Landstede Groep

Hoofdstuk 3 Energiebronnen algemeen

Energiebronnen Algemeen 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Energiebronnen Algemeen 

Slide 1 - Tekstslide

  Kennen 
  • Wat is energie
  • Soorten energiebronnen
  • Fossiele energiebronnen
  • Duurzame energiebronnen
  • primaire en secundaire energiebronnen
  • Hoe komt stroom bij jou thuis
  • Energieverbruik in Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Wat = energie?

-> drijvende kracht
-> laat dingen werken

Slide 3 - Tekstslide

Soorten energiebronnen
  1. Fossiele brandstof/uitputbare/primaire energiebron
  2. Secundaire energiebronnen
  3. Duurzame energiebronnen/hernieuwbare energiebron

Slide 4 - Tekstslide

Primaire en Secundaire energiebronnen?
Om energie op te wekken heb je een energiebron nodig. Dat kan op 2 manieren: via  primaire en secundaire energiebronnen.

Voorbeelden van primaire energiebronnen zijn aardolie, aardgas, steenkool en windkracht.
Elektriciteit is een voorbeeld van een secundaire energiebron -> je hebt een primaire energiebron nodig om elektriciteit te maken.

Het grootste deel van de stroom uit ons stopcontact komt uit elektriciteitscentrales waar primaire energiebronnen gebruikt worden om deze secundaire energiebron op te wekken.
Stroom wordt in een elektriciteitscentrale opgewekt: een primaire energiebron wordt verbrand om energie op te wekken.

Slide 5 - Tekstslide

Fossiele energiebronnen
  • Gevormd door planten- en dierenresten 
  • Ook wel genoemd: vuile energie of grijze stroom
Voordeel =>
  • direct te gebruiken
Nadeel =>
  • voorraad is uitputbaar/raakt op
  • bij de verbranding komen broeikasgassen vrij
Fossiele energiebronnen zijn:
Steenkool
Aardolie
Aardgas
Broeikasgassen zijn bijv. ->
CO2, Methaan
Deze gassen houden de warmte vast in de dampkring

Slide 6 - Tekstslide

elektrische energiecentrale

Slide 7 - Tekstslide

Energie = vermogen x tijd
E = P x t

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 1: E = P x t
Een windmolen heeft een vermogen van 16 kW. Hoeveel energie wekt deze windmolen in een half uur op?
A
8
B
32 kWh
C
8 kWh
D
28.8 MJ

Slide 11 - Quizvraag

Een lamp van 50 W brandt van 18.00 tot 21.30 uur. Bereken het energieverbruik.

P = 50 W t = 3,5 h = 12 600 s E = P x t
A
0,175 J
B
630 000 J
C
175 kWh
D
630 000 kWh

Slide 12 - Quizvraag

v06)
Links de stand van 1 januari
2020 en rechts de stand van 31 december 2020. 1 kWh kost €0,25
Hoeveel betaal je dit jaar?
Formule:
E = P x t en kosten = kWh x €
A
€ 1450
B
€ 362,50
C
€ 362
D
€ 1420,50

Slide 13 - Quizvraag

Bereken het energie verbruik in kWh.
Vermogen is 1700 W
De tijd is 600 uur
E = P x t
A
1020000 kWh
B
2,8 kWh
C
1020 kWh
D
28 kWh

Slide 14 - Quizvraag

Ga bezig met je huiswerk

Opgave 6, 9 en 10

Slide 15 - Tekstslide

Kernenergie
  • Energie door splitsing uranium-atomen
Voordelen =>
  • Uranium is goekope grondstof
  • Uranium is op veel plaatsen te vinden
  • Er komen geen broeikasgassen vrij
Nadelen =>
  • Radioactieve straling
  • Radioactief afval -> halfwaardetijd
  • Uranium is grondstof voor atoombommen
  • Splitsing atomen erg gevaarlijk -> bij fout grote ramp
In Nederland zijn 3 kerncentrales:
- Borssele: hier wordt energie opgewekt
- Putten (niet voor energie)
- Delft (voor onderzoek)
Hakfwaardetijd => de tijd die radioactieve straling nodig heeft om helft van de waarde aan radioactiviteit te bereiken.

Slide 16 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
📌   Andere namen: hernieuwbare enegiebronnen, groene energie,
       schone energie.
Voordelen:
  • raken nooit op
  • geen broeikasgassen
Nadelen:
  • productie is niet constant
  • bij piekmomenten niet genoeg voorraad
  • Windkracht
  • Waterkracht
  • Zonnewarmte
  • Aardwarmte
  • Biomassa

Slide 17 - Tekstslide

Zonne-energie
  • zonnepaneel vangt energie op
  • zonnecollector verwarmt hiermee water
Nadeel =>

  • geeft alleen energie als de zon schijnt

Slide 18 - Tekstslide

Windenergie
  • Windmolenparken
  • meestal op land, vooral aan de kust
  • soms op zee = offshore windpark
  • Bij Egmond aan Zee is een offshore windpark
  • Bij Urk is een windmolenpark in het IJsselmeer
Nadeel windenergie -> 
  • horizonvervuiling
  • lawaai

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Waterkrachtenergie
  • energie door stromend water
  • energie door vallend water
  • door een stuw of dam te bouwen
  • energie door eb en vloed
Stuwdam 
Alleen bij genoeg reliëf zinvol
Stromend water levert ook energie op
In Nederland bij de plaatsen Lith, Linne en Maurik staan centrales om deze energie op te vangen
Energie door het bewegende water bij eb en vloed. Deze vorm van energie wordt in Frankrijk gebruikt bij St Malo. De energie wordt omgezet in een getijdencentrale

Slide 21 - Tekstslide

Aardwarmte: Geothermische energie
  • warmte uit warmtereservoirs diep in de bodem, bv bij vulkanen
  • de hoofdstad van IJsland, Reykjavik, wordt met aardwarmte verwarmd

Slide 22 - Tekstslide

Biomassa
  • belangrijkste energiebron in Nederland -> goedkoop
  • de helft van de groene energie in NL komt van biomassa
  • planten- en dierenresten
  • bv hout, groente/tuinafval, mest
  • er komt geen extra CO2 in de lucht


=> door verbranding in electriciteitscentrale wordt energie opgewekt 
=>  stadsverwarming

Slide 23 - Tekstslide

Welke energiebron gebruiken we het meest?
Waar halen we de overige energie vandaan?
Wat valt je dan op?
Duurzame energie

Slide 24 - Tekstslide

Weet jij wat sluipverbruik is?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Je kunt de volgende filmpjes gebruiken wanneer je de uitleg nog niet helemaal snapt
Of waneer je het fijn vindt om alles nog eens te herhalen maar dan met beeld erbij....

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Exit? 


  • Check eerst of je alles begrijpt!

  • Zit alles in je 

  • Tot de volgende keer...!







?

Slide 33 - Tekstslide