In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bereken spanning over R1
Slide 2 - Open vraag
Bereken spanning over R2
Slide 3 - Open vraag
Bereken weerstand over R2
Slide 4 - Open vraag
Bereken vervangingsweerstand
Slide 5 - Open vraag
De elektrische kachel heeft twee verwarmingsdraden (R1 en R2)
Bereken het vermogen van draad 1 als het apparaat aan staat.
Slide 6 - Tekstslide
De elektrische kachel heeft twee verwarmingsdraden (R1 en R2)
Bereken de vervangingsweerstand van beide draden.
Slide 7 - Tekstslide
De kachel staat op een koude dag 2,5 h aan met beide draden aan.
Bereken de gebruikte hoeveelheid elektrische energie (in kWh)
Slide 8 - Tekstslide
Aan het einde van de les kun je ...
Slide 9 - Tekstslide
de meterkast
Slide 10 - Tekstslide
Huisinstallatie
Netwerk van elektriciteitsdraden
in huis.
Splitst in (bijvoorbeeld 6) parallelle groepen
Elke groep heeft eigen groepsschakelaar.(zekering)
Je kan een groep spanningsloos maken om veilig reparaties in huis uit te voeren.
Bevat automatische zekeringen en aardlekschakelaar
Slide 11 - Tekstslide
Kortsluiting
1
2
Slide 12 - Tekstslide
Overbelasting
Maximumstroom per groep: 16A
Meer = brandgevaar
te veel apparaten => overbelasting
want: stroom hangt af van aangesloten vermogen
Bij overbelasting wordt de groep uitgeschakeld door de zekering
Slide 13 - Tekstslide
groter vermogen = grotere stroomsterkte
Totale opgenomen vermogen:
(want P=U x I en de spanning U is bij elk apparaat 230 V)
Itotaal=I1+I2+I3+I4+...
Ptotaal=P1+P2+P3+...
Slide 14 - Tekstslide
Vermogen
Alle apparaten die aangesloten zijn op een stroombron, verbruiken dus energie. Dit meten wij in Watt.
Welke van de apparaten hier links mogen niet op 1 groep? Wat gebeurt er als je dat wel doet?
Wat als je een jaccuzzi wil?
Die heeft 20A of meer nodig ...
(google maar eens)
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het maximale vermogen per groep als er 16 A stroom mag lopen?
Slide 16 - Open vraag
A
10 A
B
13 A
C
14 A
D
16 A
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Waarom krijgen wasmachines vaak een 'eigen groep'?
A
Hogere spanning
B
Hoge stroom
C
Werkt met water
D
Grotere kans op kortsluiting
Slide 19 - Quizvraag
De aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar reageert als er stroom 'weglekt' via een andere weg dan de draden, b.v. via je lichaam.
Hij vergelijkt Ifasedraad met Inuldraad,
het verschil noem je de Ilek (lekstroom).
Als Ilek > 30mA zet de aardlekschakelaar
de groep uit.
Slide 20 - Tekstslide
Aardlekschakelaar
Slide 21 - Tekstslide
4 kleuren bedrading
Bruin - fasedraad (230 V)
Blauw - nuldraad
Groengeel - aarde
Zwarte - schakeldraad: Alleen spanning als schakelaar aan is.
Welke draden kun je veilig aanraken?
nuldraad
Waarom raak je ook de nuldraad niet aan? Omdat er een kans is dat bijv. een vorige bewoner de nuldraad en fasedraad verwisseld heeft. Dan werkt alles perfect - maar staat alle spanning op de nuldraad.
Slide 22 - Tekstslide
Stopcontact
Bekijk de twee stopcontacten.
De linker heeft een randaarde (de ijzeren contactjes) en de bijbehorende stekker heeft inkepingen.
Slide 23 - Tekstslide
Aarding
Slide 24 - Tekstslide
Welke draad kun je veilig aanraken?
A
bruin: fasedraad
B
blauw: nuldraad
C
groengeel: aardedraad
D
zwart: schakeldraad
Slide 25 - Quizvraag
Een defecte wasmachine maakt kortsluiting. Dankzij dubbele isolatie van de wasmachine lekt er geen stroom weg. Toch wordt de groep uitgeschakeld door ...
A
de aardlekschakelaar
B
de kortsluiting
C
de zekering
D
de schakeldraad
Slide 26 - Quizvraag
Enkele/dubbele isolatie
Bij een apparaat met dubbele isolatie is er een extra isolatielaag en meestal een plastic buitenkant.