15 a. Met de structuurkant van de economie wordt de aanbodkant van de economie bedoeld.
Hier zie je hoe de structuur van de productie is en welke productiefactoren worden ingezet.
b. mate van automatisering, opleidingsniveau, infrastructuur
16.
- 17a. Er is minder vraag naar de producten. Om de producten toch te verkopen verlaagt de aanbieder zijn prijzen.
- b. Als consumenten meer besteden, moeten bedrijven meer produceren. Hier hebben ze werknemers voor nodig.
- c. de uitgaven aan uitkeringen
- d. de belastingen.