Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
2-3BKM Fictie begrippen
Pixar shorts
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pixar shorts
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Piper
2017, Oscar winnar beste korte animatie.
Wat is het moraal van de film?
Welke emoties laat het
personage
Piper zien?
Waar speelt het verhaal zich af? (
plaats
)
Kun je iets zeggen over wanneer het verhaal zich afspeelt? (
tijd
)
Is dit verhaal
fictie
of
non-fictie
?
Slide 3 - Tekstslide
Wat is volgens jou het moraal?
Slide 4 - Open vraag
Is dit fictie of non fictie?
A
Fictie
B
Non fictie
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
For the birds
2002, Oscar winnaar beste korte animatie.
Wat is de boodschap/thema van de film?
Waar speelt het verhaal zich af? (
plaats
)
Kun je iets zeggen over wanneer het verhaal zich afspeelt? (
tijd
)
Wat kun je zeggen over de
personages
? Wie is/zijn de
hoofdpersonen
?
Bijpersonen
?
Slide 7 - Tekstslide
Wie is de hoofdpersoon in dit verhaal?
Slide 8 - Open vraag
Wat is het moraal van het verhaal?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Geri's Game
1998, Oscar winnaar beste korte animatie.
Hoe
ontwikkelt
het
karakter
van Geri zich?
Waar speelt het verhaal zich af? (
plaats
)
Kun je iets zeggen over wanneer het verhaal zich afspeelt? (
tijd
)
Wat kun je verder nog zeggen over de
personages
?
Slide 11 - Tekstslide
Hoe ontwikkelt het karakter van Geri zich?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Mike's New Car
2002, Oscar nominatie beste korte animatie.
Uit welke film komen deze
personages
?
Waar speelt het verhaal zich af? (
plaats
)
Kun je iets zeggen over wanneer het verhaal zich afspeelt? (
tijd
)
Slide 14 - Tekstslide
Is dit realistische fictie?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het moraal van het verhaal?
Slide 16 - Open vraag
Nog wat begrippen oefenen!
HOERA!
Slide 17 - Tekstslide
Wat hoort er niet bij het begrip ruimte?
A
Tijd
B
Klimaat
C
Muziek
D
Plaats
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent in chronologische volgorde?
A
Met sprongen in tijd
B
Meer vertel tijd dan vertelde tijd
C
Van begin tot eind
Slide 19 - Quizvraag
De schrijver wil extra aandacht voor de situatie, gevoelens en details. Hij gebruikt een :
A
Versnelling
B
Vertraging
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel bladzijden een boek is
A
Verteltijd
B
Vertelde tijd
Slide 21 - Quizvraag
De boodschap die de schrijver wil meegeven met het verhaal
A
Plottwist
B
Moraal
Slide 22 - Quizvraag