Landstede Groep

Dementie

Dementie 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Dementie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al van dementie?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Les inhoud 
- Wat is dementie?
- Symptomen 
- Omgaan met dementerende ouderen
- Hoe herken je dementie?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is dementie? 

Slide 5 - Tekstslide



Symptomen


- Vergeetachtigheid
- Problemen met dagelijkse handelingen
- Vergissingen met tijd en plaats
- Taalproblemen
- Kwijtraken van spullen
- Slecht beoordelingsvermogen
- Terugtrekken uit sociale activiteiten
- Veranderingen in gedrag en karakter
- Onrust
- Problemen met het zien

Slide 6 - Tekstslide

Hoe lijkt het jou om om te gaan met demente ouderen?

Slide 7 - Open vraag

Omgaan met demente ouderen

Slide 8 - Tekstslide

Hoe herken je dementie?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke signalen van dementie herkende jij in het filmpje?

Slide 11 - Woordweb

Quiz time 

Slide 12 - Tekstslide

Dementie is een verzamelnaam voor verschillende hersenziektes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Dat zijn minder dan 20 verschillende soorten ziektes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Dementie kan op verschillende leeftijden ontstaan?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

De meest voorkomende dementie is vasculaire dementie?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 16 - Quizvraag

Welke symptomen herken je als eerst?
A
Gedragsverandering
B
Vergeetachtig

Slide 17 - Quizvraag

Er zijn al veel medicijnen om dementie onder controle te krijgen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Mannen hebben vaker last van dementie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Bij demente mensen moet je hard schreeuwen?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 20 - Quizvraag

Demente ouderen weten nog wel iets wat ze net hebben gedaan, maar niets meer van vroeger?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Ook mensen rond de 40 jaar kunnen dementie krijgen?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide