezien als een daad van nobele zelfopoffering en moed, was het ook het gevolg van een tragische gebeurtenis die haar eer had geschonden. Deze dualiteit in de Romeinse opvattingen over zelfmoord komt vaak naar voren in de literatuur en mythologie van het oude Rome.
Cato (46 v. Chr)
Hij stortte zich in zijn zwaard omdat hij dreigde te verliezen.
   Hij werd een voorbeeldfiguur tijdens de oorlog met Julius Cesar.

Slide 10 - Tekstslide

Cato de Jongere, ook wel bekend als Cato Uticensis, was een prominente Romeinse staatsman, filosoof en tegenstander van Julius Caesar. Zijn naam is nauw verbonden met de kwestie van zelfdoding vanwege de manier waarop hij zijn leven eindigde.
Na de nederlaag van Pompeius in de Slag bij Thapsus in 46 v.Chr. en de daaropvolgende overwinning van Julius Caesar, koos Cato ervoor om niet te leven onder een regime dat hij als tiranniek beschouwde. In plaats van zich over te geven aan Caesar of een compromis te sluiten, besloot Cato zelfmoord te plegen als een daad van moed en principiële standvastigheid.
Volgens de overlevering verwondde Cato zichzelf tijdens zijn zelfmoordpoging, maar werd hij gered door zijn aanhangers. Toen hij zich realiseerde dat hij gevangen zou worden genomen door Caesar's troepen en als een triomf zou worden tentoongesteld, voltooide Cato zijn daad van zelfdoding door zijn buik open te snijden met zijn zwaard. Hij stierf in 46 v.Chr. in Utica, een stad in het huidige Tunesië.
Cato's zelfmoord wordt vaak gezien als een daad van onwrikbare principes en onafhankelijkheid, en het leverde hem een blijvende reputatie op als een symbool van deugdzaamheid en republikeinse principes in de Romeinse geschiedenis. Zijn leven en dood hebben een blijvende invloed gehad op de Romeinse literatuur en politieke denken, en zijn nalatenschap wordt nog steeds bestudeerd en besproken in de moderne tijd.
Seneca  ( 1v. Chr. -65 n. Chr. stoïcijns filosoof)
Eigen dood bepalen is het hoogste goed.
        De dood is de grote bevrijder van de mens en de oplossing van alle pijn en smart. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze uitspraak wordt toegeschreven aan de Romeinse filosoof Seneca, die leefde van ca. 4 v.Chr. tot 65 n.Chr. Seneca was een stoïcijnse filosoof, politicus en toneelschrijver, en zijn werk is doordrenkt met reflecties over leven, dood en de menselijke conditie.
In deze uitspraak lijkt Seneca de dood te beschouwen als een welkome bevrijding van de pijn en het lijden van het menselijk bestaan. Dit weerspiegelt de stoïcijnse opvatting dat ware vrijheid en gemoedsrust kunnen worden bereikt door het loslaten van aardse verlangens en emoties, en door het aanvaarden van het lot zoals het komt. Voor Seneca zou de dood niet iets zijn om gevreesd te worden, maar eerder als een natuurlijk en onvermijdelijk onderdeel van het leven dat bevrijding biedt van de moeilijkheden en beperkingen van het menselijk bestaan.
Deze uitspraak kan ook worden geïnterpreteerd in het licht van Seneca's persoonlijke ervaringen en filosofische overtuigingen. Als stoïcijn was hij bekend om zijn nadruk op het cultiveren van innerlijke vrede en gelijkmoedigheid te midden van externe uitdagingen en tegenslagen. In deze context kan het idee dat de dood de 'grote bevrijder' is, worden gezien als een uitdrukking van Seneca's geloof in de beëindiging van aardse zorgen en lijden in het aangezicht van de dood.

Moeten mensen hun eigen dood kunnen bepalen? 
Leg je antwoord goed uit.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Augustinus (354-430)
Het is een plicht om te leven en tot het einde toe dit leven te verdragen. 
Christenen in de oudheid.
Tertulianus (kerkvader 160 -230):zelfdoding is tegen de wil van God. Je moet je lijden dragen.

Slide 13 - Tekstslide


In de vroege christelijke geschiedenis waren er verschillende opvattingen over zelfdoding, maar over het algemeen werd het gezien als een zonde tegen God en als een daad die inging tegen de christelijke leer van hoop, liefde en verlossing. Zowel Tertullianus als Augustinus, twee prominente kerkvaders uit de vroege kerkgeschiedenis, spraken zich uit tegen zelfdoding.
Tertullianus: Tertullianus, een Noord-Afrikaanse theoloog en apologeet die leefde in de 2e en 3e eeuw na Christus, veroordeelde zelfdoding als een daad van wanhoop en lafheid. Hij geloofde dat het leven een geschenk was van God en dat zelfs in tijden van lijden en moeilijkheden, christenen de hoop en kracht moesten putten uit hun geloof in God. Tertullianus bekritiseerde zelfmoord als een daad van rebellie tegen Gods wil en als een ontkenning van Gods macht om te helpen en te troosten in moeilijke tijden.
Augustinus: Augustinus van Hippo, een van de invloedrijkste theologen en kerkvaders van de vroege kerk, sprak zich ook uit tegen zelfdoding. Hij beschouwde zelfmoord als een ernstige zonde die indruiste tegen de christelijke leer van het behoud van het leven en het respecteren van Gods wil. Augustinus geloofde dat het leven een geschenk was van God en dat alleen God het recht had om het leven te nemen. Hij benadrukte het belang van berouw en bekering voor degenen die worstelden met de gedachte aan zelfmoord, en moedigde hen aan om hulp te zoeken bij geestelijken en medegelovigen.
Over het algemeen kunnen we zeggen dat zowel Tertullianus als Augustinus zelfmoord afkeurden als een daad van zonde en rebellie tegen Gods wil. Ze benadrukten het belang van het behoud van het leven, zelfs in tijden van lijden en moeilijkheden, en moedigden gelovigen aan om hoop en kracht te putten uit hun geloof in God en zijn belofte van troost en verlossing.
N.T: Judas pleegt zelfmoord (geen waardeoordeel)

Slide 14 - Tekstslide

Het verhaal van Judas Iskariot, een van de twaalf apostelen van Jezus Christus, wordt beschreven in de evangeliën van het Nieuwe Testament, met name in Matteüs 27:3-10 en Handelingen 1:18-19. Volgens deze verslagen verraadde Judas Jezus aan de Romeinse autoriteiten voor een som geld en leverde hem over aan zijn vijanden.
Na het verraad van Jezus wordt in het evangelie van Matteüs vermeld dat Judas berouw kreeg over zijn daden en het geld dat hij had ontvangen terugbracht naar de overpriesters en oudsten. Vervolgens probeerde hij zijn daden ongedaan te maken door zichzelf te verhangen. Het verslag in Matteüs 27:5 zegt: "Toen hij het geld aan de overpriesters en oudsten had teruggegeven, zei hij: 'Ik heb een zonde begaan door een onschuldig mens te verraden.' Maar zij antwoordden: 'Wat gaat ons dat aan? Dat is jouw zaak.' En hij wierp het geld de tempel in, liep weg en hing zichzelf op."
Het verslag in Handelingen 1:18-19 voegt nog meer details toe aan het verhaal van Judas' dood, waar staat dat Judas zichzelf ophing nadat hij het veld had gekocht met het bloedgeld dat hij had ontvangen voor zijn verraad van Jezus. Het vers gaat verder met te zeggen dat Judas dood op de grond viel en openbarstte, waarbij zijn ingewanden naar buiten kwamen.
Het verhaal van Judas' zelfmoord in de Bijbel wordt meestal gezien als een tragisch voorbeeld van berouw dat niet leidt tot vergeving of verlossing. Het wordt vaak gebruikt als een waarschuwing tegen het verraad van vertrouwen en de ernstige gevolgen van zonde.
1. Gaat in tegen de natuur. 
2. Gaat in tegen de gemeenschap.
3. Gaat in tegen de schenking van het leven door God.
De oudheid: Thomas van Aquino (1225-1274)
3 Argumenten tegen zelfdoding/euthanasie:

Slide 15 - Tekstslide

Thomas van Aquino, een invloedrijke middeleeuwse theoloog en filosoof, presenteerde verschillende argumenten tegen zelfmoord in zijn werk. Hier zijn drie van zijn belangrijkste argumenten:
Tegen de natuur: Aquino betoogde dat zelfmoord in strijd is met de natuurlijke neiging van de mens om het leven te behouden. 

Tegen de gemeenschap: Aquino benadrukte ook de sociale en morele gevolgen van zelfmoord. Hij geloofde dat zelfmoord schadelijk was voor de gemeenschap en dat het degenen die achterblijven met verdriet, verwarring en pijn achterliet. Hij zag zelfmoord als een daad van zelfzuchtigheid die geen rekening hield met de behoeften en gevoelens van anderen, en die daarom niet in overeenstemming was met de deugd van naastenliefde en het streven naar het algemeen welzijn.

Tegen de schenking van het leven door God: Hij beschouwde het leven als een geschenk van God en geloofde dat het behouden van het leven een fundamentele natuurlijke wet was die inherent was aan alle levende wezens. Zelfmoord ging daarom in tegen deze natuurlijke wet en was een daad van rebellie tegen de goddelijke orde.

Deze argumenten van Aquino tegen zelfmoord weerspiegelen zijn bredere ethische en theologische opvattingen over de menselijke natuur, deugd en de relatie tussen individu en gemeenschap. Ze vormen een belangrijk onderdeel van zijn morele filosofie en hebben een blijvende invloed gehad op het christelijke denken over zelfmoord.
Lijden dragen:
God kan het lijden gebruiken voor iets goeds.
Geen kerkelijke begrafenis al iemand door zelfmoord om het leven is gekomen.

Slide 16 - Tekstslide

Aquino geloofde dat zelfmoord een gebrek aan hoop en vertrouwen in God vertoonde. Hij beschouwde hoop als een deugd die gelovigen aanmoedigde om vast te houden aan het geloof in Gods voorzienigheid en het vermogen van God om te helpen en te troosten in tijden van lijden en moeilijkheden. Zelfmoord werd daarom gezien als een ontkenning van Gods barmhartigheid en als een daad van wanhoop die inging tegen de deugd van hoop.

In het verleden werd zelfmoord vaak gezien als een ernstige zonde tegen God en de natuurlijke orde, en het werd beschouwd als een daad van opstand tegen Gods wil. Als gevolg hiervan werd zelfmoord in sommige gevallen beschouwd als een daad die iemand uitsloot van bepaalde religieuze riten en sacramenten, inclusief een kerkelijke begrafenis.
Er waren verschillende redenen waarom iemand die zelfmoord pleegde mogelijk geen kerkelijke begrafenis kreeg:
Zonde tegen God: Zelfmoord werd traditioneel gezien als een zonde tegen God, omdat het inging tegen het gebod "Gij zult niet doden" en tegen de natuurlijke neiging van de mens om het leven te behouden als een geschenk van God. Als gevolg hiervan werd het beschouwd als een daad van rebellie tegen Gods wil en als een ontkenning van het geloof in Gods voorzienigheid en genade.
Belemmering van berouw en verzoening: Zelfmoord werd vaak gezien als een daad die iemand beroofde van de mogelijkheid om berouw te tonen en verzoening te zoeken met God. Omdat de persoon die zelfmoord pleegde niet in staat was om berouw te tonen voor zijn of haar daden en vergeving te zoeken voor de zonde, werd het beschouwd als moeilijker om hen toe te laten tot religieuze rituelen zoals een kerkelijke begrafenis.
Voorkomen van navolging: Door zelfmoord te zien als een ernstige zonde met ernstige consequenties, hoopten kerkelijke autoriteiten mogelijk om anderen af te schrikken van het plegen van zelfmoord door het niet toekennen van een kerkelijke begrafenis aan degenen die zelfmoord pleegden. Dit werd gezien als een manier om de gemeenschap te beschermen en te voorkomen dat anderen het voorbeeld zouden volgen.

Wie was de eerste dominee die toch iemand een kerkelijke begrafenis gaf na zelfmoord?
A
Luther
B
Bonifatius
C
Calvijn
D
John Wesley

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

u
s
u
a
S
T
i
n
u
Christen uit de oudheid
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
A
B

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moderne periode: Thomas More (1478-1535) 
Bij ondragelijke ziekte: mag de mens zich bevrijden uit zijn gevangenis, maar moet toestemming van de priesters en bestuurders hebben.
Schrijver van het boek Utopia.

Slide 20 - Tekstslide

Het idee dat bij ondraaglijke ziekte de mens zich mag bevrijden, maar dat toestemming van religieuze autoriteiten en bestuurders vereist is, is afkomstig van Thomas More. Dit concept komt voor in zijn werk "Utopia", dat hij schreef in 1516. In "Utopia" beschrijft More een ideale samenleving, waarin hij verschillende sociale, politieke en ethische kwesties aan de orde stelt.
In het boek "Utopia" wordt gesproken over een "doodswet", die de bevolking toestaat om zichzelf van het leven te beroven in het geval van ondraaglijk lijden, maar alleen met toestemming van de religieuze autoriteiten en het bestuur. Deze toestemming moet worden verkregen na zorgvuldige overweging en evaluatie van de omstandigheden van de persoon en de ernst van zijn lijden.
Dit concept weerspiegelt More's humanistische opvattingen, waarin hij een balans probeert te vinden tussen mededogen voor het lijden van individuen en de noodzaak om ethische en morele principes te handhaven. Het idee van het verkrijgen van toestemming van religieuze en bestuurlijke autoriteiten is bedoeld om te voorkomen dat zelfdoding te lichtvaardig wordt opgevat en om ervoor te zorgen dat de beslissing om het leven te beëindigen zorgvuldig wordt overwogen en gemaakt.
Hoewel het concept van de "doodswet" in "Utopia" interessante ethische en filosofische vragen oproept, is het belangrijk op te merken dat het een fictief werk is en dat More's ideeën niet noodzakelijk zijn eigen opvattingen weerspiegelen.
David Hume (1711-1776)
2e argument: Juist goed voor de gemeenschap om er uit te stappen, je draagt niets meer bij.
3e argument: God is op afstand. God had de mens autonoom geschapen. Mens heeft volledige autoriteit over eigen leven. Zelfbeschikkingsrecht!
Hij gaat in tegen 2 argumenten van Thomas van Aquino.

Slide 21 - Tekstslide

Goed voor de gemeenschap om eruit te stappen: Hume was een voorstander van een utilitaristisch perspectief op moraliteit, waarbij de morele waarde van handelingen werd beoordeeld op basis van hun bijdrage aan het algemeen welzijn of geluk. Vanuit dit perspectief zou zelfmoord, als het de last voor anderen vermindert of de pijn verlicht, kunnen worden gezien als moreel gerechtvaardigd. Hume benadrukte ook het belang van sympathie en empathie bij het beoordelen van morele kwesties, en zou kunnen stellen dat het verminderen van lijden voor alle betrokkenen een nobel doel is.

Zelfbeschikkingsrecht: Hume was een pleitbezorger van persoonlijke autonomie en vrijheid, en geloofde dat individuen het recht hebben om hun eigen leven vorm te geven en keuzes te maken op basis van hun eigen oordeel en verlangens. Hij stond sceptisch tegenover autoriteit en dogmatische opvattingen, en zou de nadruk hebben gelegd op het recht van individuen om autonoom te beslissen over hun eigen leven, inclusief de beslissing om er een einde aan te maken als ze dat wensen.

Hume was een scepticus als het ging om metafysische aannames, waaronder het traditionele theologische concept van een almachtige en alwetende God die actief ingrijpt in de wereld. Hij stond bekend om zijn kritiek op theologische argumenten en zijn nadruk op empirisme en natuurlijke verklaringen voor fenomenen.
In zijn werk "Dialogues Concerning Natural Religion" onderzoekt Hume de geldigheid van theologische argumenten voor het bestaan en de aard van God. Hij beargumenteert dat de natuurlijke wereld niet voldoende bewijs biedt voor de specifieke kenmerken van een goddelijk wezen, zoals almacht, alwetendheid en goedheid. Hume benadrukt ook de beperkingen van menselijke kennis en de neiging van mensen om te vertrouwen op speculatie en aannames in plaats van op empirische observatie.
Als gevolg daarvan suggereert Hume dat, zelfs als er een God bestaat, deze God waarschijnlijk niet actief intervenieert in de wereld of zich bezighoudt met menselijke aangelegenheden op een directe en persoonlijke manier. Dit idee staat bekend als de "afwezige God" of het concept van God op afstand. Volgens dit perspectief is het bestaan van God mogelijk, maar is zijn invloed en betrokkenheid bij de wereld beperkt of indirect.
Lionel Arthur Tollemache (1838-1919)
Hij reageert op alle argumenten van Thomas van Aquino: 
Euthanasie: geen zaak van de overheid.
1e argument: leven rekken gaat in tegen de natuur.
2e argument: welk belang heeft de maatschappij bij een stervende?
3e argument: God wil niet dat mensen lijden.

Slide 22 - Tekstslide

Lionel Arthur Tollemache was een Britse filosoof, schrijver en lid van het Hogerhuis, bekend om zijn bijdragen aan ethische en filosofische discussies in de 19e eeuw. Zijn standpunt over zelfmoord is misschien het best samengevat in zijn werk "Suicide: A Social and Moral Study", gepubliceerd in 1908.

Leven rekken gaat in tegen de natuur: Dit argument suggereert dat het kunstmatig rekken van het leven van een stervende persoon tegen hun wil ingaat en daarmee in strijd is met de natuurlijke gang van zaken. Het kan worden geassocieerd met ethische overwegingen over de kwaliteit van leven en het recht van individuen om te beslissen over hun eigen dood, vooral in het geval van ondraaglijk lijden of terminale ziekte.
Welk belang heeft de maatschappij bij een stervende?: Dit argument stelt de vraag naar het belang van de samenleving bij het rekken van het leven van een stervende persoon, vooral als hun lijden ondraaglijk is en er weinig kans is op herstel. Het suggereert dat het in sommige gevallen moreel gerechtvaardigd kan zijn om de wensen van het individu te respecteren en hen in staat te stellen een waardige dood te sterven, zonder onnodig lijden.
God wil niet dat mensen lijden: Dit argument is gebaseerd op religieuze opvattingen over lijden en het goddelijke plan. Het suggereert dat het lijden van mensen niet in overeenstemming is met Gods wil en dat het daarom moreel gerechtvaardigd kan zijn om een einde te maken aan ondraaglijk lijden door middel van zelfmoord of andere middelen. Dit argument kan worden geassocieerd met theologische discussies over Gods goedheid en de rol van menselijk lijden in religieuze tradities.
 
Tollemache benaderde zelfmoord vanuit een breed perspectief, waarbij hij zowel de individuele als de sociale aspecten van het fenomeen onderzocht. In zijn werk erkende hij de complexiteit van zelfmoord en de vele factoren die kunnen bijdragen aan een dergelijke daad, zoals psychische aandoeningen, sociale isolatie, economische problemen en existentiële crisis.

"Euthanasie geen zaak van de overheid."
Welke politieke partij past daar het beste bij?
A
PVV
B
SP
C
D66
D
CDA

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thomas More
Lional Tollemache
David Hume
God is op afstand
De mens is autonoom.
De mens mag zich zelf bevrijden uit zijn gevangenis.
God wil niet dat mensen lijden.

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de leerdoelen behaald?
Ik weet hoe de oude filosofen dachten over dit onderwerp.
Ik kan de denkers in de middeleeuwen benoemen en hun gedachten over zelfdoding.
Ik kan  aangeven wie Thomas van Aquino is en waarom hij zo belangrijk is m.b.t de discussie rondom euthanasie.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies