Analyseschema
Feitelijk Titel, kunstenaar, jaar, soort werk
(schilderij, plastiek, video, gebouw, enz.), materiaal (olieverf, marmer, enz.), afmetingen,
waar
is het werk te zien?
Inhoud (wat?) Wat is er te zien? (verhaal, onderwerp, sfeer)
Voorstelling Waar gaat het kunstwerk over? (titel, onderwerp)
Wat wil de kunstenaar vertellen? Wat is de boodschap, visie, het idee?
Is het werk figuratief of abstract?
Techniek/materiaal
Waarmee en hoe is het gemaakt? Aspecten van materiaal en techniek (schetsen, construeren,
assembleren, fijne of grove
techniek, sporen van bewerking, etc.)
Vorm (hoe?) Hoe en met welke middelen (waarmee) is het gemaakt?
Vormgeving
Techniek/materiaal
Waarmee en hoe is het gemaakt?
Aspecten van materiaal en techniek (schetsen, construeren,
assembleren, fijne of grove techniek, sporen van bewerking, etc.)