Landstede Groep

4.1 Krachten

4.1 Krachten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 Krachten

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Je leert wat een kracht is
  • Je leert welke verschillende krachten er (o.a.) zijn
  • Je leert hoe je een kracht tekent
  • Je leert hoe je krachten meet
  • Je leert hoe krachten kunnen samenwerken

Slide 2 - Tekstslide

Krachten kunnen zorgen voor verandering. Dat herken je op drie manieren: 
  1. kracht kan de vorm van een voorwerp veranderen
  2.  kracht kan de snelheid van een voorwerp veranderen
  3. kracht kan de richting van een voorwerp veranderen

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende krachten
Verschillende voorbeelden van krachten zijn:
  • Zwaartekracht, gewicht, normaalkracht
  • Motorkracht, spierkracht
  • Trekkracht, veerkracht
  • Windkracht, 
  • Luchtweerstand, remkracht, wrijvingskracht

Slide 4 - Tekstslide

Newton
  • Kracht geef je weer met F van Force.
  • De eenheid van kracht is Newton.
  • Je hebt een kracht van 10N nodig om een pak suiker van 1 kg op te tillen
  • je rekent (zwaarte) kracht uit met de formule: 
  •                  zwaartekracht = massa x 10
  • in symbolen: 
Fz=m10

Slide 5 - Tekstslide

Wat is NIET een effect van krachten:
A
Snelheid verhogen
B
Richting veranderen
C
Vorm veranderen
D
Voorwerpen aantrekken

Slide 6 - Quizvraag

Krachten zijn WEL / NIET altijd even groot.
A
wel
B
niet

Slide 7 - Quizvraag

Krachten tekenen
Een vector heeft grootte
richting en een aangrijpingspunt.

We tekenen een vector met een pijl:
  • De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.
  • De richting van de pijl geeft de richting van de kracht aan.
  • De beginpunt van de pijl is de aangrijpingspunt.

    Slide 8 - Tekstslide

    Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
    A
    Grootte
    B
    Richting
    C
    Aangrijpingspunt
    D
    Allemaal even belangrijk.

    Slide 9 - Quizvraag

    Wat hoeft een krachten tekening NIET te hebben?
    A
    Lengte
    B
    Dikte
    C
    Aangrijpingspunt
    D
    Richting

    Slide 10 - Quizvraag

    Krachtmeter
    Met een krachtmeter kun je krachten meten.
    Het meetbereik is de grootste kracht die je met die meter kunt meten.  

    Slide 11 - Tekstslide

    Waarmee meet je krachten?
    A
    Liniaal
    B
    Krachtmeter
    C
    Newton schaal
    D
    Op gevoel

    Slide 12 - Quizvraag

    Netto kracht 
    Krachten in dezelfde richting kun je bij elkaar optellen

    krachten in tegengestelde richting kun je van elkaar aftrekken

    Slide 13 - Tekstslide

    Krachten samenstellen
    Als tweede kijk je welke van de twee krachten 'wint'
    In dit geval wint de kracht naar rechts. 
    Daarom werkt de netto kracht naar RECHTS.

    Slide 14 - Tekstslide

    De netto kracht of resultante is hier dus
    80 N naar rechts.

    Slide 15 - Tekstslide

    Netto kracht
    Je telt dus krachten die dezelfde kant op gaan bij elkaar op, en krachten die de tegenovergestelde richting op gaan. Samen heet dat de netto kracht. Zo kun je dus krachten laten samenwerken (harder trappen als je bergaf fietst, dan ga je nog harder) of elkaar tegen laten werken (remmen als je bergaf gaat, dan ga je langzamer)

    Slide 16 - Tekstslide

    In welke situatie is de resulterende kracht het grootste
    A
    krachten zijn tegengesteld
    B
    krachten zijn gelijkgericht
    C
    krachten staan onder een grote hoek
    D
    krachten staan onder een hoek van 90 graden

    Slide 17 - Quizvraag

    Een fietser rijd de berg op. Welke krachten werken hem tegen?
    A
    Zwaartekracht
    B
    Wrijvingskracht
    C
    Luchtweerstand
    D
    Alle 3 genoemde krachten

    Slide 18 - Quizvraag

    Krachten in dezelfde richting....
    A
    Trek je van elkaar af
    B
    Tel je bij elkaar op

    Slide 19 - Quizvraag

    Je mag verder in je werkboek :)

    Slide 20 - Tekstslide