Landstede Groep

Doe je iets of doe je niets?

Thema 4
Lespakket over online veiligheid en digitaal burgerschap
Met aardig doen
Over het nut van positief gedrag
kom je verder
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Lespakket over online veiligheid en digitaal burgerschap
Met aardig doen
Over het nut van positief gedrag
kom je verder

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder
Les 3
Doe je iets of doe je niets?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3 
Doe je iets of doe je niets?
Met aardig doen kom je verder
  • Je wordt je bewust van de verschillende manieren om online te reageren en denkt na over welke rol jij meestal aanneemt online (passief of actief);

  • Je beseft dat je een eigen verantwoordelijkheid hebt, los van de grenzen die de wet stelt (de wet kan bovendien niet alles oplossen);

  • Je denkt na over waar jouw eigen grenzen en die van anderen liggen en wat dat betekent voor jouw gedrag.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder
De vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers hun overtuigingen te uiten, zonder controle vooraf door de staat. Het is een belangrijk grondrecht in elke democratie. De vrijheid van meningsuiting kent wel een aantal grenzen. Als een persoon of organisatie die grenzen overschrijdt, kan de rechter beslissen dat zijn vrijheid moet worden ingeperkt.
Vrijheid van meningsuiting
Les 3 
Doe je iets of doe je niets?

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat ‘vrijheid van meningsuiting’ is.

Definitie: “De vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers hun overtuigingen te uiten, zonder controle vooraf door de staat. Het is een belangrijk grondrecht in elke democratie. De vrijheid van meningsuiting kent wel een aantal grenzen. Als een persoon of organisatie die grenzen overschrijdt, kan de rechter beslissen dat zijn vrijheid moet worden ingeperkt.”

Bron: Raad voor de rechtspraak.
Met aardig doen kom je verder
Haatzaaien is aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap. 
Haatzaaien is strafbaar; je kunt er tot twee jaar gevangenisstraf voor krijgen.
Haatzaaien
Les 3 
Doe je iets of doe je niets?

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat haatzaaien (of ‘aanzetten tot haat, discriminatie of geweld’) betekent, en welke (strafbare) uitingen er nog meer zijn die de vrijheid van meningsuiting beperken.

Er is dus vrijheid van meningsuiting, maar dat betekent niet dat je zomaar álles mag zeggen. Je mag bijvoorbeeld nooit iets beledigends of discriminerends zeggen. Dat is strafbaar. Ook haatzaaien, waar het tegenwoordig vaak over gaat, is strafbaar.

Definitie: haatzaaien is “aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap”. 

Bron: Wetboek van Strafrecht.

Haatzaaien is strafbaar; je kunt er tot twee jaar gevangenisstraf voor krijgen.
Met aardig doen kom je verder
Het plegen van smaad, terwijl je weet dat het niet waar is. 
Laster
Les 3 
Doe je iets of doe je niets?
Beledigen
Smaad
Elke opzettelijke belediging, die geen smaad of laster is, in
het openbaar. 
Opzettelijk iemand beschadigen door hem of haar ergens van te
beschuldigen in het openbaar

Slide 6 - Tekstslide

Leg kort uit wat andere strafbare uitingen zijn die de vrijheid van meningsuiting beperken:
  • Smaad (art. 261 Wetboek van Strafrecht): opzettelijk iemand beschadigen door hem of haar ergens van te beschuldigen in het openbaar.
  • Laster (art. 262 Wetboek van Strafrecht): het plegen van smaad, terwijl je weet dat het niet waar is.
  • Belediging (art. 266 Wetboek van Strafrecht): elke opzettelijke belediging, die geen smaad of laster is, in het openbaar.
Omdat niet direct duidelijk is waar bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting ophoudt en er sprake is van haatzaaien, zijn er rechtszaken nodig om hierover duidelijkheid te krijgen. De rechter spreekt zich dan uit
over de vraag of wat er gebeurde strafbaar was of niet. Een bekend voorbeeld hiervan is de rechtszaak
tegen Geert Wilders. Sommigen vinden dat bijvoorbeeld zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak onder
haatzaaien valt, terwijl anderen vinden dat dit onder de vrijheid van meningsuiting valt. De rechter moet, bij
vervolging, oordelen wat wel en wat niet mag.
Maar los van wat de wet zegt, of wat de rechter erover oordeelt, kunnen wij zelf ook een mening hebben over hoe mensen zich online gedragen. Of we het gepast vinden, of ‘net op het randje’, of onwenselijk, of echt over de grens. Sterker nog: we hebben een eigen verantwoordelijkheid. 
Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Milou post een filmpje op een openbaar account, waarin ze mensen met een handicap belachelijk maakt.
Ze noemt ze “domme zombies die niets kunnen”, en zegt dat ze “beter opgeruimd kunnen worden”. Niemand heeft het bericht geliket en er staan (voorlopig) ook geen reacties onder.

Slide 7 - Sleepvraag

Activiteit: de klas gaat zich een oordeel vormen over vier voorbeelden. Bespreek de drie categorieën (oordelen):
  • Dit kan écht niet (bijvoorbeeld omdat het strafbaar is, zoals haatzaaien, smaad, laster, etc.).
  • Dit is op het randje. Ik vind het wel kunnen, maar ik begrijp dat anderen gekwetst kunnen zijn. 
  • Dit is prima. Moet kunnen.
Dit is een digitale variant op de opdracht in het docentmateriaal. De leerlingen kunnen met hun devices hun keuze maken door de situatie te slepen naar één van de drie oordelen.  Dit kan zelfstandig, klassikaal of door de klas te verdelen in groepjes van 4 leerlingen.

Bespreek de oordelen, argumenten en discussies klassikaal.
Sta stil bij de ervaring dat het soms lastig is om tot overeenstemming te komen: kan iets nou wel of niet, en waarom? En dan heb je dat nu nog maar moeten overleggen met een kleine groep mensen ... Kun je nagaan hoe moeilijk dat is in een grote groep, of met alle mensen in het land!
Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Shanti ziet het bericht van Milou (uit situatie 1) en plaatst de eerste reactie. Het begint heel dramatisch, dat ze diep gekwetst is en erg moest huilen, omdat ze zelf een gehandicapt broertje heeft. Maar gaandeweg zie je haar steeds bozer worden, tot ze op het laatst verschrikkelijk gaat schelden op Milou, en schrijft dat ze “zelf opgeruimd moet worden”.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Sjoerd, die je kent van je sportclub, post op zijn account een foto waarin onze minister-president met een lang mes in zijn handen staat om een man met een baard in een oranje jurk te onthoofden. Het heeft te maken met iets wat de minister-president gezegd heeft in het nieuws.

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Een oude vriend van de basisschool heeft zijn profielfoto veranderd in een hakenkruis. Hij plaatst daar een aantal plaatjes die hij zelf heeft gemaakt, met teksten als “rot op” bij een foto van een meisje met een hoofddoek.

Slide 10 - Sleepvraag

Rond dit deel af na deze laatste situatie door te vragen naar de eigen ervaringen van leerlingen. 
  • Zouden ze zelf wat willen doen als ze zulke gevallen tegenkomen die we net besproken hebben? Als ze iets zouden willen doen, wat dan?
  • Moeten anderen eventueel iets doen en wat dan? Moet bijvoorbeeld een posting verwijderd kunnen worden en zo ja, wie is daar dan verantwoordelijk voor?
Bespreek tot slot hoe de discussie in deg groepjes verliep (als klas in kleine groepjes heeft laten werken). Vraag of iemand nog iets gehoord heeft waar hij zelf niet niet eerder aan gedacht had. Of vraag wie zijn oordeel heeft veranderd door de discussie in het groepje, bijv. omdat hij rekening wilde houden met het feit dat iemand anders gekwetst was.  
Met aardig doen kom je verder
  • We leven in een vrij land, waarin we vinden dat je veel moet kunnen zeggen. Maar daar zijn wel grenzen aan. Die worden niet alleen bepaald door de wet maar ook door onszelf, in de vorm van fatsoensregels. We noemen dat dan ‘nettiquette’ (de etiquette op het net) als het om online communicatie gaat. 

  • Die grenzen liggen niet scherp vast. Daardoor zullen we daar altijd over in gesprek moeten blijven met elkaar. En dat is maar goed ook, want als je luistert, leer je wat anderen voelen en dat ze gekwetst kunnen zijn op momenten dat jij dat helemaal niet zou zijn. Of andersom. Het is, totdat de wet de grens aangeeft, aan onszelf of we daar dan rekening mee willen houden of niet. 

  • Maar in alle gevallen ben je zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van je gedrag. Ook je online gedrag. En óók als je je berichten anoniem plaatst.
Samengevat
Les 3 
Doe je iets of doe je niets?

Slide 11 - Tekstslide

Sluit af met een motiverende aanmoediging: hoe jullie elkaar online behandelen, heeft invloed op de manier waarop jullie generatie de online cultuur bepaalt. Verander de wereld, begin bij jezelf ...
Met aardig doen kom je verder
Haataccount: een pagina waarop mensen zwartgemaakt worden.




Les 3 
Doe je iets of doe je niets?
Woordenlijst

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies