Landstede Groep

5H examenopgaven maken H8

5H examenopgaven H9
Bindingsvraagstuk: veiligheid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5H examenopgaven H9
Bindingsvraagstuk: veiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • Antwoorden netjes opbouwen vanuit de ICE-regel
  • Start met de Introductie van een begrip (wat betekent het), dus niet alleen het begrip zelf.
  • Bij hoofd- of kernconcept: gebruik (deel) definitie.
  • Gebruik de bron: Context (citaat/concrete verwijzing)
  • Explain: Puntje inkoppen:koppel (deel) introductie-> context
  • Examen-bril bij nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken (ICE)
  • Examenopgave bij H9
7, 8, 13, 16, 17 en 18 op blz. 126 - 128 opgavenboek
  • TW3: vragen 'examen-stijl'
  • Zeer concreet welke punten benoemd moeten worden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7
Antwoord: maximumscore 3. Een juist antwoord bevat:
• het noemen van de moderne school als school waarmee geïnformeerde burgers het eens zullen zijn, met als uitgangspunt van de moderne school daderrecht en een omschrijving hiervan (1)
• het noemen en omschrijven van het uitgangspunt daadrecht als uitgangspunt van de klassieke school (1)
• een redenering waarom geïnformeerde burgers het eens zullen zijn met de (uitgangspunten van de) moderne school en niet met de klassieke school (1)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7 voorbeeldantwoord
De klassieke school stelt de daad centraal en gaat uit van vaststaande sancties voor alle daders: daadrecht. De moderne school stelt juist de dader centraal: daderrecht. (I)  Wanneer rekening wordt gehouden met de achtergrond van de verdachte, zoals in de inleiding wordt benoemd, komt dat overeen met het daderrecht (C).
Dus: als burgers na het krijgen van informatie over de achtergrond van de verdachte minder behoefte hebben aan strengere straffen, past dit bij de moderne school. (E)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 8
A

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 13
maximumscore 2
Een juist antwoord bevat:
informatie uit tekst 3 waaruit selectieve berichtgeving blijkt 1
• een argumentatie dat deze selectieve berichtgeving en een gebrek aan kennis het gezag van rechters kunnen aantasten, met een toepassing van het kernconcept gezag

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 13
Gezag is macht die als legitiem wordt beschouwd. (I) Uit tekst 3 blijkt dat mensen bij hun oordeel over het rechtssysteem vooral afgaan op de media, die vaak selectief zijn. Zo krijgen slachtoffers bijvoorbeeld veel aandacht, ten koste van achtergrondinformatie over een zaak (r39-43) Als burgers door deze selectieve berichtgeving niet begrijpen hoe de rechters de straf bepalen, steunen ze die straffen vaak minder (r. 47-51). (C) Als burgers besluiten van rechters minder accepteren, wordt de macht van de rechters als minder legitiem beschouwd en wordt hun gezag dus aangetast. (E)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eisen aan onderzoek
Een meetinstrument is betrouwbaar als dezelfde meting ongeveer dezelfde resultaten oplevert.


Validiteit geeft aan in hoeverre de meting van het beoogde verschijnsel meet wat het beoogt te meten.


Representativiteit houdt in dat een steekproef de beoogde populatie daadwerkelijk weerspiegelt en niet alleen een deel daarvan. 

Slide 14 - Tekstslide

Eventueel kan hier nog in worden gegaan op het verschil tussen interne en externe validiteit (p. 85)
Vraag 16
Een juist antwoord bevat:
• informatie uit tekst 4 waaruit blijkt dat vertrouwen in de rechtspraak de objectieve veiligheid kan vergroten (1)
• een redenering dat het hebben van vertrouwen in de rechtspraak de objectieve veiligheid kan vergroten, met een toepassing van het begrip objectieve veiligheid (1)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 16
Uit tekst 4 blijkt dat als mensen vertrouwen hebben in de rechtspraak zij zich ook zelf eerder aan de regels van de rechtsorde houden (r. 18-20) (C). Als mensen zich meer aan de regels houden ->minder misdrijven begaan (I) en lopen mensen minder risico om slachtoffer te worden van een strafbaar feit. Zo wordt objectieve veiligheid groter (E)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 17
Een juist antwoord bevat:
- een redenering dat het hebben van vertrouwen in instituties als de politie en de rechtspraak de subjectieve veiligheid kan vergroten.
- een toepassing van het begrip subjectieve veiligheid en informatie uit tekst 4 om de redenering te onderbouwen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 17 (1p)
Subjectieve veiligheid is het gevoel van veiligheid dat mensen hebben (I). Uit tekst 4 blijkt dat wanneer mensen zich beschermd voelen door rechtshandhaving door politie en rechtspraak, zij meer op elkaar durven te vertrouwen. (C) Wanneer mensen meer op elkaar durven te vertrouwen, kan dit het gevoel van veiligheid en daarmee de subjectieve veiligheid vergroten.(E)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 18
maximumscore 1
Een juist antwoord bevat een uitleg dat of iemand kennis heeft over de
rechterlijke macht onder andere afhankelijk is van zijn politieke socialisatie,
met een toepassing van het kernconcept politieke socialisatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 18
Politieke socialisatie is het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de groep(en) en samenleving waartoe mensen behoren. (I). De rechterlijke macht maakt deel uit van de politieke cultuur in Nederland (C).(inzicht -> trias politica). Dus het bijbrengen van kennis over de rechterlijke macht is dus een onderdeel van de politieke socialisatie van burgers. (E)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies