1.3 Rekenen aan gehaltes (concentraties)

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

1.3 Rekenen aan gehaltes (concentratie)

Wat gaan we doen vandaag?

- even herhalen vorige week; molrekenen + molaire volume

(quizvragen)

- beginnen aan de concentratie

- ppm en ppb 

Aan het einde van de les kun je

- Gram naar mol en andersom (vorige week behandeld)

- mol naar aantal deeltjes en andersom (ook vorige week gedaan)

- van mol naar volume gassen en andersom met het molaire volume (ook vorige week gedaan). 

- van mol naar concentratie en andersom (komt vandaag)

- Rekenen met ppb en ppm (hebben jullie volgens mij al gehad)

Hoeveel deeltjes zitten er in 5 mol van een willekeurige stof?

1. 5
2. 3,011 * 10^24
3. 8,303 * 10 ^22

Hoeveel milliliter neemt 4 mol stikstof gas in bij normale druk en 273 K?
Je hoeft hierbij niet op significantie te letten

1. 98,0 mL
2. 86,6 mL
3. 89600 mL
4. 98000 mL

Hoeveel mol is 4,50 gram mierenzuur (HCOOH)?

1. 4,50
2. 46,03
3. 0,098
4. 207,1

gehalte 

- hoeveelheid stof in een mengsel

- Net als massa % en volume%

ppm en ppb 

- Parts per million (ppm) en billion (ppb) 

niet x 100 maar:

Concentratie/molariteit 

- Geef aan hoeveel er van een stof in een bepaald volume aanwezig is

- Eenheid is mol/L (mol per liter) 

Notatie 

De eenheid is mol/L

wordt vaak aangegeven met M (grote M = molair)

dus M = mol/L

concentratie wordt ook aangegeven met [ ] (vierkante haken) rondom de stof

[HCOOH] = 0,26 mol/L OF 0,26 M

Bereken de molariteit van 5 mol suiker in 500 mL thee

1. 0,1 M
2. 0,01 M
3. 10 M
4. 2,5 M

je lost 40 gram glucose (C6H12O6) op in 250 mL water

1. 160 M
2. 0,22 M
3. 0,88 M
4. 0,00088 M

Weektaak deel 1 

Maken opdracht 10, 11cd, 12 en 13 uit het boek (blz 69) of in de 

- Maken opdracht 20 t/m 22 en 28 uit het boek (blz 72&73) of in 

Maken opdracht 23 en 25 t/m 27 uit het boek (blz 72&73) of in 

- Maken opdracht 31 t/m 33 en 35 uit het boek (blz 76) of in de