afronding Randstad

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

afronding Randstad

30 vragen

en daarna nog een hele hoop

Dankzij metropoolvorming zal de Randstad dichter bevolkt raken

1. waar
2. niet waar

Buurtkenmerken

Bewonerskenmerken

Huur/koop

Soort woning

Bouwperiode

Staat van onderhoud

Huishoudensamenstelling

Etniciteit

Leeftijd

gezinsfase

Inkomen

Groenvoorziening

De kwaliteit van de openbare ruimte wordt gemeten aan welke aspecten?

Noteer voor de Noordvleugel en de Zuidvleugel elk één belangrijke
grootstedelijke functie, waarvan beide op internationaal gebied.

In de Randstad worden nieuwbouwwoningen sinds 1990 alleen in vinex-wijken gebouwd

1. juist
2. onjuist

Leg uit hoe buurt- of wijkvoorzieningen de sociale veiligheid verhogen

Waarin verschilt de Randstad het meest van andere stedelijke gebieden?

1. De Randstad heeft een hoge bevolkingsdichtheid.
2. In de Randstad werken veel mensen in de dienstensector.
3. De Randstad bestaat uit meerdere steden.
4. In de Randstad wonen veel mensen uit andere culturen.

De Randstad functioneert als één samenhangend politiek geheel

1. juist
2. onjuist

Welke stad ligt niet in de Zuidvleugel van de Randstad

1. Haarlem
2. Rotterdam
3. Leiden
4. Dordrecht

Welk deel van de Randstad heeft het hoogste opleidingsniveau?

1. noordvleugel
2. zuidvleugel

Welk deel van de Randstad heeft een grotere innovatieve en creatieve sector?

1. noordvleugel
2. zuidvleugel

Wat is de Randstad?

1. Een stad
2. Een agglomeratie
3. Een stadsgewest
4. Een stedelijk netwerk

Wat is een groot pluspunt van de Randstad ten opzichte van andere metropolen in West-Europa.

1. hoog opgeleid personeel
2. aantrekkelijke woonomgeving
3. aanwezigheid van een haven
4. een goed sociaal vangnet

Bekijk bron 6 (klik er op om te vergroten).
uitspraak: ‘Schiphol moet de ruimte krijgen om uit te breiden.’
Noem een argument tegen deze uitspraak.

uit welke drie onderdelen is een buurtprofiel opgebouwd?

woningkenmerken

Wat kan een gemeente met de informatie uit een buurtprofiel?

Waarom is een 19e-eeuwse arbeiderswijk vaak opgeknapt via gentrificatie?

Tijdens welke periode ontstonden probleemwijken?

1. urbanisatie
2. selectieve migratie door suburbanisatie
3. re-urbanisatie

Wat is een vaker voorkomend sociaaleconomisch vraagstuk in jaren-60 wijken? Er zijn meerdere mogelijk.

1. lagere lonen
2. lagere opleidingsniveau's
3. Meer schuldenproblematiek
4. meer mensen afhankelijk van uitkeringen.

Wat is een creatieve stad?

1. Stad met veel werkenden in de creatieve industrie.
2. stad met veel creatieve mensen
3. stad met veel mensen die werken aan het vernieuwen van de aarde
4. stad met weinig mensen

welk begrip is hier het meest van toepassing?

1. renovatie
2. herstructurering
3. stadsvernieuwing
4. creatieve stad

Wat is een duale arbeidsmarkt

1. De ene keer is er wel werk en de andere keer niet.
2. Het verschil in werk en inkomen is groot
3. Er is alleen maar plek voor laagopgeleide mensen
4. Er is veel sociale ongelijkheid

Wat is een goed voorbeeld van een duale arbeidsmarkt?

1. Een stratenmaker kan bijna geen promotie maken, maar een marketer kan steeds verder groeien in zijn carrière.
2. Er zijn veel meer banen in de primaire en secundaire sector dan in de tertiaire sector.
3. Ambtenaren krijgen veel minder betaald dan mensen die in het bedrijfsleven werken.
4. Een docent kan veel makkelijker parttime werken dan een automonteur.

Een sciencepark tref
je meestal aan in
de buurt van een ...

1. grote stad
2. universiteit
3. snelweg
4. industrieterrein

Goedkope bedrijfsruimten voor allerlei vernieuwende en artistieke bedrijven.

1. gentrificatie
2. sciencepark
3. fabriekshal
4. broedplaats

Wat is dit voor woonwijk?

1. Laagbouw en ruimte jaren '70 en '80
2. Moderne nieuwbouw jaren vanaf 1980
3. Hoogbouw in het groen jaren '60 - '70
4. 19e eeuwse arbeiderswijken

In wat voor type wijk vind je dit soort huizen?

1. Vooroorlogse wijken
2. Na-oorlogse wijken
3. suburbane woonwijk (groeikernen)
4. 19e eeuwse arbeiderswijken

In welke wijk is de kans op gentrification het grootst?

1. Vinex-wijk
2. 19e-eeuwse arbeiderswijk
3. naoorlogse flatwijk
4. industrieterrein

Kenmerken van 19e eeuwse arbeiderswijken zijn:

1. Slecht geïsoleerd, kleine kamers, wel centrale verwarming.
2. Kleine kamers, geen douches, aan de rand van de stad.
3. Kleine kamers, slecht geïsoleerd, tegen het centrum aan
4. Veel groen, grote woningen

Wat is subjectieve veiligheid?

1. ik erger me niet aan vandalisme
2. de gemeente snoeit de struiken voor de veiligheid
3. er worden hier 50 fietsen per week gestolen
4. de stoeptegels worden regelmatig rechtgelegd