Kijk- en luisterstrategiëen

• Frans
• Enseignement Secondaire

Kijk- en luisterstrategiëen

aujourd'hui

Kijk- en luisterstrategie

          - waarom?

          - stappenplan

          - oefenen

Kijken en luisteren

Vaak bij MVT-> Hoe pak je dit aan?-> welke stappen?

-

-

-

-

-

Stappenplan: Stap 1

Voorbereiden

- wat is het onderwerp?

- wat weet ik al?

- wat zeggen de vragen? Krijg ik hierdoor informatie?

- welke woorden hebben hiermee te maken?

- welke bron is de basis van het fragment?

Stappenplan: Stap 2

Oriënteren 

- globaal lezen/luisteren/kijken

- wat zijn de onderwerpen in de tekst?

- titels?

- tussenkopjes?

- welke informatie is belangrijk?

- welke informatie wordt vaak herhaald?

Stappenplan: Stap 3

Intensief 

- hele tekst kijken/luisteren/lezen

- focus ligt op begrip

- details zijn belangrijker

- doel om inhoudelijk iets te kunnen zeggen

Stappenplan: Waarom!?

Voorbereiden

Oriënteren

Intensief 

Je gaat van algemeen naar specifiek. Je gebruikt de eerdere stap als kapstok voor de nieuwe informatie.

Luisterstrategieën 

Alle vragen tijdens een Cito kijk/luistertoets zijn meerkeuzevragen. Om tijdens het luisteren het juiste antwoord te kiezen, ga je als volgt te werk.

1. Je leest de vraag.

2. Je leest de antwoordmogelijkheden goed door.

3. Je zoekt verschillen in de antwoordmogelijkheden. (!)

4. Je bedenkt op welke Franse woorden je moet letten om het verschil te kunnen horen. (!)

Luisterstrategieën 

Par exemple:

Toetsvraag: 

Waarom was er chaos in de straten van Hongkong?

A) De bestuurder van een geldtransportwagen heeft geld uitgedeeld op straat

B) Er is twee miljoen dollar uit een transportwagen op straat gevallen

Luisterstrategieën 

Par exemple:

Toetsvraag: 

Waarom was er chaos in de straten van Hongkong?

A) De bestuurder van een geldtransportwagen heeft geld uitgedeeld op straat

B) Er is twee miljoen dollar uit een transportwagen op straat gevallen

Luisterstrategieën 

Par exemple:

Toetsvraag: 

Wat zegt de politie over mensen die het geld niet inleveren?

A) Zij riskeren een geldstraf.

B) Zij riskeren een gevangenisstraf.

Luisterstrategieën 

Par exemple:

Toetsvraag: 

Wat zegt de politie over mensen die het geld niet inleveren?

A) Zij riskeren een geldstraf.

B) Zij riskeren een gevangenisstraf.

Luisterstrategieën 

Par exemple:

Toetsvraag: 

Wat zegt het onderzoek over oudere zussen?

A) Ze zijn vaak kleiner dan hun jongere zussen.

B) Ze zijn vaak dikker dan hun jongere zussen.

Luisterstrategieën 

Par exemple:

Toetsvraag: 

Wat zegt het onderzoek over oudere zussen?

A) Ze zijn vaak kleiner dan hun jongere zussen.

B) Ze zijn vaak dikker dan hun jongere zussen.

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

De Engelse kapper spreekt nu Frans...

1. als een Fransman
2. met een sterk Engels accent

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

De fles is gevonden ...

1. door een 41-jarige man
2. na 41 jaar in het water te hebben gelegen

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

Waarom was er chaos in de
straten van Hongkong?

1. De bestuurder van een geldtransportwagen heeft geld uitgedeeld op straat
2. Er is twee miljoen dollar uit een transportwagen op straat gevallen

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

Wat zegt de politie over
mensen die het geld niet inleveren?

1. Zij riskeren een geldsstraf
2. Zij riskeren een gevangenisstraf

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

Wat zegt het onderzoek
over oudere zussen?

1. Ze zijn vaak kleiner dan hun jongere zussen
2. Ze zijn vaak dikker dan hun jongere zussen

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

Onder wie is het onderzoek
gehouden?

1. Ze hebben allemaal volwassen vrouwen gevraagd
2. Het onderzoek is afgenomen onder jonge meisjes

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

Waarom was de man verrast?

1. Omdat hij zijn telefoon zo snel had teruggevonden..
2. Omdat zijn telefoon nog goed werkte.

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

Wat is er zo bijzonder aan deze trui?

1. Hij verandert ieder uur van kleur.
2. Hij past zich aan, aan hoe je je voelt.

Ecoutez le fragment et choisissez la bonne réponse.

Wat wordt er over de
verkoop van de trui gezegd?

1. Hij is nog niet in de winkel verkrijgbaar.
2. Iedereen is er enthousiast over.

Geef jezelf een cijfer op luistervaardigheid. Waar sta je nu?

010