Hoofdstuk 4. Waarnemen en reageren - Paragraaf 4.1 Zintuigen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Welke horizontale lijn
is langer?

1. Onderste
2. bovenste
3. allebei even lang

Welke lijn is korter:
de gele of de rode?

1. Gele
2. Rode
3. Zwarte
4. Geel en rood even lang

Welke lijn is langer:
de verticale of horizontale lijn

1. verticale lijn
2. horizontale lijn
3. beide even lang

Naar welke kant neigen
de lijnen in de cirkel te gaan?

1. Links
2. Rechts
3. Rechtdoor
4. Schuin

Welk vierkant is groter

1. onder
2. boven
3. beide even groot

Welke binnenste oranje
cirkel is groter?

1. Links
2. Rechts
3. Beide even groot

Wat zie je in deze afbeelding

Leerdoelen

- Je leert welke zintuigen je hebt;

- Je leert hoe je lichaam op prikkels reageert.

Zintuigen

Zintuigen nemen informatie op uit je omgeving: prikkels.

Je hebt verschillende zintuigen:

• lichtzintuig in je oog 
• gehoorzintuig in je oor 
• reukzintuig in je neus 
• smaakzintuig in je tong 
• warmte-, koude-, pijn- en tastzintuigen in je huid 

Elk zintuig reageert op één soort prikkel.

Reageren op prikkels

Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.

Impulsen gaan via zenuwen naar je hersenen. Daar word je je bewust van je waarnemingen.

Je hersenen bepalen hoe ze op de prikkel reageren. 

Via zenuwen sturen je hersenen impulsen naar je lichaam. Je lichaam reageert.

Je zenuwen, ruggenmerg en hersenen vormen je: zenuwstelsel.

Hersenen

Per soort zintuig is er een gebied in de hersenen waar de impulsen via gevoelszenuwen binnenkomen: hersencentra.

De uitgaande impulsen gaan vanuit andere hersencentra via bewegingszenuwen naar spieren.

Je hersenen reageren alleen op de belangrijkste prikkels.

Aan het werk

Hoofdstuk 4. Waarnemen en reageren

Paragraaf 4.1 Waarnemen

Maken opdracht 1 t/m 18 

BEN JE KLAAR?
Samenvatten/begrippenlijst maken paragraaf 4.1

OF oefenen op www.biologiepagina.nl / Quizlet

Quizizz

Ga naar: join.quizizz.com