Landstede Groep

1.3: De eerste boeren en steden

1.3: De eerste boeren en steden
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier mensen op een gegeven moment van de landbouw gingen leven.

Onderdelen in deze les

1.3: De eerste boeren en steden

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Tijd voor geschiedenis

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
Wat weet je eigenlijk
van landbouw?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
1: Je kunt uitleggen wat de landbouwrevolutie is.

2: Je kunt de veranderingen beschrijven die het gevolg waren van de landbouwrevolutie.

3: Je kunt het belang van het schrift beschrijven.

4: Je kunt uitleggen dat een voedseloverschot leidde tot het ontstaan van een landbouw-stedelijke samenleving.

Slide 4 - Tekstslide

Opwarmvraag:
Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven.
Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 5 - Quizvraag

Klimaatsverandering
  • Rond 10.000 v. Chr

  • De aarde wordt warmer

  • Nederland: moerassen en bossen

  • Delen van Afrika en Midden-Oosten: droger 

Slide 6 - Tekstslide

Noord-Afrika en
Midden-Oosten

  • Droog klimaat: minder begroeiing en water (ontstaan woestijnen)

  • Te weinig voedsel: dieren trekken weg naar vruchtbare gebieden

  • Mensen trekken ook weg of gaan andere middelen van bestaan zoeken om in leven te blijven

Slide 7 - Tekstslide

Vruchtbare Halvemaan
  • Gebied waar de eerste landbouw ontstaat (9000 v. Chr.)

  • Midden-Oosten: Egypte, Israël, Palestina, Jordanië, Libanon, Syrië, Irak, Iran en Turkije

  • Ontstaan van steden en het schrift

Slide 8 - Tekstslide

Ok, landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw

Slide 9 - Quizvraag

Leg uit waarom de landbouw niet in de gebieden A en B (in de kaart) ontstond.

Slide 10 - Open vraag

Landbouwrevolutie
  • Revolutie betekent verandering

  • Jager-verzamelaars worden boer

  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer

  • Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Grote en belangrijke verandering

99% van de geschiedenis van de mens, heeft de mens geleefd als jager-verzamelaars

Slide 13 - Tekstslide

Welke middelen van bestaan
hadden de mensen vóór
de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt

Slide 14 - Quizvraag

Welke middelen van bestaan
hadden de mensen
tijdens de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt

Slide 15 - Quizvraag

Gevolgen van de landbouwrevolutie
  • Mensen stoppen te leven als nomaden

  • Het ontstaan van de eerste steden: landbouwsamenleving

  • Mensen krijgen meer bezittingen

  • Er ontstaat meer ongelijkheid: de één heeft meer bezittingen dan een ander.

Slide 16 - Tekstslide

Door het verschil in bezittingen nam ook de kans op oorlog tussen stammen toe.

Slide 17 - Tekstslide

Boeren in Europa
  • Pas laat: het was niet nodig, er was voldoende voedsel te vinden.

  • Eerste boeren in Nederland: Zuid-Limburg rond 5300 v. Chr.

  • Tóch landbouw in Europa: mensen verhuizen uit gebieden waar gebrek aan landbouwgrond is en komen hier terecht

Slide 18 - Tekstslide

Veel resten van de boerderijen uit de Steentijd hebben archeologen niet kunnen terugvinden. Toch zijn er aanwijzingen dát er huizen waren.

Hoe kun je dat in de afbeelding zien?
A
Je ziet nog duidelijk de muren die van aarde zijn gemaakt. De eerste woningen hadden zulke muren.
B
De rode stippen komen door de verf die in de Steentijd gebruikt is.
C
De donkere rondjes zijn de plekken waar eens de palen van de woning hebben gestaan.
D
De vloer is helemaal glad, net zoals wij dat tegenwoordig in ons huis hebben.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide


Neolithische bouwerken
Overblijfselen uit de nieuwe steentijd (neolithicum)

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Dood en begraven
  • Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden

  • Zowel begraven als cremeren: urnenvelden

  • Doden kregen bezittingen mee: vermoedelijk geloven in leven na de dood

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Leerdoelen
1: Je kunt uitleggen wat de landbouwrevolutie is.

2: Je kunt de veranderingen beschrijven die het gevolg waren van de landbouwrevolutie.

3: Je kunt het belang van het schrift beschrijven.

4: Je kunt uitleggen dat een voedseloverschot leidde tot het ontstaan van een landbouw-stedelijke samenleving.

Slide 28 - Tekstslide