Lees goed en lees je antwoorden ook na. Heel veel succes!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Oefentoets H1 p 1 tm 6
Lees goed en lees je antwoorden ook na. Heel veel succes!
Slide 1 - Tekstslide
Welk begrip hoort er NIET bij als we het hebben over woonomgeving.
A
Renovatie
B
Verpaupering
C
Arbeidsmarkt
D
Sanering
Slide 2 - Quizvraag
Beoordeel onderstaande stellingen. I In arme buurten in welvarende landen hebben bewoners een minder gezonde levensstijl. II Hoe hoger de obesitasscore in een staat hoe hoger de opleiding van inwoners.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.
Slide 3 - Quizvraag
Geef een omschrijving van het begrip gentrificatie.
Slide 4 - Open vraag
Geef een omschrijving van het begrip bebouwingsdichtheid.
Slide 5 - Open vraag
Leg uit wat bbp/per hoofd is, noem vervolgens ook een nadeel aan het gebruiken van bbp/per hoofd als manier om te meten hoe rijk mensen zijn.
Slide 6 - Open vraag
Kies bij de volgende omschrijving het bijbehorende begrip. ''Hoeveel je voor 1 dollar of euro kan kopen.''
A
BRP
B
BNP
C
fair trade
D
Koopkracht
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer treedt ergens congestie op?
A
Als er door weinig ruimte in een stedelijk gebied files ontstaan.
B
Als door veel bedrijven op 1 plek de luchtkwaliteit achteruit gaat.
C
Als de levensverwachting van een bevolking omhoog gaat.
D
Als de werkgelegenheid achteruit gaat.
Slide 8 - Quizvraag
Geef een omschrijving van het begrip welvaartsziekten.
Slide 9 - Open vraag
Bekijk de kaart hiernaast. Noteer in je antwoord 1 en 2 onder elkaar en beantwoord.
1. Welk begrip past bij deze kaart?
2. Verklaar het rode gebied op de kaart, wat betekent dit en waarom is dit zo?
Slide 10 - Open vraag
Bekijk de figuur.
Welke grafiek heeft een bevolkingsopbouw waarbij een groot deel van de bevolking ouder is dan 65. leg in je antwoord het begrip bevolkingsopbouw uit.
Slide 11 - Open vraag
Welk begrip past bij grafiek b, leg je antwoord uit.
Slide 12 - Open vraag
Leg uit dat wanneer de bebouwingsdichtheid omhoog gaat, de luchtkwaliteit afneemt.
Slide 13 - Open vraag
Bekijk de bron. Beoordeel onderstaande stellingen. Noteer alleen de letter.
I In de dorpen direct rondom Tilburg komen naar verhouding minder hoge inkomens voor dan in Tilburg.
II Zeeuws-Vlaanderen past in het patroon van Nederland van regionale inkomensverschillen.
A I is juist, II is onjuist. B I is onjuist, II is juist.
C Beide zijn juist. D Beide zijn onjuist.
Slide 14 - Open vraag
Men schat dat in Nederland 2 tot 5 procent van alle ziekten te wijten is aan een slechte leefomgeving. Dat is bijvoorbeeld de uitstoot van fijnstof door scooters waardoor astmapatiënten vaker benauwd zijn. Waarom kun je de kwaliteit van de Nederlandse leefomgeving alleen verbeteren door internationale verdragen te sluiten?