Landstede Groep

20200924 G1a uitleg nom acc

G1a Latijn
24 september 2020
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

G1a Latijn
24 september 2020

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- huiswerk overhoren
- korte herhaling: persoonsvorm en infinitivus
- huiswerk nakijken
- uitleg naamvallen (HB blz. 66)
- aan de slag! (HB blz. 67 - mandatum 9)
- check: gaat het goed? Snap je de stof?
- uitleg verbuigingsgroepen (HB blz. 68)
- aan de slag! (HB blz. 69 - mandata 9, 10, 11)

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
- je weet of je de woorden wel/niet goed kent.
- je kunt uitleggen hoe de Latijnse persoonsvorm werkt (hoe ziet het er uit + hoe vertaal je het).
- je hebt kennis gemaakt met de nom. en acc. in 3 verbuigingsgroepen.
- je weet wat het streepje op de e betekent bij de werkwoorden.
- je hebt gezorgd dat jijzelf en de rest rustig konden werken.

Slide 3 - Tekstslide

Overhoring!
TB blz. 23 + HB blz. 61/64

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling: infinitivus en persoonsvorm

infinitivus eindigt op -re
infinitivus - re = stam
persoonsvorm: stam + persoonsuitgang
persoonsvorm enkelvoud: stam + -t         voca-t
persoonsvorm meervouw: stam + -nt

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
HB blz. 65

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg: naamvallen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
HB blz. 67: mandatum 8

Slide 20 - Tekstslide

Mandatum 8

1 - 
2 De jongens roepen de slaaf.
3 De slaaf draagt water.
4 De slaaf ziet de vrouwen.
5 De slaven vrezen de jongen.
6 De vrouwen tillen de jongens op.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
 lz. HB blz. 68
mk. HB blz. 69 (mandata 9, 10, 11, 12)

Slide 23 - Tekstslide

Doelen
- je weet of je de woorden wel/niet goed kent.
- je kunt uitleggen hoe de Latijnse persoonsvorm werkt (hoe ziet het er uit + hoe vertaal je het).
- je hebt kennis gemaakt met de nom. en acc. in 3 verbuigingsgroepen.
- je weet wat het streepje op de e betekent bij de werkwoorden.
- je hebt gezorgd dat jijzelf en de rest rustig konden werken.

Slide 24 - Tekstslide