Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
G2a Grieks: de anti-kerstvakantiewegzakherhaling
G2a Grieks
De anti-kerstvakantiewegzakherhaling
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
G2a Grieks
De anti-kerstvakantiewegzakherhaling
Slide 1 - Tekstslide
Programma deze les
De anti-kerstvakantiewegzakherhaling
Aan de slag met de TO T5B opdr. A, B en C
Slide 2 - Tekstslide
Het Griekse lidwoord
In tegenstelling tot het Latijn, heeft het Grieks een lidwoord. Dat betekent dus extra rijtjes voor jullie (hebben jullie even mazzel! ;-) )
Tijdens het vertalen moet je in je vertaling laten zien of er in het Grieks wel of geen lidwoord staat.
Slide 3 - Tekstslide
Wat bepaalt het geslacht van het Griekse zelfstandige naamwoord?
A
De betekenis
B
De uitgang
C
Het lidwoord
D
Iene, miene, mutte...
Slide 4 - Quizvraag
Vertaal ὁ δοῦλος
Slide 5 - Open vraag
Vertaal δοῦλος
Slide 6 - Open vraag
Vertaal ὁ Διόνυσος
Slide 7 - Open vraag
mnl
vrl
onz
φοβερός
μάκρα
τὸ πλοῖον
ταῖς θεοῖς
δεινόν
τά τέκνα
τῇ ἐλευθερίᾳ
τοὺς δούλους
Slide 8 - Sleepvraag
Noem een kernmerk
van het onzijdige rijtje
Slide 9 - Woordweb
Het Griekse zelfstandig naamwoord
Net als het Latijn gebruikt het Grieks naamvallen om de functie van een woord in een zin aan te duiden.
Het Grieks heeft echter een naamval minder.
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel naamvallen heeft het Grieks?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 11 - Quizvraag
Welke naamval bestaat er NIET in het Grieks?
A
Genitivus
B
Dativus
C
Accusativus
D
Ablativus
Slide 12 - Quizvraag
Op welke manieren
kun je een dativus vertalen?
Slide 13 - Woordweb
Welke functie kan de nominativus nog meer hebben naast het onderwerp?
Slide 14 - Open vraag
Verzin een zin met
een naamwoordelijk gezegde
Slide 15 - Woordweb
Nom
Gen
Dat
Acc
μεγάλου
τῶν θυρῶν
ἡ ἡμερα
οἱ ἀνθρωποι
τοῖς δοῦλοις
πολλῳ
καλας
τους χρονους
Slide 16 - Sleepvraag
Congruentie
Slide 17 - Tekstslide
Waarmee congrueert τῇ θαλαττᾳ?
A
ἀλλα
B
ἀλλη
C
ἀλλᾳ
D
ἀλλῃ
Slide 18 - Quizvraag
Waarmee congrueert αἱ Ἀθῆναι?
A
μεγαλαι
B
μεγαληι
C
μεγαλας
D
μεγαλα
Slide 19 - Quizvraag
Waarmee congrueert τόν δεσποτήν?
A
κακος
B
κακην
C
κακον
D
κακη
Slide 20 - Quizvraag
Waarmee congrueert τοῦ θηριου?
A
πολλος
B
πολλόν
C
πολλοῦ
D
πολλύ
Slide 21 - Quizvraag
Waarmee congrueert ταις νῆσοις?
A
φιλοις
B
φιλαις
C
φιλους
D
φιλας
Slide 22 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak het volgende:
GR T5B (HB blz. 46-47)
Inhoud T5B (HB blz. 48)
TO T5C opdr. A, B en C 1-3 (HB blz. 52-53)
Slide 23 - Tekstslide