Landstede Groep

Bijwoorden van tijd

BIJWOORDEN
van regelmaat
nooit ---------------------- altijd
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BIJWOORDEN
van regelmaat
nooit ---------------------- altijd

Slide 1 - Tekstslide

Bijwoorden van regelmaat
Bijwoorden van regelmaat geven aan hoe vaak je iets doet:

always = altijd
usually = meestal
often = vaak
sometimes = soms
never = nooit

Slide 2 - Tekstslide

Bijwoorden van regelmaat komen vóór het werkwoord

Jim never went to Italy.
We always love to talk.
I sometimes dance in my bedroom.
Vicktorya often listened to classical music.
You usually watch Netflix.

Slide 3 - Tekstslide

LET OP!
UITZONDERING
to be = zijn

Slide 4 - Tekstslide

zie je het werkwoord 'to be'
 Am/is/are/was/were

Slide 5 - Tekstslide

Bijwoorden van regelmaat komen na een vorm van 'to be':
am / are / is
was / were
 

Mick is often at home.
You were usually on time.
I am sometimes at the library.
We were never drunk.

Slide 6 - Tekstslide

STAPPENPLAN
1) Staat er: am - are - is / was - were in de zin?
2) JA: bijwoord van  regelmaat  er achter
I am always late.

3) NEE: bijwoord van regelmaat er voor
I always speak the truth.

Slide 7 - Tekstslide

They .......... together.
A
always hang out
B
hang out always

Slide 8 - Quizvraag

The streetlights .......... orange.
A
usually are
B
are usually

Slide 9 - Quizvraag

.......... cloudy.
(bewolkt)
A
It is often
B
Often it is

Slide 10 - Quizvraag

She ..........
A
travels often
B
often travels

Slide 11 - Quizvraag

I .......... to the supermarket.
A
never go
B
go never

Slide 12 - Quizvraag

We .......... in the summer.
A
usually go swimming
B
go swimming usually

Slide 13 - Quizvraag

Tom .......... late
A
is never
B
never is

Slide 14 - Quizvraag

Thijs and Willem .......... football.
A
play often
B
often play

Slide 15 - Quizvraag

BIJWOORDEN van REGELMAAT
always
usually
regulary
often
sometimes
seldom
never

am / are / is 
was / were

Slide 16 - Tekstslide

BIJWOORDEN van REGELMAAT
always
usually
regulary
often
sometimes
seldom
never

werkwoord
talk / write / watch / sit / can / have / move / etc.

Slide 17 - Tekstslide

BIJWOORDEN van REGELMAAT
always
usually
regulary
often
sometimes
seldom
never

werkwoord
talk / write / watch / sit / can / have / move / etc.
am / are / is 
was / were

Slide 18 - Tekstslide

Ik weet wat werkwoorden zijn.
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quizvraag

Ik herken het werkwoord 'to be':
am - are - is / was - were.
A
JA
B
NEE

Slide 20 - Quizvraag

Ik weet wat een bijwoord van tijd is.
A
JA
B
NEE

Slide 21 - Quizvraag

Ik snap waar ik het bijwoord van tijd moet plaatsen.
A
JA
B
NEE

Slide 22 - Quizvraag

Wat heb je extra nodig om de stof beter te kunnen maken?

Slide 23 - Open vraag